Alleen met
de goden was niet alleen genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs 2016, maar
Alex Boogers heeft er dat jaar ook de Boekhandelsprijs mee gewonnen. Voor mij was
het boek de eerste kennismaking met Boogers, veel te laat. Alleen met
de goden is een verslag van een strijd, een gevecht op leven en dood. Aaron
Bachman probeert zich als elfjarige staande te houden in een gezin waarin de
vader drinkt en schreeuwt en moeder nog harder terug schreeuwt. Voor liefde is
weinig ruimte. Aaron kan er niet van slapen.
Het boek
opent met de zin: “De eerste keer dat mij moeder merkte dat ik ’s nachts niet
kon slapen zei ze: ’Je ligt toch niet
met je piemel te spelen, hè? Ze had het licht onder de kier van de deur gezien
en zwaaide hem open. ‘Ga je nu verdomme slapen?”
Vader noemt
zichzelf Papa Leeuw en spoort zijn Tijgerwelp aan om van zich te laten horen:
“We moeten brullen! Hoor je me? Je moet brullen!” Er vindt vroeg in het boek
meteen een dramatische gebeurtenis plaats. ’s Avonds wordt er aangebeld. Aaron
hoort geschreeuw bij de deur. Later stappen er mannen het huis binnen,
politieagenten nemen zijn vader mee. Hij heeft iets verschrikkelijks gedaan.
Aaron vraagt zijn moeder waar hij naartoe gaat. Zij antwoordt: “Naar de verdommenis.”
Met veel
vaart beschrijft Boogers de ellende in het leven van de 11-jarige. Hij vertelt
het verhaal chronologisch en geheel vanuit het perspectief van de jongen. Heel
knap weet hij op cruciale momenten in het verhaal af te remmen. Zonder verlies aan spanning blikt Aaron dan terug op voorgaande gebeurtenissen.
Langzaam
komt Aaron erachter wat er gebeurd is die fatale avond. Zijn vader heeft iemand
neergeslagen. De man was op slag dood. Zijn vader zit vast voor moord,
daarnaast verdenken zij hem van andere ongure zaken. Meer en meer blijkt de
moord direct verband te houden met Aaron zelf.
Zijn moeder
kan het leven nauwelijks aan. Zij zit op de bank, rookt shaggies en is woedend
op alles en iedereen. Zij verzorgt haar moeder die al jaren ziek op bed ligt.
Zij drinkt bessenwijn met de buurvrouw en scheldt Aaron verrot. “Het was beter
geweest, voor iedereen, zelfs voor jou, als je er niet was geweest.”
Aaron is
vaak wakker ‘s nachts. Om de spoken in zijn hoofd te verdrijven schrijft hij,
schriften vol. Hij praat er met niemand over. We volgen Aaron jaar in jaar uit.
Zijn moeder heeft geen interesse in hem, kijkt niet eens naar zijn rapporten en
maakt hem slechts verwijten. Hij zorgt voor zichzelf, zijn eten verdient hij
met een baantje in het dierenasiel. Hij gaat naar de mavo, met moeite houdt hij
het vol.
Aaron hangt
veel rond op straat. Hij heeft vrienden en halve vrienden. Sommigen leggen het
op den duur af. Gerald is een Surinaamse jongen, die veel wordt gepest op
school. Gerald lukt het wel om te ontsnappen aan de ellende en de pesterijen
van andere kinderen. “Als je maar lang genoeg op straat rondhangt waait het
straatvuil als vanzelf tegen je aan.”
Maar Aaron
droomt van een ander leven, maar hij weet niet wat hij moet doen? Hij zou
bijvoorbeeld willen reizen. Gerald zegt hem: “Je hoeft niet te reizen om verder
te kunnen kijken dan de straat waarin je woont.” Via zijn
vriend komt hij wel in aanraking met een kickboksschool en met kickboksleraar Art.
Het duurt even maar Aaron kiest uiteindelijk voor deze weg om te ontsnappen aan
zijn milieu. Maar de twijfel blijft voortdurend aan hem knagen.
Vanaf dit
punt neemt de roman een andere wending. We volgen Aarons kickboksloopbaan. Hij
wordt gesteund door Art, die hem ook stimuleert om door te leren. Hij verdient
geld, krijgt een vriendin en houdt contact met één leraar van de middelbare
school. Zijn zoektocht en zijn gevecht tegen de demonen in zijn hoofd en op de
bank in het ouderlijk huis duren voort.
De band met
zijn vader verandert. Hij ziet hem in de gevangenis: hij is vermagerd en zwak
geworden. Hij brult niet meer. Een gesprek met hem blijft lastig, vooral als
Aaron doorvraagt over zijn afkomst: waarom is hij op deze wereld gezet?
En altijd
liggen daar nog die schriften met verhalen onder zijn matras. Hij praat er met
niemand over. Praten is sowieso moeilijk. Wat heb je elkaar feitelijk te
zeggen? “De gesprekken die we hadden waren toneelstukjes. Iedereen speelde een
bepaalde rol, en hoewel niemand van ons echt goed was in acteren, stortten we
ons volledig op onze rol. We gaven ons er helemaal aan over.”
Zijn
trainer houdt hem voor dat hij moet doorzetten. Niet alleen in de ring, ook
daarbuiten. Je moet slimmer worden dan de rest. Zijn moeder ziet het kickboksen
nog steeds als hobby. Na het
behalen van zijn mavodiploma schrijft Aaron zich in bij een Arbeidsbureau.
Gedesillusioneerd komt hij thuis. Zijn moeder vraagt of ze werk voor hem
hadden. Hij antwoord: “Niks in mijn richting.” Zij is niet verbaasd: “Natuurlijk
niet. Je hebt helemaal geen richting.”
Boogers
besteedt honderden pagina’s aan het zoeken van een richting. Boogers is hier
wat mij betreft iets te lang van stof. Aaron blijft twijfelen en twijfelen:
over het kickboksen, over zijn vriendin, over zijn afkomst, kortom over zijn
leven. Maar prachtig zijn de scènes waarin zijn leven aan hem voorbijtrekt,
zoals tijdens een cruciale kickbokswedstrijd om een kampioenschap. De strijd in
de ring vermengt hij met de strijd in zijn leven. De gebeurtenissen in zijn leven volgen
elkaar steeds sneller op, zoals de wedstrijd naar de climax toesnelt.
Prachtig is
hoe Boogers de familieleden en met name de moeder van Aaron neer heeft gezet. Tijdens
het lezen kreeg ik een steeds grotere hekel aan haar. Maar uiteindelijk
overheerst medelijden. Als zij ziek wordt bellen plotseling familieleden op.
Zij vragen wat zij mankeert. “Kanker, zei ze. Téring! zei tante Regina. Nee,
kanker, zei mijn moeder.”
Zij is door
haar ouders even liefdeloos behandeld als zij haar zoon nu behandelt. Op jonge leeftijd
werd zij zwanger de deur uitgeschopt. Ze heeft alles alleen moeten doen. Het is
haar niet gelukt aan haar ellende te ontsnappen. Aaron lukt dit wel.
De tweede
helft van dit mooie boek duurde naar mijn smaak iets te lang. Ondanks zijn
continue worsteling haalt Aaron vrij simpel zijn havo- en vwo-diploma. Bovendien
blijft hij winnen in de ring. Het gaat hem ogenschijnlijk makkelijk af. Maar
van binnen kookt het. De slothoofdstukken zijn erg verrassend. Je wordt weer
helemaal het verhaal ingetrokken. Toch is het
einde minder dramatisch dan ik had gedacht, zelfs redelijk optimistisch. Aaron
kiest, net als Alex Boogers, voor het schrijverschap. Dat is geen verrassing.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten