‘De tijger
en de kolibrie’ uit 2010 is een boek met hetzelfde tempo en dezelfde directheid
als ‘Alleen met de Goden’. Je leest het achter elkaar uit. Robert Borghart
wordt wakker in een ziekenhuis, Hij weet zich praktisch niets meer te
herinneren. Alex Boogers vertelt in etappes zijn verhaal, verspringend in de tijd.
Roberts
vriend heet Jerry. Al jong heeft Jerry talent voor boksen. Hij gaat op zijn
vijftiende van school en verlaat niet snel daarna het ouderlijk huis. Thuis is
het ellende: moeder is ziek, vader is agressief. Jerry groeit als bokser, maar
hij heeft onrust in zijn lijf. Hij moet vechten tegen demonen.
Robert
blijft zijn vriend trouw, ook wanneer deze zich steeds dieper in het criminele
milieu onderdompelt. Robert heeft ook bewondering voor Jerry: hij kiest voor
zijn eigen leven, laat zich niet door anderen sturen. Terwijl
Robert met zijn eerste liefde trouwt en van de ene saaie baan met dank aan zijn
schoonvader overstapt in een andere saaie baan, ligt Jerry blowend op de bank
met een paar wijven te genieten van zijn welverdiende centen.
Het moet
wel mis gaan. Jerry bokst steeds minder en neemt steeds meer risico’s bij zijn
criminele zaken. Robert volgt hem een heel eind. Hij verslonst zijn werk,
besteedt weinig tijd aan zijn vrouw en zijn zoon Tomas. En voortdurend spookt het in
zijn hoofd of hij wel het juiste leven heeft gekozen. Had hij niet bij een
grote krant moeten gaan werken, of voor een groot blad in het buitenland? Moet
hij niet worden als Jerry, die hem soms indringend toespreekt.
“De
idealisten zijn dood. We zijn handelaars, geen vechters. We streven naar geld,
naar de schaapjes op het droge. We streven niet naar glorie. Begrijp je dat,
Robert? Echte glorie. Dat gaat verder dan geld, dat is meer dan oppervlakkig
succes. Als alles verdwenen is, dan heb je alleen nog je herinneringen. Wat je
hebt gedaan, wat je tot stand hebt gebracht, en wat je hebt betekend voor
iemand anders. Begrijp je dat?”
‘De tijger
en de kolibrie’ is opgebouwd uit korte scènes van een paar pagina’s. In de ene
scène ligt Robert in het ziekenhuis waar hij langzaam zijn geheugen
terugkrijgt, de volgende is hij op vakantie in Bali, zwemt met zijn zoon en is
echt gelukkig, dan is hij in gesprek met Jerry of ligt hij in bed met zijn
minnares Robin.
Spijt over
gemiste kansen, over foute beslissingen, grijpen Robert steeds sterker aan. Als
een zombie loopt hij rond, hij functioneert niet meer. Hij kiest niet, maar het
noodlot kiest voor hem. Jerry raakt hij kwijt. Hij wil zijn gezin terug, vindt
hier tijdelijk rust, maar een spook uit het verleden keert zich tegen hem. Het
mooiste wat hij had wordt hem op wrede wijze afgenomen. Hij leeft, maar heeft
weinig meer om voor te leven.
Alex
Boogers weet zo alle verhalenlijnen prachtig te combineren. Tot het einde toe
blijft het boek spannend. Robert
loopt rond in de sportschool. Hij ziet jonge jongens zoals Jerry er één was:
talentvol en gretig. Als jij er niet meer bent, neemt gewoon een ander je
plaats in. Jerry had gelijk. “Alles keert terug, alleen anders dan je
vermoedt.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten