Dit dunne boekje, alweer een hebbeding, kocht ik ook op de
Dordtse boekenmarkt. Het is een herinnering van Brouwers bij de dood van Van
Oorschot. Natuurlijk staat het vol sterke verhalen en prachtige zinnen: “uit de
bodemloze fles vol mooie verhalen”. Van Oorschot was nogal een persoonlijkheid,
in de jaren 60 de belangrijkste uitgever in Nederland. Bij hem was de grens
tussen een tikje overdrijven en leugen moeilijk te trekken. Dat leverde hem de
nodige ruzies op die tot op het bot werden uitgevochten; beroemd is zijn vete
met Hermans. Met Brouwers lag hij weleens in de clinch, maar hun vriendschap
bleef overeind ondanks de nachtelijke telefonades van Van Oorschot. Eenmaal
vroeg hij tijdens het gesprek wat Brouwers aan het doen was. Op zijn antwoord
dat hij lag te slapen, reageert hij verbaasd want het is half 3… ’s nachts
dus: “ik dacht ook al, sprak hij
verstrooid, het is zo stil”.
Mooi is het verhaal over Reina. Een Vlaamse die
Van Oorschot schreef dat zij van boeken hield maar geen geld had deze te kopen.
Hij stuurde haar meteen een stapel uit de Russische bibliotheek en begon een
correspondentie, op slag verliefd natuurlijk. Op een dag bezocht Geert van
Oorschot Jeroen Brouwers die toen nabij Brussel woonde, gekleed in het zwart,
uiteraard met in de ene klauw een doos sigaren en in de andere een kruik Bols.
Na enige uren innemen besluiten ze Reina
op te zoeken in Brussel. Van Oorschot koopt bonbons en rode rozen, meteen een
enorme bos. Het huis wordt gevonden, en er wordt na enig bellen opengedaan door
een vrouw met pekinees die verklaard dat
Reina bezig is met een andere klant. Van Oorschot is natuurlijk verontwaardigd;
tumult, geschreeuw, de drank mist zijn uitwerking niet, de brieven gaan het
raam uit, enzovoorts. Een typisch Van Oorschot verhaal. Het boekje eindigt met
de zin:” Ga nou maar slapen Geert”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten