Eva Meijer
heeft diverse talenten. Zij is schrijver, filosoof, muzikant en beeldend
kunstenaar. Zij zet zich daarnaast in voor dierenrechten en heeft veel en
boeiend geschreven over dierentalen. ‘Dagpauwoog’
uit 2013 is haar tweede roman. De hoofpersoon is een vrouw van in de vijftig. Iris Dagpauwoog is een bekend kunstenaar. Haar vriend heeft haar in de steek
gelaten. Zij verhuist met haar oude hond Pol naar een rustige kustplaats.
Hier maakt
zij kennis met twee buren. De eerste is Marcel, een dierenactivist. Iris raakt
langzaam in de ban van hem. Zij werkt met hem samen aan een website over
dierenleed en dierenacties. Iris gaat veganistisch eten. Renée is de andere
buur. Zij is filosofe en denkt meer genuanceerd over het leed in de wereld dan
de rechtlijnige Marcel.
Iris wordt
in de denkwereld van Marcel meegevoerd. Om iets te veranderen aan het
dierenleed is actie noodzakelijk. Langzaam neemt Iris deze gedachte over en
helpt uiteindelijk Marcel mee met het plaatsen van bommetjes. ‘s Nachts gooien
zij deze in brievenbussen van slagerijen. De aanslagen halen de landelijke
televisie en geven volop stof tot debat. De opzet en
het thema van deze roman zijn aantrekkelijk. Ik vind het alleen jammer dat
Meijer een wat uitleggerige manier van schrijven heeft, waardoor ik mij niet
heel goed kan verplaatsten in Iris. De motieven begrijp ik, maar ik voel
nauwelijks met haar mee. Haar instemming om mee te doen met het plaatsen van
bommen gaat mij wat te snel.
Vreemd is
daarbij dat in het uitleggen soms veel details worden gebruikt, maar andere
dingen amper worden genoemd. Waar Iris van leeft – zij koopt een nieuw huis en
houdt in Amsterdam ook nog een etage aan – is niet helemaal duidelijk.
Overigens verwacht je dat die etage nog
terugkeert in het verhaal, maar hij heeft verder geen enkele functie.
Een paar
maal schrijft Meijer dat Marcel alle acties zeer goed voorbereid en met Iris
bespreekt. Het is dan onbegrijpelijk dat Iris vlak voor een aanslag vlakbij in
een café wat gaat drinken en met mensen een praatje aanknoopt. Merkwaardig is dat
Marcel hier later niet op terugkomt. Er staan meer van dit soort onlogische
zaken in het boek.
Andere
gebeurtenissen kondigt Meijer mooi van te voren aan. Wanneer Iris voor het
eerst bij Marcel voor de deur staat moet Pol rillen. Hij beseft al dat deze
vriendschap voor Iris slecht zal aflopen. Later legt Marcel uit dat de pakketjes
alleen spontaan kunnen ontploffen als je er hard op drukt. Dan weet je al dat
dit op een fataal moment zal gebeuren. Al met al
heb ik ‘Dagpauwoog’ met plezier heb gelezen. Het onderwerp spreekt mij erg aan
en later in het boek, als Iris gevangen zit, wordt de worsteling in haar hoofd
steeds pijnlijker. In het verwoorden van deze gedachtestromen is Meijer beter
dan in het schrijven van dialogen.
Iris
bezoekt een varkensstal met proefdieren. Zij krijgt een rondleiding. Hier wordt
het verschil met mensen die anders naar dieren kijken heel duidelijk en wrang.
De varkens hebben het slecht. “Hoe kan dit onderzoek ons iets zinnigs over
varkens zeggen? De vragen die je stelt, zijn bepalend voor de antwoorden die je
krijgt. Als je mensen zo onderzocht zou je toch ook een gek beeld van ze
krijgen?”
De
onderzoekster geeft toe dat het niet alles zegt over varkens, maar wel nuttige
informatie oplevert voor de veehouderij. “Wij zijn er niet om het systeem te
veranderen.” Gedesillusioneerd verlaat Iris de stal. De rondleiding is
afgelopen. Haar wanhoop is groot. “Ik bedacht plannen om de varkens te redden
terwijl ik wist dat het niet kon, ze waren met te veel.”
Aan het
eind van ‘Dagpauwoog’ heeft Iris zich teruggetrokken in haar huis. Pol is
overleden. Zij beseft vaag dat zij hulp nodig heeft, verlangt te praten met
Renée. Maar wanneer de kans daar is laat zij de filosofe niet binnen. Niemand
kan haar meer helpen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten