Andrew
Miller is een populaire Engelse schrijver. Zijn werk is in vele talen vertaald.
‘Puur’ is uit 2011. Het is zijn zesde roman. Het verhaal van ingenieur
Jean-Baptiste Baratte speelt in het Parijs van 1785. Hij heeft de opdracht de
oude begraafplaats Saint-Innocents te ontruimen.
Vanaf de
eerste pagina was ik het verhaal ingetrokken. De sfeer van die tijd, het
stinkende Parijs, de manier waarop de mensen woonden en in hun levensonderhoud
voorzagen is heel beeldend beschreven. Je kunt merken dat Miller zich goed in
de geschiedenis heeft ingelezen. Ik moest meteen denken aan het boek ‘L'Homme
devant la mort’ van Philippe Ariès. Na lezing zocht ik het op. Miller was zelfs
door dit boek geïnspireerd om ‘Puur’ te schrijven.
De opdracht
die de jonge ingenieur krijgt komt rechtstreeks van het ministerie. In het
eerste hoofdstuk gaat hij naar het paleis van Versailles. Er volgt een kort
sollicitatiegesprek, waarna hem om discretie wordt gevraagd bij deze grote
opdracht. “Die begraafplaats heeft langer dan wie zich kan heugen de lijken van
Parijs opgeslorpt.” Er zijn klachten. De stank is enorm. Er brak zelfs een muur
door, waarna de lijken iemands kelder binnenstroomden. Zelfs de koning maakt
zich ongerust. Er is geen sprake van onderhandelen. Baratte moet de opdracht
uitvoeren.
De
beschrijving van de plek, een begraafplaats die uitpuilt van de tienduizenden lijken,
is prachtig gedaan. Jean-Baptiste arriveert er, hij woont bij een gezin in, dat
tegen het kerkhof aan woont. Overal ruikt hij de muffe stank. Het eten smaakt
ernaar, de mensen ademen het uit. Hij moet er erg aan wennen. Omdat verwacht
wordt dat niet alle bewoners in de buurt de ontruiming meteen zullen
accepteren, gaat Jean-Baptiste omzichtig te werk. Hij sluit vriendschap met de
flamboyante organist van kerk bij de begraafplaats. Een kerk die overigens ook
geruimd moet worden. De mooie dochter van het gezin waar hij woont, probeert
hij op afstand te houden. Miller beschrijft de omgangsvormen die kennelijk in
die tijd golden. Er is veel prostitutie - soms vanaf zeer jonge leeftijd - en
ongetrouwde samenwoning en alles wat daar tussenin zat.
Om het werk
te kunnen doen huurt hij via een oude vriend dertig mijnwerkers in. Stapsgewijs
wordt de begraafplaats afgegraven. Uit een diepe kuil worden de beenderen
gehaald en de kisten, die er mogelijk nog liggen opengebroken. De botten vormen
hoge stapels, die later afgevoerd moeten worden. Dit afvoeren heeft wat
vertraging opgelopen. “Maar zelfs een paar weken zou bij dit werktempo van de
begraafplaats een doolhof maken. Dan gaan ze elkaar kwijtraken in gangen van
beenderen.”
De hele
operatie brengt spanning met zich mee. De mijnwerkers zijn zwijgzaam en zijn steeds
bij het openen van de kisten “in afwachting van iets gruwelijks’. Dit is de
eerste verhaallijn: de relatie tussen Baratte en de werklui, met daartussen de
relatie met zijn oude vriend. In hoeverre is het werk te verdragen? En
accepteren de mensen waar hij mee werkt zijn leiderschap? Daarnaast is de
inwoning bij het gezin met dochter een bron van spanning en verwikkelingen.
Baratte negeert de dochter. Hij heeft meer interesse in een hoertje dat in de
buurt regelmatig rondloopt.
Op de
achtergrond van dit verhaal lees je de maatschappelijke veranderingen die er
gaande zijn. Er worden leuzen gekalkt op de muren van de begraafplaats. Er zijn
modernen die zich roeren. Baratte en zijn jeugdvriend behoorden hiertoe. Hij
heeft wat afstand genomen van de utopische ideeën uit zijn jeugd, wat hem niet
in dank wordt afgenomen. Een paar jaar later zou de Franse Revolutie uitbreken.
Over het
verloop van he verhaal wil ik verder niets loslaten. Dat zou het leesplezier
kunnen bederven. Ik las het boek in twee dagen uit. De verhaallijnen sluiten
goed op elkaar aan. Er komt liefde, vriendschap, doodslag en zelfmoord in voor.
Wat wil je nog meer? De historische dimensie, het oude Parijs, is goed weergegeven.
En in het hele verhaal blijf je een mysterieuze sfeer proeven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten