De
onderwaterzwemmer bestaat uit drie delen. Het eerste deel speelt in 1944. Een
jongen zwemt ’s nachts met zijn vader naar de overkant van een brede rivier. Zijn
vader zit in het verzet. Er dreigt gevaar. De jongen komt aan de overkant aan en
ziet zijn vader niet meer. Hij ontmoet dorpelingen die hem helpen zoeken. Vader
is onvindbaar. De jongen wordt de volgende nacht teruggebracht met een boot.
Zijn vader wordt nooit teruggevonden.
Voor dit
verhaal heeft Thomése veertig pagina’s nodig, te lang. Het tweede deel is weliswaar
een stuk langer, maar ook boeiender. De jongen is een volwassen man van 44 jaar
geworden: Martin, afgekort Tin. Hij is voor het eerst in Afrika, met zijn vrouw
Victorine, afgekort Vic.
Tin is een
cynicus en hij is snel geïrriteerd. Het hele Afrikaanse land bevalt hem niet.
En hij mist nu al zijn dochter. Bij aankomst zijn hun koffers zoekgeraakt. Tin
windt zich enorm op. Vic troost hem. Het komt allemaal goed, de bagage weg, maar
het had erger kunnen zijn. De lezer begrijpt dan dat het erger gaat worden.
In inlandse
kleren laat het stel zich gidsen door het land. Vic vindt alles mooi. Zij is
van plan haar adoptiekind, een albino, op te zoeken. Dit is het voornaamste
doel van deze reis. Wanneer zij een uitstapje maken met een boot over een
rivier, komt bij Tin de herinnering aan zijn vader terug. Hij barst in tranen
uit. Dit heeft hij nog nooit meegemaakt. Hij voelt zich alleen: “de wereld
lijkt al compleet zonder hem.” Hij heeft last van aanwezigheidsschaamte.
Samen met een
Frans stel trekken zij het binnenland in, op zoek naar het adoptiekind. De
jonge Fransman kent het land en speelt gids, tot ergernis van Tin. Deze
Jean-Luc jaagt de opdringerige Afrikanen als vliegen weg. “De brutale blanke
suprematie functioneert ook na de dekolonisatie nog opperbest.”
Hier wordt
de roman bijzonder spannend. Vanuit het standpunt van Tin weet Thomése de lezer
voortdurend op het verkeerde been te zetten. Is de tocht echt gevaarlijk of
beeldt Tin zich dit in? Hun inlandse begeleiders lijken ontspannen of acteren
zij slechts? En bestaat het albinokind wel? Werd zijn vrouw niet jarenlang
opgelicht met brieven en foto’s van dit zogenaamde kind?
Tin voelt
zich alleen en is bang. Hij begrijpt niet dat zijn vrouw hem niet steunt in
zijn wantrouwen. Als zij hun doel bereiken, een vervallen dorp waar het kind
zou moeten wonen, breekt er paniek uit. De dorpelingen zien er gevaarlijk uit
en bedreigen hen. Of is dit inbeelding van Tin? De rituelen begrijpt hij niet.
Of wordt hij gewoon voor de gek gehouden? De zoektocht dreigt door wederzijds
onbegrip fataal af te lopen. Voor Tin lijkt de geschiedenis van dertig jaar geleden
zich te herhalen.
In het
korte derde deel van ‘De onderwaterzwemmer’ is Tin een oude man. Zijn leven
loopt ten einde. Hij ligt in een ziekenhuis in Cuba. De verdwijning van zijn
vader en de gebeurtenissen in Afrika hebben een stempel op zijn leven gedrukt.
“Zijn leven voltrekt zich al zijn hele leven lang buiten hem om.” Dit is het
thema van het hele boek.
‘Het
Afrikaanse verhaal in ‘De onderwaterzwemmer’ is vooral sterk. De vervormde blik
van Tin op de verwikkelingen is goed. Je wordt erin meegenomen en weet zelf ook
niet meer wat echt is en wat zich alleen in Tins hoofd afspeelt. En het is
spannend geschreven. ‘De onderwaterzwemmer’ is genomineerd voor de Libris
Literatuur Prijs 2016. Het maakt een kans, maar zeker twee andere genomineerde
boeken vind ik persoonlijk beter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten