vrijdag 16 december 2022

Arjen van Veelen – Amerikanen lopen niet


Na het lezen van zijn recent verschenen boek Rotterdam, was ik erg benieuwd naar het verblijf van Arjen van Veelen in Amerika. Hij heeft twee jaar in St Louis, Missouri gewoond. Zijn vrouw wilde erheen om onderzoek te doen aan de universiteit daar. Arjen nam zich voor om er in alle rust een roman te gaan schrijven. Zijn journalistieke nieuwsgierigheid bracht hem er echter toe zich uitvoerig in de stad te verdiepen en er over te schrijven in o.a. De Correspondent. Deze stukken groeiden in 2018 uit tot het boek met de aansprekende titel Amerikanen lopen niet. 

St Louis voert in Amerika een hoop verkeerde lijstjes aan. Het was (of is misschien nog) de stad met relatief de meeste moorden. Maar de stad is sterk gesegregeerd. Er zijn wijken met veel vervallen panden en met een arme, veelal zwarte bevolking. In andere wijken wonen overwegend witte mensen. De scheiding loopt soms door buurten en zelfs door straten heen. De cijfers kloppen ook niet altijd. De verderaf gelegen buitenwijken, met weinig misdaad, vallen niet onder het bestuur van de stad St Louis en tellen niet mee in de statistieken.

 

Eind negentiende eeuw was de stad qua bevolking de op drie na grootste stad van de V.S. In 1904 vond er een Wereldtentoonstelling plaats, de Olympische Spelen waren er een onderdeel van. Er was in de negentiende eeuw zelfs een lobby om St Louis de hoofdstad van het land te maken. Het lag tenslotte in het midden van het continent, waar de blik gericht was op nieuw te exploiteren gebieden in het westen. En de stad lag op het kruispunt van twee grote verbindingswegen, de Mississippi en de Missouri. Inmiddels is het belang van beide rivieren behoorlijk afgenomen, de industrie verdween en de bevolking liep sterk terug. Nu staat de stad bekend om de verpauperde wijken en de rassenscheiding en - ongelijkheid. Maar hierin is St Louis niet uniek.

 

Arjen van Veelen en zijn vrouw wonen eerst in een buitenwijk, die juist niet gevaarlijk is. Moordcijfers zijn bijna real time te volgen op een website. De verhuurder adviseert hen heel precies via welke wegen je de binnenstad kunt bereiken en welke wegen gevaarlijk zijn en je dus moet vermijden. Van Veelen laat zich er niet door weerhouden voor wat inmiddels een onderzoek is geworden. Een aanleiding was de dood van een zwarte jongeman. Hij werd om onduidelijke redenen door een politieagent neergeschoten. Wat volgde waren rellen, die wereldwijd het nieuws haalden. De ongeregeldheden speelden zich voornamelijk in één straat af. Van Veelen laat heel scherp zien hoe verschillende mensen vanuit vaste standpunten op dergelijke gebeurtenissen reageren en hoe de media dit bevestigen. Bijna niemand verlaat de eigen vesting of betreedt een buurt waar je niet welkom wordt geacht te zijn. Van Veelen probeert in zijn onderzoek juist wel over grenzen heen te kijken. Hij praat met demonstranten, met mensen die met volle inzet iets willen doen tegen het geweld in de stad, maar ook met een wapenhandelaar - het is er heel gewoon om op straat een wapen te dragen - of met rijke witte mensen die vinden dat de politie niets verkeerd doet.

 

Geestig, maar ook bizar is het zelfstandig opereren van politieagenten. Hij en zijn vrouw wonen in een buitenwijkje - er wonen een paar honderd mensen - dat een zelfstandige gemeente is. Dat betekent een eigen burgermeester en zelfstandige politie. Er zijn talloze van dergelijke stadjes in en om St Louis. Om geld te verdienen treden agenten veelvuldig op tegen verkeersovertredingen. Je krijgt vervolgens geen boete in de bus, maar je moet je melden bij het gerecht. Rijkere Amerikanen kopen dit af via een speciale advocaat. Het spaart tijd, maar kost wel wat. Arme, zwarte mensen kunnen erdoor in een negatieve spiraal terecht komen. Geen geld, een auto op afbetaling, je zit razendsnel in de problemen. Als je moet zitten, ben je ook je werk en vaak je auto kwijt.  

 

De enige mensen die in St Louis lopen zijn arme mensen, meestal zwarte mensen. De stad is net als in de rest van Amerika, met uitzondering van New York, niet ingesteld op wandelaars. Voor iemand zonder auto betekent dit dat je naar je werk moet lopen, want het karige openbaar vervoer komt niet op plekken waar gewerkt wordt. Voetgangers lopen dus op de weg met gevaar voor eigen leven. Het gekke is dat op de weg lopen op veel plekken verboden is. Als arme arbeider in een kippenslachterij, kun je dus op de bon geslingerd worden wanneer je naar je werk moet lopen. Als je een verkeerde beweging maakt en pech hebt, kan het ook verkeerd met je aflopen.

 

Van Veelen verkent ook de omgeving van St Louis en ziet overal eenzelfde patroon: vervallen stadjes en buurten waar fabrieken uit verdwenen zijn en waar de Walmart kleine winkeliers heeft verdrongen. Er is veel armoede en segregatie. Opmerkelijk is dat op het platteland de arme bevolking wit is, maar verder in hetzelfde verdomhoekje zit. Hij ziet hier het neoliberalisme in volle glorie. Anders dan het sprookje van de Amerikaanse droom ons voorhoudt is dit land vooral op ongelijkheid gebouwd. De werknemers in de kippenfarm zijn niet meer dan slaven.

 

Wat Arjen van Veelen laat zien is niet altijd vrolijk makend, maar wel erg interessant. Zijn manier van schrijven vind ik heel prettig. Hij combineert zijn persoonlijke ontdekkingstocht met maatschappelijke onderwerpen op lokaal niveau en trekt dit door naar een hoger niveau, landelijk en wereldwijd. Bij terugkomst in Nederland ziet hij in ons land overeenkomsten met de Verenigde Staten. Daaruit is later zijn boek Rotterdam voortgekomen.

Geen opmerkingen: