Jacqueline Klooster is universitair docent Klassieke Talen en Culturen aan de Rijksuniversiteit Groningen. In haar publicaties vraagt zij zich af hoe wij de Oudheid voorstellen en wat deze voorstellingen zeggen over onszelf. De klassieke canon is niet in beton gegoten en is onderwerp van eindeloze herinterpretaties. De laatste jaren zie je een toename in het aantal hervertellingen, en er is sprake van een kentering hoe mythische figuren gepresenteerd worden. Toen ik dit las op de achterflap van Medusa in de spiegel moest ik denken aan Huizinga die geschiedschrijving omschreef als ‘den geestelijken vorm, waarin een cultuur zich rekenschap geeft van haar verleden.’
In het boek ordent Klooster deze recente hervertellingen aan de hand van de klassieke Griekse verhalen van Medusa, Medea, Antigone, Achilles, Apollo en vele anderen. Deze nieuwe verhalen tonen de Griekse Oudheid op een andere manier, maar ze zeggen vooral iets over onze huidige tijd. In het eerste hoofdstuk rekent Klooster meteen af met mensen die kritisch staan tegenover hervertellingen en deze anachronistisch noemen. Mythes zijn namelijk altijd hervertellingen. De eeuwenoude verhalen werden doorverteld met steeds een nieuwe blik, afhankelijk van wie het verhaal vertelt. De versies die - soms toevallige – zijn opgeschreven zijn niet de enige juiste versies. In de Oudheid konden verschillende versies in dezelfde tijd ook naast elkaar bestaan. Als voorbeeld noemt Klooster de tragediedichter Euripides, die de mythe van Helena opvoerde in een verhaal dat zij wel naar Troje ging en in een ander verhaal dat zij niet ging, nogal een verschil. Vreemd is ook de controverse rond een zwarte Achilles, die het origineel geweld aan zou doen en historisch onjuist zou zijn; alsof Griekse mythologische personages wit als Brad Pitt zouden zijn? In de Odyssee wordt Odysseus juist beschreven met een zwarte huid en kroeshaar.
Een voorbeeld - een van vele – van een verhaal dat talloze keren is naverteld en geherinterpreteerd is dat van Medea die haar kinderen doodde om hiermee wraak te nemen op haar man Jason die haar verliet vanwege een andere vrouw. Het is iets gruwelijks, deze moord is geen offer aan de goden of gedaan in een vlaag van verstandsverbijstering, maar een weloverwogen daad om Jason ultiem te straffen. In dit verhaal is de vrouw diegene die moordt, terwijl het in Griekse mythen vooral de man is die, soms achteloos, mensen doodt, vrouwen verkracht en vernederd. En meestal wordt dit niet eens als iets bijzonders gezien. Je kunt de daad van Medea lezen als uiterste daad van verzet; zij heeft Jason kinderen gegeven en nu neemt ze ze weer af. Ze slaat als vrouw terug tegen het patriarchaat. Waar mannen de mogelijkheid hebben de deur uit te lopen en de vrouw achter te laten met de kinderen, heeft de vrouw dat niet. Zij moet ook haar moederschap vermoorden.
Klooster trekt parallellen tussen deze mythe en moderne verhalen en noemt de films Gone Girl en Barbie: Feministisch geïnspireerde bewerkers hebben soms moeite met de kindermoord. In een Italiaans toneelstuk uit 1977 gaat het niet om wraak, maar doet zij het om zich als vrouw te bevrijden van het juk van het moederschap. In een ander toneelstuk uit dezelfde tijd vergeeft Medea het vreemdgaan van Jason, kiest zij een nieuwe bruid en leven ze harmonieus in een samengesteld gezin. In de roman Stimmen (1996) van Christa Wolf is Medea een wijze vrouw en wordt zij een zondebok en slachtoffer van de domheid van de mensheid. En in moderne hervertellingen wordt Medea vaak gerehabiliteerd: het doden was een misverstand, een ongeluk of zij had geen andere keuze. Er komen tal van andere versies voorbij in het boek, het materiaal dat Klooster gebruikt is echt overweldigend. Ik was benieuwd hoe zij David Vanns Bright Air Black zou interpreteren, maar zij noemt de roman slechts eenmaal.
In andere hoofdstukken gaat Klooster even grondig te werk als met de Medea-figuur. Mooi is dat zij ook put uit haar persoonlijke leven en probeert te achterhalen hoe zij als jongere de vele wrede verhalen heeft opgevat. Het overduidelijke vrouwonvriendelijke karakter van veel mythen doorzag zij toen nog niet helemaal. Het vrouwelijke perspectief was een zeldzaamheid in de Griekse verhalen. Des te interessanter is dat dat perspectief de laatste jaren veelvuldig wordt ingenomen om de mythen opnieuw te vertellen. Dit levert een hele reeks fantastische verhalen op, in romanvorm maar ook als fanfiction, die veel zeggen over onze tijd. Het genre Dark Academia krijgt aandacht. De oorsprong hiervan ligt in de nog steeds populaire roman The secret History van Donna Tartt. De verhalen spelen in het academische milieu en er wordt voortdurend verwezen naar en gespeeld met mythologische figuren.
Door de enorme hoeveelheid informatie in Medusa in de spiegel was ik als niet-kenner van Griekse mythologie overdonderd. Ik las het met veel plezier, maar het was soms iets te veel van het goede. Misschien is het beter het boek niet in een keer tot je te nemen, maar af en toe een hoofdstuk te lezen. Door de vele romans die besproken worden zet het wel aan tot nog meer lezen, wat alleen maar goed is. Bovendien zag ik de afgelopen dagen overal - in series, films of in het dagelijkse nieuws - allerlei mythologische figuren en thema’s terug. En dat is wat dit boek zeker met je doet, een nieuwe kijk geven op de wereld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten