Het Boekenweekgeschenk wordt tijdens de Boekenweek vaak de lucht in geprezen. Later
is de algemene mening dat de schrijver met het Boekenweekgeschenk niet zijn
beste werk heeft laten zien. Terugkijkend
vind ik de geschenken van de laatste vijftien jaar inderdaad wat tegenvallen. Zij
zijn in deze periode uitsluitend door mannen geschreven. Is er een samenhang?
De openingszin van Broer van Esther
Gerritsen is sterk. “Haar broer
belde haar, vlak voor hij zijn been zou verliezen. Ze had hem dat jaar nog niet
gesproken.” De zus heet
Olivia. Zij is een beetje een koud wijf, werkt nog niet zo lang als manager
voor een familiebedrijf. Haar man doet ook iets dergelijks. Zij hebben twee
kinderen en een ruim huis.
Met haar
broer Marcus heeft zij weinig contact. Hij woont in iets wat je nauwelijks een
huis kunt noemen. Hij is suikerpatiënt en huilt veel. Na het telefoontje is
Olivia van slag. “Hoe kon ze een been missen van de man die ze in zijn geheel
nooit miste?”
Olivia
zoekt haar broer halsoverkop op in het ziekenhuis. Zij maakt zich zorgen om hem
en uiteindelijk neemt zij hem op in huis om te revalideren. Het gezin is eerst
tegen, maar Marcus weet een gevoelige snaar bij hen te raken. Hij wordt een
geliefd lid van de familie. Olivia
daarentegen raakt de controle kwijt. Zij maakt ruzie met haar man en op haar
werk gaat het niet lekker. Ook hier duikt haar broer op en bemoeit zich zijdelings
met haar zaken. Zij geneert zich voor hem, maar Marcus blijkt minder lomp dan zij
had gedacht.
Olivia heeft
moeite zich aan te passen aan een nieuwe situatie. “Iedereen kon met haar broer
overweg, alleen zij niet.” Tot zover zijn alle ingrediënten voor een dramatisch
of absurd vervolg aanwezig. Helaas kiest Gerritsen ervoor het verhaal met een
sisser te laten aflopen. Dat is een beetje een domper op een mooi verteld verhaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten