zondag 15 september 2013

Awee Prins – Uit Verveling


De lezing van 'Uit verveling' bracht mij veel aangename herkenning uit de colleges van Awee, die ik jaren geleden volgde. Pas drie jaar na zijn promotie heb ik het boek dan eindelijk gelezen. Voor een filosofieboek is het goed verteerbaar. En vooral de eerste twee delen zijn redelijk helder geschreven. Prins weet de spanning op te voeren, zodat ik naar het einde toe steeds nieuwsgieriger werd naar de ‘ontknoping’.

Zoals in een goed postmodern boek bleef deze ontknoping uit. Prins komt wel met een pleidooi voor meer aandacht voor de Dingen! En hij levert veel kritiek op alles wat modern, snel en - zoals filosofen vaker beweren - dus oppervlakkig is.

Ik weet niet wat ik ervan moet denken: in de latere hoofdstukken klinkt het allemaal wat bangig en zeurderig. Prins neemt bovendien het warhoofd Martin Heidegger te serieus. Als iemand onzin beweert mag dat gewoon gezegd worden. Je kan er niet vanuit gaan dat er geniale gedachten achter onbegrijpelijke taalvondsten verscholen zitten. Verder zie ik niets in het verschil tussen verveling en zogenaamde diepe verveling. Hoe bepaal je dit verschil? En is de ene verveling beter of interessanter dan de  andere?

Voor iedereen die zich te vaak heeft verveeld en hierin verder wil zwelgen en houdt van goedgekozen citaten, is dit boek een fijne afleiding.

Geen opmerkingen: