Ruim tien
jaar geleden begon de Bob den Uyl revival. De schrijver stierf in 1992 op
61-jarige leeftijd, te jong. Maar hij leefde er ook naar. Bobschrift is een
jaarlijks periodiek om de schrijver te eren en zijn werk levend te houden.
In 2004
werd voor het eerst de Bob den Uyl-prijs uitgereikt voor het beste reisboek. In
dat jaar verscheen ook de eerste verzamelbundel ‘Het reizen vereist sterke
zenuwen’. Er volgden nog enkele titels die goed bleven verkopen. Daarnaast publiceerde
o.a. uitgeverij Douane obscure boekjes, vaak van klein formaat, met onuitgebracht
werk van Bob den Uyl of een Bob den Uyl-wandelroute. Must-haves voor de
verzamelaar. Hoogtepunt van de revival was de biografie die Nico Keuning in
2008 opleverde: ‘Een zeker onbehagen’.
Wat kun je
nog meer? Het oprichten van een Bob den Uyl genootschap? Bestaat zo’n
genootschap al? Zo nee, waar wachten we op? Zo ja, waarom ben ik dan geen lid
van? In ieder geval is er sinds 2011 Bobschrift. Merkwaardig dat ik nog geen
van de nummers had gelezen. Daar is nu verandering in gekomen.
Bobschrift
bevat een verhaal van Bob den Uyl zelf: ‘Een toevallige voorbijganger’. De
redacteuren Ivar Schute en Mark van Leeuwen beweren dat er iets niet klopt
wanneer er geen glimlach verschijnt op uw gezicht bij het lezen van dit
verhaal.
Het is een
typisch Bob den Uyl verhaal. Hij mijmert over het lopen van de Vierdaagse. Hij
moet er niet aan denken deze te volbrengen, liever loopt hij doelloos rond in
een dorp, op zoek naar een café. Hij vindt het niet, maar maakt wel een stel
kinderen aan het schrikken met zijn voorkomen. Dan verschijnt de schrijver
Biesheuvel op zijn fiets. Hij zoekt zijn kat en nodigt Bob uit plaats te nemen
op zijn bagagedrager. Zittend achterop, denkt hij nog even aan de Vierdaagse.
De rest van
de bundel is gevuld met verhalen met herinneringen aan Bob den Uyl of zaken die
op een of andere manier verband houden met hem. Rob Feenstra beschrijft een
ontmoeting met Bob den Uyl na afloop van een optreden. Vooraf stelde hij zich
er veel van voor; een gesprek tussen twee mannen op niveau. Bob had allereerst
oog voor de drank. Er werd flink ingenomen. Daarna volgde de aandacht voor twee
dames die hen vergezelden. Hem zag hij niet staan. Uiteindelijk kregen zij Bob
den Uyl op de trein gezet. “Een hele nacht met Bob zou voor ieder van ons
teveel zijn geweest.”
In het
Bobschrift wordt ook in de stijl van Bob den Uyl geschreven, zoals in de
verhalen van Mark van Leeuwen en van Nico Keuning. Het zijn reisverhalen. Het
reizen loopt vaak anders dan gepland. Niet voor niets is een van de verhalen
getiteld ‘Dwaalwegen’.
Bij het korte
fietsverhaal van Wilfried de Jong legde ik niet meteen de link met Bob den Uyl,
maar de redacteuren zijn kennelijk ruimhartig in hun plaatsingsbeleid.
In dit
eerste Bobschrift vraagt Maarten van Bracht zich af ‘Hoe en waarom Bob den Uyl
zijn comeback maakte’. Op de eerste vraag geeft hij antwoord, over de tweede
tast de lezer in het duister. Maar het feit dat zoveel mensen met sympathie
over hem schrijven, zegt al veel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten