Begeerte
heeft ons aangeraakt is de debuutroman van Bert
Natter. Het boek is uit 2008, mijn editie uit 2011 is de negende druk. Naast dat het een verkoopsucces was, werd het boek alom lovend besproken.
Hoofdpersoon
is Lucas Hunthgburth, kenner van oude muziekinstrumenten, in het bijzonder
klavecimbels. Hij werkt in een museum onder een bazige directrice. Hij krijgt
weinig erkenning, zijn leven voelt leeg. Hij heeft geen vrouw of kinderen. Zijn
beste vriend is dood. Nooit wil hij worden als zijn vader, kruidenier in
Enschede.
Het leven
van Lucas krijgt een onverwachte wending wanneer hij gevraagd wordt een
zeventiende-eeuws klavecimbel te komen bekijken in Bethlehem, een gehucht in
Groningen. Omdat hij niets beters te doen heeft en toch nieuwsgierig is gaat
hij erheen.
Onderweg
bezoekt hij zijn ouders en vertelt hen dat hij ontslag heeft genomen. Zij
werken twaalf uur per dag, zes dagen per week. Zijn vader zegt dat zij altijd vrij
zijn gebleven. “Ze waren met niets begonnen. Veertig jaar later hadden ze nog
steeds niets. Net het leven zelf en dan ga je dood.”
De eigenaar
van het klavecimbel is net overleden. De zoon heet Diederik Dembeck, woont in zijn
vaders huis, een voormalig klooster. Hij is een nogal merkwaardige man. Lucas
ziet het klavecimbel: het is bijzonder, verkeerd in goede staat en is geen
vervalsing. Hij kan het kopen van zijn ontslagpremie en zo nodig later
doorverkopen aan een museum.
Vanaf hier
wordt het boek steeds vreemder. Diederik neemt Lucas op sleeptouw, gaat uit
eten met hem, giet hem vol drank en hij moet blijven logeren. Lucas wordt
geacht het klavecimbel te repareren zodat het bespeelt kan worden tijdens de
begrafenis van de oude Dembeck.
Lucas ontmoet
diverse familieleden van Dembeck. Met name de zus Dido maakt grote indruk op
hem. Zij speelt fantastisch klavecimbel, trad ooit veelvuldig op, maar ergens
ging het mis in haar hoofd. De eerste nacht verschijnt zij in zijn slaapkamer.
Bert Natter
bouwt hier heel goed de spanning op. Al eerder in het verhaal wordt met
terugblikken de achtergrond van Lucas verteld. De vuurwerkramp in Enschede vormde
een beslissende gebeurtenis in zijn leven. Zijn vriend Ernst Zwier kwam om bij
deze ramp. Eerst weet je niet precies hoe dit is gebeurd. Stukje bij beetje
voegt Natter iets toe aan de voorgeschiedenis.
Op dezelfde
manier doseert hij het verhaal van het oude en kostbare klavecimbel. Het
verhaal is te mooi om waar te zijn. Is dit klavecimbel inderdaad in bezit
geweest van Constantijn Huygens? Staat het op een schilderij van Vermeer? De
zwijgplicht die Lucas opgelegd heeft gekregen over de aankoop doet een geheim
vermoeden. Daarnaast zijn er diverse zijlijnen, die Natter knap mengt in de
rest van zijn verhaal.
De
vertwijfeling slaat hard toe bij Lucas. Hij vraagt zich telkens af wat hij hier
doet. Is het slechts vanwege de aankoop van het klavecimbel? Of is het Dido?
“Ik hoor hier niet thuis. Ik hoor nergens meer thuis. Ik verlangde naar een
kleinere wereld dan deze, zoals je die aantrof in een boek of op het podium, of
het filmdoek: een beperkt aantal spelers en eenheid van plaats en tijd.”
Naar het
einde toe worden de gebeurtenissen steeds absurder. De begrafenis en het
aansluitende etentje lopen volledig uit de hand. Iedereen wordt dronken. Twee
geschoten en opgediende pauwen doen de boel nog meer ontsporen. Natter stapelt
hier gekte op gekte. Dit komt de spanning niet ten goede, evenmin de aparte
humor die in de rest van het boek steeds aanwezig is. Dat is jammer, maar al
met al is ‘Begeerte heeft ons aangeraakt’ een prachtig debuut.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten