Het boek
Ont uit 2012 speelt zich af in het werkelozen-circuit van Groningen aan het
begin van het huidige millennium. Isebrand studeerde ooit biologie en werkte
tot voor kort in een callcenter. Hier werd hij oneervol ontslagen. Zijn moeder
beschouwt hem als een mislukkeling, hij heeft geen vriendin en tot overmaat van
ramp wordt de euro ingevoerd.
Zijn
houvast is de door hemzelf opgerichte club Man&Post. De mannen verzamelen
zich bij hem thuis, maken elkaars post open en helpen zo elkaar. Valens voert
hier een serie zonderlinge figuren op, zoals Sylvio, verpleegkundige en
aankomend vj en blower Jean-Luc die
tegen wil en dank een wietplantage in huis heeft.
In het
eerste hoofdstuk staart Isebrand vanaf de tweede etage van zijn huis uit het
raam naar de A-kerk. Het regent. Hij rookt een sigaret. Dan wordt er aangebeld
en staat er een vage kennis van zijn moeder voor de deur. Hij stelt zich voor
als Cornelis Meckering. Vanaf dat moment
krijgt het leven van Isebrand een andere wending.
Isebrand
raakt in de ban van de megalomane en ook wat zielige figuur Meckering. Hij
nodigt hem uit voor Man&Post, maar de ‘vriendschap’ gaat verder. Meckering
betrekt hem bij zijn zaken, maar Isebrand komt er niet goed achter wat voor
zaken dit zijn. Het verhaal wordt hilarisch wanneer Meckering hem meesleurt in
de wereld van zijn taaltheorieën.
Meckering
zet uiteen dat dat beren en baren hetzelfde zijn: “mijn vader bebeerde mijn
moeder en die baarde, zo ging dat.” “In baren herken je het woord aarde, in
vader het woord zader, of zaaier; je moeder is nauw verwant aan hoeder, aan
voeder én je loeder! En baarmoeder, wel, dat spreekt voor zich…”
Hij betoogt
dat woorden die beginnen met st een belangrijke eigenschap met elkaar delen:
onbuigzaamheid: stam, stijf, stok, enz. Meckering komt door zijn getheoretiseer tot
wonderlijke overtuigingen, bijvoorbeeld dat de Martinitoren niet kan bestaan.
Het feit dat je de Martinitoren kunt zien doet daar niets aan af. Zo raast Meckering pagina’s door.
Isebrand noemt hem al snel zijn mentor.
Zijn
belangrijkste onderzoek richt zich op de bijzondere betekenissen van het
voorvoegsel ont. Zogenaamde deskundigen, wetenschappers, zien niks in de
theorieën van Meckering, maar daar laat hij zich niet door afleiden,
integendeel.
Isebrand
wordt meegesleept door Meckering. Dit onderwerp keert regelmatig terug in deze
humoristische roman. Daarnaast zijn er een groot aantal ander verhaallijnen.
Alle leden van Man&Post hebben hun bijzonderheden en tegenslagen.
Ook
Isebrands leven ontwikkelt zich: hij krijgt een baantje bij de ondergrondse
openbare toiletten, de metro. Zijn baas heet Ebel en is een wonderlijke kerel.
Hij is niet alleen een groot tegenstander van Europa, het liefst zou hij
Groningen willen afscheiden van Nederland. Prachtig zijn zijn lange monologen,
doorspekt met vreemde theorieën en rare zijsprongen.
In korte
hoofdstukken schets Valens zo het leven van zijn hoofdpersoon. Isebrand
ondergaat de gebeurtenissen en treedt niet vaak actief op. Er lopen flink wat
rode draden door het boek: de relatie met zijn moeder, zijn groetprobleem,
ontmoetingen met zijn ex-bazin die hem ooit ontsloeg. In de loop van het boek
krijgt Isebrand zijn leven meer onder controle. Hij kiest een onderzoeksobject,
het leven en werk van de zanger-performer GG Allin.
Hier zoekt
Valens de absurditeit weer op. Allin is een ontwapende figuur, mijmert
Isebrand. “Ik kan mij een pop in de Barbie-reeks voorstellen, een kale, op een
zwarte jockstrap na naakte man met een snorretje en een geitensik, besmeurd met
poepkleurige vlekken en tatoeages. De kinderen zouden over deze pop heen kunnen
urineren, op hem springen, hem vuistslagen toedienen en bewerken met
glasscherven, naalden en messen, en hun eigen uitwerpselen in zijn mond
proppen. Het zou mij niet verbazen als GG (zijn koosnaam) zijn rivaal Ken al
vlug in populariteit voorbij zou streven.”
Anton Valans weet
zo telkens weer een gekke draai aan een verhaallijn of gedachte te geven. Het
boek krijgt hierdoor een bijzondere sfeer. Je krijgt niet echte het gevoel dat
het verhaal ergens heen gaat, maar dat is niet erg. Er zit wel een soort
ontknoping in, maar daar gaat het eigenlijk niet om. Het zijn vooral de maffe
situaties en gekke hersenspinsels die dit zo’n vrolijk boek maken. Ik ga snel
meer van Anton Valens lezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten