zondag 28 september 2014

Dave Eggers – Hoe hongerig wij zijn




Alles wat ik van Dave Eggers heb gelezen vond ik mooi en verrassend. Deze verhalenbundel is niet minder prachtig. Je wordt meteen in een verhaal gezogen. Eggers vertelt telkens precies genoeg om je geboeid verder te laten lezen.


De titels van Eggers’ verhalen zijn bijzonder: ‘Dat het water nat als olie is, kan maar één ding betekenen’, of: ‘Over het verlangen drie muren te hebben voordat zij thuiskomt’.

De situaties in de verhalen zijn soms extreem of buitenissig, maar dit wordt niet teveel benadrukt. Soms  beslaat een verhaal één pagina, het langste verhaal telt meer dan 50 pagina’s. Toch vormt de bundel een eenheid, er zit een rode draad in.

Eggers’ hoofdpersonen ondernemen een tocht: te paard piramides in Egypte bezoeken, de Kilimanjaro beklimmen of een oude vriend opzoeken in Costa Rica. Het doel is niet altijd even helder, de personages zijn zoekende. Zeker is dat zij iets willen bewijzen of een nieuwe stap willen zetten in hun leven. Soms stopt een  verhaal schijnbaar abrupt, zonder dat duidelijk is of het doel bereikt is.

Het vreemde is dat de personages het resultaat van hun zoektocht direct of indirect al aangeven te kennen. Pilar, die naar Costa Rica afreist, vraagt zich af of zij bedroefd is vanwege de voorspelbaarheid. “Seks en aangelegenheden zoals seks – zaken waarvan mensen soms doen alsof ze er spijt van hebben – gebeuren niet omdat je ertoe besluit. Ze gebeuren omdat je jezelf laat meeslepen door een al genomen besluit, waarvan je de consequenties aanvaardt.”

Een van de beste verhalen vind ik ‘Naar het raam klimmen, doen alsof je danst’, een prachttitel. Het gaat over een jongeman Fish die naar zijn jeugdvriend rijdt in een verder gelegen plaats (5 uur rijden) omdat deze voor de zoveelste maal een niet geslaagde zelfmoordpoging heeft ondernomen. De zinloosheid van deze tocht staat bij voorbaat al vast.

Fish krijgt niet echt contact met zijn vriend. Hij dwaalt rond met zijn auto, denkt terug aan vroeger en ontmoet mensen waarvan hij in de war raakt. ’s Nachts beklimt hij van buiten het ziekenhuis om zijn vriend te zien. Door het raam maakt hij gebaren, maar een speciale boodschap heeft hij niet.

Apart is ook het verhaal: “Aantekeningen voor een verhaal over een man die niet alleen wil sterven.” De titel geeft al aan waar het over gaat. Het verhaal begint met wat losse opmerkingen, die langzaam overgaan in verhaalvorm. Af en toe springt het terug naar overwegingen als wat de titel van het verhaal moet zijn of hoe de geestelijke gesteldheid van de oudste broer verwoord moet worden. Het is erg grappig, ondanks het lugubere onderwerp.

Het zoeken geldt zelfs in het laatste verhaal waar de hoofdpersoon een hond is. De titel luidt ‘Nadat ik in het water viel, voordat ik verdronk’. De hardloopwedstrijden die hij houdt met andere honden lopen niet altijd goed af. Als de hond dood is weet hij wel een ding zeker: "Natuurlijk is God de zon.”

Geen opmerkingen: