zondag 21 september 2025

Will Gompertz – Je weet niet wat je ziet


Je weet niet wat je ziet is een boek waar ik uit mijzelf niet direct naar zou grijpen, maar je zit in een leesclub en dan lees je soms zulke boeken. Ik kan mijn vooroordelen tegen dit soort boeken met stukjes niet goed onder woorden brengen, maar tijdens het lezen - ik deed er een maand over - werd ik volledig bevestigd in mijn vooroordelen. De besprekingen van eenendertig kunstenaars zijn iets langer dan Wikipedia-introducties, maar je kunt ze ook geen essays noemen. Wat mij meteen tegenstond was het omslag en de pretentieuze ondertitel, verder ergerde ik mij aan de opgewekte toon, het kromme taalgebruik (wat misschien door de vertaling komt) en het teveel aan overbekende feiten. 


De meeste kunstenaars in het boek kende ik wel, want Gompertz behandelt vooral grote namen. Maar wanneer ik iets las wat ik niet wist wilde ik daar wel meer over weten en hoopte ik dat hij er dieper op in zou gaan, maar daarvoor is de ruimte te beperkt. Bij andere kunstenaars die ik slechts van naam ken, zoals El Anatsui, Jennifer Parker of Paula Rego weet hij wel enthousiasme op te wekken, maar ook dan is het vooral zaak om online op zoek te gaan naar meer informatie. Daarbij komt dat Gompertz wel een centraal thema heeft, maar dit brengt te weinig samenhang in het boek om een logische verbinding te maken tussen de veel stukken. De volgorde is volgens mij ook willekeurig. 

 

Zijn stelling is dat kunstenaars ons kunnen helpen om waar te nemen wat we normaal over het hoofd zien. Ieder stuk heeft een titel die iets zegt over de manier van kijken van de kunstenaar: wolken zien, een ziel zien, het absurde zien, schoonheid in het lelijke zien, enzovoorts. Het legt uit hoe de kunstenaar dit door zijn werk toont, hij vertelt iets over het leven, de stijl, de ontvangst van het werk en hij zoomt in op één kunstwerk, meestal een schilderij, soms een beeld of een abstracter werk; maar fotografie ontbreekt bijvoorbeeld. Hoe deze blik ons dan kan helpen blijft onduidelijk. Feitelijk geeft hij een introductie op een kunstenaar en een kunstwerk en licht dit toe aan de hand van een manier van kijken. Daarbij rekt hij dit begrip behoorlijk op; zo is bij Paula Rego verhalen vertellen ook een manier van zien.

 

De dieperliggende vragen over het zien bij kunstenaars behandelt Gompertz niet: zoals vragen over de relatie tussen kunstenaar, werk en kijker of vragen over wat kunst, kunst maakt. Hebben kunstenaars volgens hem een bijzonder zintuig of een bepaalde geestesgesteldheid? Een interessante vraag is hoe dit zit bij andere kunstvormen als film, muziek of literatuur? En hoe verhoudt deze bijzondere manier van zien zich tot het ambacht van kunstenaar, het maakproces? Of draait het volgens hem vooral om het verhaal, de interpretatie. Bij het stuk over Isamu Noguchi gaat hij even in op dit soort vragen als hij schrijft dat volgens Noguchi elk fysiek object een kunstwerk kan zijn en hij hem citeert over wat een kunstwerk is: ‘Het wordt pas voltooid door de interactie met de kijkers en met elk nieuw paar ogen dat op een nieuwe manier reageert op het object en de ruimte eromheen.’ Uit dit soort opmerkingen trekt hij geen conclusies en hij komt er ook niet meer op terug. Hij geeft gewoon de mening van deze kunstenaar en dat is het. Misschien had ik door de ondertitel een wat te hoge verwachting van het boek en had ik het gewoon als een introductie op een aantal kunstenaars moeten lezen, maar dan nog vind ik het geen hele originele introductie.

Geen opmerkingen: