Het derde deel van het ongebundelde werk van W.F. Hermans sluit goed aan bij de eerdere twee delen die ik las over de perioden 1952-1979 en 1988-1995. Dat wil ten eerste zeggen dat je niet veel leest over zaken die hem in extreme mate bezighielden. Deze stukken kwamen namelijk terecht in de bundels die hij samenstelde voor publicatie. Ten tweede lees je veel over niet eigentijdse zaken, zoals negentiende-eeuwse schrijvers en de geschiedenis van de fotografie. Actuele polemiek kreeg kennelijk voorrang in wat hij bij leven wilde bundelen.