zondag 3 april 2016

Anton Valens – Het boek Ont


Het boek Ont uit 2012 speelt zich af in het werkelozen-circuit van Groningen aan het begin van het huidige millennium. Isebrand studeerde ooit biologie en werkte tot voor kort in een callcenter. Hier werd hij oneervol ontslagen. Zijn moeder beschouwt hem als een mislukkeling, hij heeft geen vriendin en tot overmaat van ramp wordt de euro ingevoerd.

Zijn houvast is de door hemzelf opgerichte club Man&Post. De mannen verzamelen zich bij hem thuis, maken elkaars post open en helpen zo elkaar. Valens voert hier een serie zonderlinge figuren op, zoals Sylvio, verpleegkundige en aankomend vj en  blower Jean-Luc die tegen wil en dank een wietplantage in huis heeft.

In het eerste hoofdstuk staart Isebrand vanaf de tweede etage van zijn huis uit het raam naar de A-kerk. Het regent. Hij rookt een sigaret. Dan wordt er aangebeld en staat er een vage kennis van zijn moeder voor de deur. Hij stelt zich voor als  Cornelis Meckering. Vanaf dat moment krijgt het leven van Isebrand een andere wending.

Isebrand raakt in de ban van de megalomane en ook wat zielige figuur Meckering. Hij nodigt hem uit voor Man&Post, maar de ‘vriendschap’ gaat verder. Meckering betrekt hem bij zijn zaken, maar Isebrand komt er niet goed achter wat voor zaken dit zijn. Het verhaal wordt hilarisch wanneer Meckering hem meesleurt in de wereld van zijn taaltheorieën.

Meckering zet uiteen dat dat beren en baren hetzelfde zijn: “mijn vader bebeerde mijn moeder en die baarde, zo ging dat.” “In baren herken je het woord aarde, in vader het woord zader, of zaaier; je moeder is nauw verwant aan hoeder, aan voeder én je loeder! En baarmoeder, wel, dat spreekt voor zich…”

Hij betoogt dat woorden die beginnen met st een belangrijke eigenschap met elkaar delen: onbuigzaamheid: stam, stijf, stok, enz. Meckering komt door zijn getheoretiseer tot wonderlijke overtuigingen, bijvoorbeeld dat de Martinitoren niet kan bestaan. Het feit dat je de Martinitoren kunt zien doet daar niets aan af. Zo raast Meckering pagina’s door. Isebrand noemt hem al snel zijn mentor.

Zijn belangrijkste onderzoek richt zich op de bijzondere betekenissen van het voorvoegsel ont. Zogenaamde deskundigen, wetenschappers, zien niks in de theorieën van Meckering, maar daar laat hij zich niet door afleiden, integendeel.

Isebrand wordt meegesleept door Meckering. Dit onderwerp keert regelmatig terug in deze humoristische roman. Daarnaast zijn er een groot aantal ander verhaallijnen. Alle leden van Man&Post hebben hun bijzonderheden en tegenslagen.

Ook Isebrands leven ontwikkelt zich: hij krijgt een baantje bij de ondergrondse openbare toiletten, de metro. Zijn baas heet Ebel en is een wonderlijke kerel. Hij is niet alleen een groot tegenstander van Europa, het liefst zou hij Groningen willen afscheiden van Nederland. Prachtig zijn zijn lange monologen, doorspekt met vreemde theorieën en rare zijsprongen.

In korte hoofdstukken schets Valens zo het leven van zijn hoofdpersoon. Isebrand ondergaat de gebeurtenissen en treedt niet vaak actief op. Er lopen flink wat rode draden door het boek: de relatie met zijn moeder, zijn groetprobleem, ontmoetingen met zijn ex-bazin die hem ooit ontsloeg. In de loop van het boek krijgt Isebrand zijn leven meer onder controle. Hij kiest een onderzoeksobject, het leven en werk van de zanger-performer GG Allin.

Hier zoekt Valens de absurditeit weer op. Allin is een ontwapende figuur, mijmert Isebrand. “Ik kan mij een pop in de Barbie-reeks voorstellen, een kale, op een zwarte jockstrap na naakte man met een snorretje en een geitensik, besmeurd met poepkleurige vlekken en tatoeages. De kinderen zouden over deze pop heen kunnen urineren, op hem springen, hem vuistslagen toedienen en bewerken met glasscherven, naalden en messen, en hun eigen uitwerpselen in zijn mond proppen. Het zou mij niet verbazen als GG (zijn koosnaam) zijn rivaal Ken al vlug in populariteit voorbij zou streven.”

Anton Valans weet zo telkens weer een gekke draai aan een verhaallijn of gedachte te geven. Het boek krijgt hierdoor een bijzondere sfeer. Je krijgt niet echte het gevoel dat het verhaal ergens heen gaat, maar dat is niet erg. Er zit wel een soort ontknoping in, maar daar gaat het eigenlijk niet om. Het zijn vooral de maffe situaties en gekke hersenspinsels die dit zo’n vrolijk boek maken. Ik ga snel meer van Anton Valens lezen.

Geen opmerkingen: