Tommy
Wieringa is het afgelopen decennium uitgegroeid tot een van de grootste
schrijvers van Nederland. ‘De heilige Rita’ staat sinds het verschijnen een
aantal weken geleden in de top tien van best verkochte boeken.
Het boek
speelt in Twente, in een gehucht aan de Duitse grens. Het is een plek waar
Wieringa zelf is opgegroeid. De hoofdpersoon is de vijftigjarige Paul Krüzen,
die samen met zijn vader in een ouderwetse boerderij woont. Hij drijft een
handel in militaria. Wieringa vertelde in een interview dat dit zijn persoonlijke
verhaal zou kunnen zijn als hij in het dorp was blijven wonen en niet op zijn
zestiende was vertrokken.
Paul is een
schlemiel. Hij eet vaak bij de Chinees, bezoekt het café en vindt liefde in de
nachtclub, waar criminelen de dienst uitmaken. Zijn enige vriend, Hedwiges
Geerdink is nog een grotere mislukkeling dan hij zelf is. Hij is de zoon van
een kleine kruidenier en heeft de vervallen winkel van zijn ouders overgenomen.
De heilige Rita is de beschermheilige voor verloren en hopeloze zaken.
In de
eerste hoofdstukken van de roman geeft Wieringa sfeerbeelden van het dorp en
zijn inwoners. Hij wisselt deze hoofdstukken af met scenes uit de jeugd van
Paul. Cruciaal is één gebeurtenis uit zijn jeugd. Eens stortte er een
ontvluchtte Rus met zijn vliegtuigje neer in hun tuin. Wieringa beschrijft dit verhaal
vol spanning. Eenmaal opgelapt blijft de Rus bij hen wonen. Het is het einde
van het huwelijk van zijn ouders.
De roman
gaat over verandering en gehechtheid. Het samenwonen van Paul met zijn vader is
na zoveel jaren volledige routine geworden. De wereld lijkt hier niet te
veranderen, met uitzondering van de
komst van wat buitenlanders. De patatzaak wordt gerund door een man die
getrouwd is met een Chinese vrouw. Er wonen meer Chinezen in het dorp. In de nachtclub komt een
gevaarlijke Rus en de klusjesman die door Paul wordt ingehuurd is een Pool.
Pas
halverwege het boek komt er vaart in het verhaal. Hedwiges wordt overvallen en
beroofd van zijn spaargeld. Paul ontmoet een klasgenote van vroeger en mijmert
over een relatie met haar. En de vader van Paul is zo ziek dat hij naar het
ziekenhuis wordt overgebracht. De oude boerderij wordt een spookhuis. Vanaf dat
moment wordt het verhaal zeer spannend en wil je graag weten hoe het afloopt.
Over de
verwikkelingen zal ik verder niets zeggen. Interessant is de stijl van
Wieringa. In de langzame helft van het boek heeft hij de neiging om iets te
sfeervol alles te beschrijven. Hij gebruikt vaak – soms nogal vergezochte
–vergelijkingen. In de snelle helft van het boek is zijn stijl directer, meer
gericht op spanning. Hier stoorde ik mij niet aan zijn taalgebruik. Een
voorbeeld van zo’n sfeervolle beschrijving staat op pagina 19. “Ze gleden over
de weg als een kano door het water, zes cilinders deden geruisloos hun werk.
Haar hand lag op zijn bovenbeen, zo stil alsof ze hem vergeten was. Van
grafiet was de lage hemel, groen als op
de eerste dag de aarde.” Voor mij is dit iets te veel mooipraterij.
Daar staat
tegenover dat het verhaal goed in elkaar zit. De verschillende lijnen wisselen op
tijd af en leiden tot een mooie (anti-)climax. Het leven in een klein dorp
heeft iets tragisch. Stille mensen, zoals Hedwiges kunnen de plotselinge veranderingen
niet aan. Ook Paul heeft het besef dat hij er alleen voor staat.
En het boek
staat vol schitterende anekdotes. Wieringa vertelde elders een verhaal over
zijn vader dat in dit boek is overgenomen. “Met kerst had Paul zijn vader in
een Van der Valk-restaurant om een extra kommetje jus horen vragen. Op de
verbazing van de serveerster had hij gereageerd met de woorden: Want wij zijn
natte eters.”
Ik ren niet
meteen naar de winkel bij ieder nieuw boek van Tommy Wieringa. Over ‘De heilige
Rita’ hoorde ik veel positieve verhalen en na lezing kan ik mij hier zeker in
vinden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten