vrijdag 27 september 2013

Julian Barnes – Flauberts papegaai


Door ‘The sense of and ending’ was ik enthousiast geworden en trok een oud boek van Barnes uit de kast. Flauberts papegaai is zijn bekendste werk. Het is een roman, maar tegelijkertijd een boek  over het leven van Flaubert, geen biografie. Hoofdstukken gaan over dieren in het werk van Flaubert, zijn hekel aan treinen, niet geschreven boeken, een rechtszaak met argumenten voor en tegen Flaubert, etc.


Tussen deze onderwerpen door maakt Barnes in de vorm van de gepensioneerde arts Geoffrey Braithwaite critici en literatuurwetenschappers belachelijk. In het hoofdstuk chronologie geeft hij twee korte levensbeschouwingen over Flaubert. Beide waar, maar ze laten een geheel andere persoon zien. Wetenschappers voerden een uitgebreide discussie over de kleur van de ogen van Emma Bovary. Flaubert zou hier inconsequent zijn. Critici zijn dol op fouten, dus dit werd breed uitgemeten: of dit werkelijkheid is of alleen in dit boek afspeelt weet ik niet…  Uiteindelijk kijkt Braithwaite de teksten na en ontdekt helemaal geen tegenstrijdigheden!

Braithwaite heeft oog voor details en sappige anekdotes, zoals de papegaai in de titel. Je zit dan bij Flaubert goed. Hij hield ervan allerlei verhalen over zichzelf rond te strooien, waar of niet waar. Zeker  om de wat ranzige verhalen kon vooral hijzelf hard  lachen. Tegelijkertijd vond hij juist uitsluitend zijn werk, niet zijn persoon, belangrijk. Toekomstige lezers zouden voldoende moeten hebben aan de boeken.

Uit Flaubert kun je eindeloos citeren. Barnes besteedt er een heel hoofdstuk aan. Over een afgewezen jeugdliefde:” Geluk is als syfilis, Indien te vroeg verkregen kan het de constitutie te gronde richten.” In 1846 schreef hij: “ Toen ik al heel jong was wist ik al precies wat het leven zou worden. Het was als een walgelijke etenslucht die uit een keldergat ontsnapt: je hoeft er niet van gegeten te hebben om te weten dat je ervan zou moeten kotsen.”

Hij had iets tegen treinen: ”De spoorwegen zouden er alleen maar voor zorgen dat méér mensen zich verplaatsten , elkaar ontmoetten en samen stompzinnig zouden zijn.” Jammer dat Flaubert de twintigste eeuw niet heeft meegemaakt.

Uiteindelijk vind ik het boek van Barnes niet heel goed. De persoon Geoffrey Braithwaite, vergelijkbaar met Tony Webster uit ‘The sense of and ending’, komt niet helemaal uit de verf. Het blijven wat losse hoofdstukken en leuke verhaaltjes, die mij vooral deden verlangen naar het echte werk van Flaubert. Ik heb nog wat brievenboeken staan. Tijd om die in te kijken.

Geen opmerkingen: