Naomi
Rebekka Boekwijt is met Ineke Riem en Hannah van Wieringen genomineerd voor de Academica
Literatuurprijs 2014 voor debutanten. Haar debuut Pels bevat zeven
verhalen waarin volgens de achterflap jonge mensen naar buiten worden gejaagd.
Dat klinkt wat abstract, maar het klopt wel. De verhalen lijken zomaar ergens
te beginnen en Boekwijt geeft niet meteen alles prijs.
Het verhaal 'IJf' speelt zich af in Kopenhagen. IJf ontmoet op en feestje een jongen, Metthias.
Zij voelen zich tot elkaar aangetrokken. Metthias vertelt dat zijn vader is
overleden en nodigt hem uit om samen met hem en zijn zus naar het geboortedorp
aan de andere kant van Denemarken te rijden. Aan het begin van het verhaal voel
je al dat het aan wat romantiek ontbreekt. Het gaat mis. Uiteindelijk stelt IJf
vast dat hij niet zo nodig naar Aalborg hoeft.
Het is
kenmerkend voor de verhalen van Boekwijt dat de hoofdpersonen in benauwende
situaties verkeren. Zij voelen zich niet lekker en willen weg. In een
verhaal bezoeken twee broers hun streng christelijke ouders in hun geboortedorp.
De tocht is lang en het is donker onderweg. Een vriend is mee. De kinderen zijn
lang niet thuis geweest. Er blijkt niets veranderd, er vindt geen hereniging
plaats. Zij gaan terug naar de stad.
‘Bruska –Ter
mythevorming’ heet het laatste en mooiste verhaal. Het gaat over de ondergang
van een universitaire vakgroep met een legendarisch professor. De ik-persoon
woont eerst thuis, maar voelt zich buitengesloten door zijn ouders. Het enige
wezen dat hij thuis liefheeft is de vogel Brammetje.
Hij gaat op
kamers en kan de vogel niet meenemen. Op de universiteit vormt hij samen met
een aantal medestudenten een hecht verbond. Het is niet blijvend, de hele
vakgroep wordt opgeheven, hij staat weer alleen. Van zijn moeder ontvangt hij een
kaart: Brammetje is dood. “Je vader heeft een kistje voor hem getimmerd en nu
ligt hij onder de witte kruisbes. Verder gaat het goed met ons.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten