A.L.
Snijders debuteerde op latere leeftijd, hij was 49 jaar. In 1971 verliet hij
Amsterdam om zich te vestigde in het Achterhoekse Lochem. Hij gaf hier les aan
de politie-opleidingsschool. Altijd was hij al een verwoed brievenschrijver
geweest, maar nu schreef hij dagelijks naar de mensen die niet zo snel meer bij
hem over de vloer kwamen. Jan Vrijman, werkzaam bij het Parool, kreeg zijn brieven
onder ogen en gaf hem ruimte in zijn krant. Dat was in 1986.
Peter
Müller is zijn echte naam. Voor het Parool vond hij deze Duitse naam niet zo
geschikt. Hij koos vrij willekeurig het pseudoniem A.L. Snijders, een naam die
weinig tot de verbeelding sprak. Dat was opzet. Hij is geen strijder of
snijder, maar een anarchist van het zachtaardige soort.
Vanaf de
eerste publicaties in het Parool heeft hij een trouwe club bewonderaars. Zijn
stukjes worden geplaatst in kranten buiten de Randstad, zoals het Deventer
Dagblad en Het Utrechts Nieuwsblad. Hij verwerft een groot lezerspubliek. En
hij schrijft enorm veel.
Het is een
uitdaging om dit hele oeuvre in kaart te brengen. Marius Zeven is erin
geslaagd. Niet alleen zijn in deze bibliografie uiteraard alle boekpublicaties
opgenomen – te beginnen bij ‘Ik leef aan de rand van de wereld uit 1992 – maar
ook alle bijdrage aan dagbladen, verzamelbundels, tijdschriften, e.d. Daarnaast
geeft hij een overzicht van interviews, recensies en citeert hij anderen die
over A.L. Snijders schrijven.
Zeven
streefde uiteraard naar volledigheid. Of hem dat gelukt is kan ik niet
beoordelen. Wel is duidelijk dat na 2011, het jaar van deze uitgave, A.L.
Snijders volop heeft doorgeschreven. Wat er over hem wordt geschreven is
ondoenlijk om nog in één boek bij elkaar te brengen. Na zijn optredens op
televisie en zijn deelname aan de campagne Nederland Leest in 2015 jaar is A.L.
Snijders bijna een bekende Nederlander geworden.
Naast een
bibliografie bevat dit prachtig uitgegeven boek een reeks bijdragen over A.L.
Snijders, een soort vriendenboek, en een aantal niet eerder in boekvorm
gepubliceerde zkv’s.
De vrienden
van A.L. Snijders vertellen hoe zij hem hebben ontmoet of wat hij voor hen
heeft betekent. Jaap Scholten is door hem schrijver geworden. Hij kwam via de
dochter van A.L. Snijders in de Spartaanse boerderij terecht. Hier hoorde hij
voor het eerst meer over Hermans, Nescio, Reve, Elsschot, e.a. Hij ging lezen
en hij ging schrijven.
De
merkwaardigste bijdrage uit het onderdeel vriendenboek is van L.H. Wiener. Hij
schrijft niet graag over vriendschappen. ”Wat is vriendschap anders dan
uitgestelde vijandschap?” Maar met A.L. Snijders was het er tot dan toe niet
van gekomen om ruzie te maken. Zij ontmoetten elkaar voor het eerst bij een
radioprogramma.
A.L.
Snijders bleek zijn werk goed te kennen. En L.H. Wiener was vooral onder de
indruk van zijn ontspannen manier van voordragen. Zijn vriendenstuk gaat over
in een verhandeling over het schrijven: vorm, stijl, expressie, waarheid,
kunst. “Dus schrijven en niet zeiken, want zeiken kan iedereen, maar schrijven
niet.”
De zkv’s in
deze bundel waren in 2011 nieuw, maar veel kwam mij bekend voor. Een aantal
stukken is waarschijnlijk later in een van zijn andere bundels terecht gekomen.
Het beste is eigenlijk om A.L. Snijders gewoon te citeren. Het wat langere stuk
‘Caravan’ kun je geen zkv meer noemen. A.L. Snijders koopt een caravan. Een
vriend vraagt of hij naar Zuid-Frankrijk komt met de caravan. Onderweg neemt
hij een liftster mee.
“Dit meisje
was niet slecht. Soms zei ze wat, soms zweeg ze. Ze had een poging gedaan om
industriële vormgeving te studeren en het was haar inderdaad gelukt het
toelatingsexamen te halen met het ‘visualiseren van een gedicht’. Ik vroeg haar
welk gedicht, maar dat wist ze niet meer. Het visualiseren had bestaan uit het
vullen van een jampotje met een laagje modder waarop een stoeltje dreef. In de
trein naar het examen had ze het zorgvuldig recht moeten houden, het stoeltje
mocht niet in een modderlawine ten onder gaan. Het was gelukt, misschien was
zij daarom geslaagd. Ik piekerde wel vijftig kilometer over het gedicht dat
deze fantasie in werking had gezet, maar mijn kennis bleek beperkt.”
Bij
aankomst worden het meisje en de vriend op slag verliefd. Zij blijft een paar
maanden bij hem wonen. Met de caravan wordt een berig varken vervoerd. Het
moest onder de beer. Het varken sloopt de caravan. A.L. Snijders rijdt met
zestig kilometer per uur terug naar Nederland. Daar wordt de stinkende caravan
afgekeurd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten