donderdag 22 december 2022

Herman Brusselmans – Theet77



Herman Brusselmans kondigde al jaren geleden het boek met de titel Theet77 aan. Liefhebbers van zijn werk, waaronder ikzelf, keken ernaar uit. Dit jaar werd de schrijver 65 jaar, bovendien is zijn vaderschap aanstaande. Een uitstekend moment om het boek uit te brengen. De titel verwijst naar het adres waar hij als kind en jongeman woonde, in Hamme, Oost-Vlaanderen. Theet77 is een van de beste boeken die Brusselmans heeft geschreven. 

 

Het persoonlijke verhaal gaat vooral over zijn jeugd, zijn jaren op weg naar volwassenheid en zijn leven als schrijver. Nergens in het boek staat dat het een roman betreft, maar uiteraard schrijft Brusselmans met veel fantasie en gevoel voor absurdisme. De verbeelding van zijn kijk op mensen, de liefde voor zijn moeder en zijn alcoholinname is realistisch. De band met de plek waar hij opgroeide is dubbelzinnig. De mensen uit Hamme, zijn familieleden, gingen ruw met elkaar om. Zijn vader was veehandelaar. De jonge Brusselmans kon het doden van een stier, bijna een familielid, niet aanzien, niet begrijpen. Theet77 is dan ook opgedragen aan de drie stieren Little Joe, Flipper en Florence. Ondanks de boerse omgangsvormen en het dierenleed schrijft hij met compassie over de mensen die er woonden. En om het clichématig te zeggen, hij verloochent zijn achtergrond niet.

 

Het boek bestaat uit drie delen. Het eerste deel van 300 pagina’s heet ‘Vroeger’. Hierin vertelt Brusselmans chronologisch het verhaal van zijn jeugd. Het eindigt op het moment dat hij stopt met drummen en de band The Twelve Waffles verlaat tijdens hun eerste optreden. Hij beschrijft zijn grootouders: een paardenhandelaar, een caféhouder en zelfs circusartiesten met zigeunerbloed. Het waren wonderlijke mensen zonder grote carrières. Het circus stelde niet veel voor. Grootvader Jef: “Clown Kasko was een ramp. Ik heb in het slachthuis koeien aan een haak zien hangen die grappiger waren dan hij.” Brusselmans eert deze familieleden door hun verhaal op te schrijven, maar gunt eerdere voorouders hun rust. “Ik hoopte dat ze niet voor niets hadden geleefd, en wist dat dit zo goed als ijdele hoop was.”

 

Als jongen van dertien, veertien jaar heeft hij twee passies, voetballen en drummen. Zijn twee bijnamen verwijzen naar deze liefhebberijen: Snot en Slag. Al vanaf zijn vijfde levensjaar drumde hij op een kartonnen drumstel. Dat was geen succes. In de band The Twelve Waffles voert hij later het hoogste woord. Hij roept om bier en bepaalt welke nummers er gespeeld worden. Met voetballen moest hij wegens een blessure stoppen. In dit deel van het boek volgen absurde verhalen en scherpe dialogen elkaar in een hoog tempo op. De jonge Brusselmans versiert een aantal meisjes maar wil met ieder van hen slechts eenmaal seks hebben. Hij citeert uit de Winkler Prins, laat leeftijdsgenoten na een aantal rake opmerkingen telkens in verbijstering achter en drinkt en rookt zoveel als hij kan. Mensen uit de buurt en familieleden gaan dood. Begrafenissen zijn momenten om familie terug te zien, maar ook om meisjes te verleiden. Geregeld krijgt hij te horen dat hij niet goed bij zijn hoofd is. Hij antwoordt: “Toch wel, maar niet fanatiek.” Hij is een grappenmaker, maar vraagt zich ook af wanneer hij eindelijk weg kan uit Hamme, hoe hij kan ontsnappen aan zijn vader, “aan de mishandelde dieren, aan de idioten, aan de andere rotpubers, aan de slechte muziek in de Top Veertig, en ook de goeie muziek in de Top Veertig bracht mij geen afleiding en troost genoeg.”

 

Het tweede deel, ‘Steeds later dan vroeger’, is 100 pagina’s, het derde deel ‘Theet77, de roman’ is nog een stuk dunner. Brusselmans neemt bij de beschrijving van zijn leven grotere stappen. Hij gaat studeren in Gent, drinkt steeds meer, ontmoet een meisje, woont samen, het gaat over. Hij begint met schrijven en wordt langzaamaan een beroemdheid in Vlaanderen en Nederland. Depressie en dood zijn nooit ver weg. Oom Oscar, de broer van zijn moeder, pleegt zelfmoord. Zij rouwt om hem en om de gemiste kansen. Zij denkt terug aan de tijd dat hij een discotheek runde en zij zo’n fijne avond had. “Het was de eerste en de laatste keer dat je vader danste,’ zei ze, ‘en ik voelde me echt gelukkig toen.’ Ik had medelijden met haar, en durfde haar niet te vragen of het toen, die avond dat zij met m’n vader danste in de discotheek van oom Oscar, de laatste keer was dat ze echt gelukkig was geweest. Waarom had m’n vader later niet meer met haar gedanst? Ik wilde het hem vragen, maar ik liet het na, hij zou het antwoord toch niet kennen.”

 

Hij is schrijver, schrijft massa’s boeken, maar het succes maakt hem niet gelukkig. Het wordt meer en meer een manier om de zwaarmoedigheid op afstand te houden, zoals de drank dat doet en later, nadat hij is gestopt met drinken, de Xanax en andere middelen. Hij belt wekelijks met zijn moeder. De mensen om haar heen gaan dood, de een na de ander. Hij krijgt heimwee naar Theet77, “naar de ongeveer vierentwintig jaar dat het m’n haven was geweest, niet altijd veilig, maar wel altijd vertrouwd, met het beeld van m’n moeder in de keuken en de woonkamer, het beeld van m’n vader die zijn favoriete stier roskamde.” 

 

Wat Theet77 zo goed maakt is de mix van absurde humor en de melancholische toon en de angst die erdoorheen klinken. De opbouw is sterk. In de drie delen gaat het tempo steeds meer omhoog en krijgt de melancholie steeds meer de overhand. In een paar regels beschrijft hij het verschijnen van een nieuw boek, een nieuwe ontmoeting, een volgend jaar, een nieuwe vriendin. Het schrijft en schrijft, maar een nieuw boek doet hem weinig meer. De angst overheerst. Hij hangt de gek uit, maar dan sterft zijn moeder, zijn vader volgt haar snel. De wereld rond Theet77 wordt meer en meer onbereikbaar. Hij schrijft alsof de duivel hem op de hielen zit. “Sneller, altijd sneller”. Niet alleen de beschreven gebeurtenissen komen in hoog tempo voorbij, ook lijkt het alsof hij deze pagina’s met een enorme vaart op papier heeft gezet, alsof zijn leven ervan afhing. Theet77 is zonder meer het meest persoonlijke boek van Herman Brusselmans.

Geen opmerkingen: