Het oeuvre
van Heere Heeresma is groot en wat onduidelijk. Hij publiceerde bij een flink aantal
uitgeverijen en veel van zijn boeken zijn herdrukt in verschillende versies.
Dit boekje
kwam uit in 1986 bij de Prom Bibliofiel en bevat publicaties uit kranten
tijdschriften. Op de achterflap stelt Heeresma dat het veelal verzoeken waren
die één ding gemeen hadden: “ze proberen voor minder dan een stuiver op de eerste rij te zitten. Waarom deze
auteur op die uitnodigingen ingaat, zal dan ook wel weer zo’n goed bewaard
literair geheim blijven.”
Een aantal
van de stukken uit Spreekt met Winter is later in andere boeken van Heeresma opgenomen.
Het is een nogal gemengde bundel: autobiografische stukken, verhalen en een
interview.
Heeresma kon
zich er helemaal in laten gaan. Er kwam geen redactie aan te pas om zijn
tomeloze grootspraak enigszins in te dammen.
‘Walsend
over gazons’ is een interview voor muziektijdschrift Oor door Bart Chabot.
Heeresma vindt het zijn allerbeste interview: “een integere dus eksakte
weergave van wat werd gezegd.” Chabot gebruikt geen hoofdletters, wel veel
puntjes en geeft sommige woorden fonetisch weer.
Heeresma
vertelt over zijn leven als trucker, schipper, jager, handelaar, etc. Hij
verhaalt over hoe hij een keer overvallen werd, daarna de 2e dan
karate haalde en bij een volgende overval wraak nam. Maar hij is ook een goed
Christen. Zijn boeken redden mensenlevens.
Heeresma
heeft overal een mening over. Chabot stelt geen enkele kritische vraag.
Bescheiden is de geïnterviewde niet en de overdrijving is nooit ver weg.
Over drugs: “oh
drugs, drugs, ik mag ’t bijna uitgevonden hebben. maar ik ben sterker
dan de meest meeslepende drugs.”
In de oorlog
zag hij als jochie Bep van Klaveren
boksen: “daar heeft bep in zijn eentje de ss uitgeschakeld. in 4 partijen heeft
ie alle ss-kampioenen álle hoeken van álle ringen ter wereld laten zien. daarom
is bep naast prins bernhard de ongekroonde prins voor mij. want wat ie deed was
niet alleen buitengewoon vermoeiend, ’t was ook buitengewoon dapper.”
Over
Den Haag heeft Heeresma een eigen mening: ”den haag is de stad van de stille
dronkenschap. een dronkenschap zo hevig & diep dat ie onbeschrijfbaar is.
er is geen stad waar zo ontzettend veel stille drinkers zich dooddrinken. op ’n keukenstoel voor ’t
venster, als den haag. den haag is de mensen die voorover in de hofvijver
gevonden zijn & waarover de persberichten zwijgen. den haag, dat is in
stilte moord & doodslag.”
Helemaal
los gaat Heeresma in het verhaal ‘Bitter als gal, tranendal’. Gelukkig
valt hier ook voldoende in te lachen.
Heeresma beschrijft een bezoek aan zijn vriend Lothar, wapenhandelaar,
gespecialiseerd in handvuurwapens.
Voorafgaande
vertelt hij over een incident waarbij hij gek gemaakt door de bureaucratie een
vrouw een klap gaf. Na enige spijtbetuiging concludeert hij dat geweld hoort
bij het bestaan. De overstap naar de wapenhandel is dan snel gemaakt.
Lothar
geeft een feestje om zijn nieuwe aanwinsten te tonen. Hij heeft een aantal
ossenkadavers opgehangen. Er ligt een groot aantal wapens klaar. Heeresma weet
alle merken en hun kwaliteiten op te sommen. Dan ziet hij zijn favoriet, die
hij nog nooit in de hand heeft mogen houden, de M-60! Het is geen echt
handwapen.
Heeresma
pakt het wapen op, schiet de ossenlijken aan flarden en ruïneert tot schrik van
de andere gasten de hele tuin van gastheer Lothar. “En nog steeds weet ik niet
of ik het wapen of het wapen mij schoot. Koninklijk koninklijk, een ander woord
is er niet voor.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten