Sanneke van
Hassel schrijft korte verhalen. De verhalen in dit nieuwe boek zijn extra kort,
niet langer dan twee pagina’s. Zij zijn geïnspireerd op foto’s uit de expositie
de Kracht van Rotterdam uit 2012 en 2013.
In 2014
vindt er weer een editie plaats van de Kracht van Rotterdam. Het motto is 1
stad, 24 uur, 12 fotografen. De fotografen geven hun kijk op de stad. De foto’s
zijn te zien in bibliotheken en andere openbare plekken.
Van Hassel
gebruikt een foto als uitgangspunt voor een verhaal. Bij de eerste fotoverhalen
trapte in de val het beeld letterlijk te nemen. Vooral als je de plekken kent
waar ze genomen zijn zit dit gevaar erin.
Het mooie is
dat Van Hassel door de beperkte ruimte
je meteen in een verhaal moet trekken. Dat doet zij goed.
Het verhaal
‘Beet’ begint met: “Zijn vader zei: ‘ik ga even pissen’, en toen reed hij weg.
En nu staat hij hier en het is koud.” De foto is van Milan Boonstra en toont
een staande visser aan een uitgestrekte kade.
Deze zin
geeft meteen het drama weer. Vader en zoon gaan samen vis vangen voor moeder.
Pa heeft andere plannen. Hij laat zijn zoon alleen achter, waarschijnlijk om
een ander gezelschap te houden. Bij terugkeer is zijn humeur beter. Van de
buurman wordt een vis overgenomen. Ma is zo ook tevreden.
Het is een
verhaal waarin in gewone woorden een schrijnende situatie wordt geschetst. Er
staan veel van zulke verhalen in ‘Hier blijf ik’. Dit is de kracht van Van
Hassel.
In ‘Het vuur
is hier’ wacht een meisje in het park op haar nieuwe vriendje om samen te
barbecueën. De foto van Mathijs Labadie laat het Vroesenpark zien, vol met
blije relaxte mensen. De vriend laat op zich wachten. Hij arriveert
uiteindelijk veel te laat en heeft niks bij zich: telefoon was kwijt, maar met
zijn hand op het hart: ‘het vuur is hier’. Ik vrees dat het meisje voorlopig
nog in zijn praatjes blijft geloven.
Prachtig is
het verhaal ‘Ochtenden’, waarin een vrouw haar gepensioneerde man het huis uit
wil hebben en het verhaal ‘Funderingen’, waarin de ene oude vriend de ander
probeert uit te leggen dat het minder goed met hem gaat. De ander luistert
niet.
Mijn
favoriet tenslotte is ‘Sociale cohesie’. De foto van Jeroen Arians laat een
afgetuigde partytent zien. De stoelen liggen net iets te geposeerd om de tent
heen, goeie foto.
Pim
organiseert feesten en verdient hier zijn brood mee. Hij is blasé. “Overal
dezelfde vermoeide dertigers, dezelfde tentverhuurder, lastige technici en
matige publiciteit.” Pim maakt een lijstje voor zijn assistente.
De feesten
moeten origineel zijn – Marokkaanse hapje, iets met breien – en aansluiten bij de wensen van de
subsidiegever: sociale cohesie, stadsontwikkeling. Een singer-songwriter is ook
makkelijk: “geen versterking nodig, met één gage ben je klaar.” Het verhaal is
cynisch en treurig tegelijkertijd. En kort en krachtig geschreven.
De
liefhebbers van het kort verhaal hebben een mooie bundel voor de boeg. De foto’s
geven extra dynamiek aan de verhalen, maar zijn los hiervan de moeite waard.
Een van de mooiste foto’s is van Casper Rila: op een verlaten weg verft een man
’s nachts een witte lijn bij. De kwast en de pot verf zijn klein. Het lijkt mij
geen spontane foto, het is wel een sterk beeld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten