Met deze
titel trok Dimitri Verhulst nog voor publicatie de aandacht naar zich toe. Een
aantal christelijke boekhandelaren in Nederland (niet in België) weigerde bij
voorbaat dit boek in hun assortiment op te nemen.
Kaddisj gaat
over de bewoners van een gezinsvervangend tehuis en wat het met iemands leven
doet wanneer je daarin opgroeit. Het boek is in zoverre autobiografisch dat
Verhulst zelf in een gezinsvervangend tehuis heeft gewoond. De moord op twee
kinderen die in het boek voorkomt is gebaseerd op een ware gebeurtenis.
Kaddisj
bestaat uit twee delen. In het eerste deel spreekt de verteller een jongen uit
het tehuis toe. Hij heet de neus en verschijnt te laat op de begrafenis van
Gianna. De begrafenis wordt beschreven en in terugblikken leren we Gianna en de
neus kennen.
Het taalgebruik
van Verhulst is prachtig. Hij beschrijft de ellende van het leven in het
tehuis, doordrenkt met cynische humor. De kinderen hebben geen enkel idee over
hun toekomst. Zij leven in het nu. Vaak zijn zij gedumpt door hun ouders, die
het leven ook niet aankonden.
Gianna zegt:
“Het is niet zo dat er te veel mensen op aarde zijn. Het probleem is dat er
zoveel ongewensten zijn.” De dood is dan soms de enige uitkomst.
Soms raakt een meisje zwanger in het tehuis. Er wordt naar een kliniek gereden. “men leert het af, te geloven dat alle leven heilig is. Een seksueel overdraagbare aandoening, dát was het leven.”
Het tweede
deel van Kaddisj is het logische vervolg op het eerste deel. Hier beschrijft
Verhulst het leven van twee jongvolwassenen die opgegroeid zijn in een tehuis. Zij
komen tot de afschuwelijke daad: “Wij wouden van onze problemen af, en we
dachten dat we maar beter ons gezin konden uitroeien.”
Verhulst
laat op indringende wijze zien dat de deuken die iemand oploopt in een tehuis overgaan
op de volgende generatie. Misschien zag Gianna dit ook in en besloot zij de vicieuze
cirkel te doorbreken. In deel twee beslissen de ouders op een zelfde manier
over leven en dood. De laatste zin van Kaddisj voor een kut luidt: “We hebben
onze kinderen kapotgemaakt. Voor hun bestwil.”
Kaddisj
betekent een gebed ter nagedachtenis. Gianna is een van die kinderen die we
moeten gedenken.
2 opmerkingen:
Rob Schouten in Trouw, 6 sept, was minder positief.Ja, taalgebruik van Verhulst is geweldig, maar hij blijft hangen in dezelfde problematiek en Vlaamse morsigheid.Ik heb nog geen oordeel.
Arjen Fortuin (in de NRC) was ook niet volledig enthousiast. Het eerste deel vond hij prachtig, deel twee overbodig en te plat / grof. Ik vind de twee delen wel goed op elkaar aansluiten.
Een reactie posten