zondag 29 juli 2018

Bob den Uyl – Verhalen van de grote oorlog


‘Verhalen van de grote oorlog’ uit 2001 is een begerenswaardig boek voor de ware verzamelaar van het werk van Bob den Uyl. Het groot formaat boek is schitterend uitgegeven door Stichting Roos: oplage 175 exemplaren. Het omslag is van rood vilt. Het boek bevat portretten van tijdens de Eerste Wereldoorlog gesneuvelde soldaten. De portetten staan op de linker pagina’s, de teksten van Bob den Uyl staan rechts. Op pagina 3 zijn de tekstpagina’s wit. Pagina 49, waar de laatste tekst eindigt, is bijna zwart. De tekst is nauwelijks leesbaar.


De vier verhalen zijn afkomstig uit verschillende bundels. Twee titelverhalen zijn geheel opgenomen: ‘De ontwikkeling van een woede’ uit 1972 en ‘Een zwervend bestaan’ uit 1977. Daarnaast staan er stukken in uit de bundels ‘Vreemde verschijnselen’ (1978) en ‘Opkomst en ondergang van de zwarte trui’ (1982).

De verhalen ken ik goed, maar het is geen straf om ze te herlezen. Bij elkaar geeft het een goed beeld van de fascinatie van Bob den Uyl voor de grote oorlog. In ‘De ontwikkeling van een woede’ legt hij uit wat toeval is met als mooiste voorbeeld een stuk zeep dat tijdens het nemen van een douche uit zijn vingers glipt en precies op één van de vier punten blijft staan. Het is een wonder, niet te voorspellen.

Bij deze inleiding vraag je je af hoe ver iemand kan afdwalen van het onderwerp waar hij over wil schrijven, maar dan introduceert hij de wet van Bob den Uyl. Het is de eerste; in later werk zal een tweede en zelfs derde wet formuleren. De eerste wet komt erop neer “dat je niet vindt wat je zoekt maar alleen dat wat je niet zoekt.” Hij leidt ons vervolgens de grote oorlog binnen met de toevoeging: “Zoals het vinden van mitrailleurkogels uit de Tweede Wereldoorlog onder het dorpje Grubbenvorst, terwijl ik zocht naar dergelijke kogels uit de Eerste Wereldoorlog op de Chemin des Dames.”

Bob den Uyl beschrijft hoe hij op weg naar zijn doel van de weg af raakt en met fiets en al in een slotgracht terechtkomt. Het kost hem enorme moeite eruit te komen. Met slechts één schoen en het nemen van allerlei hindernissen komt hij aan in een hotel in Venlo. De volgende dag weet hij met een gehuurde fiets zijn eigen rijwiel op te halen. Nadat hij zijn bagage en fiets op het droge heeft ziet hij plotseling een band van een halve meter met een zwaar kaliber kogels liggen, afkomstig uit de Tweede Wereldoorlog. Hij beseft: de wet van Bob den Uyl in volle werking! Hij laat de vondst liggen, “om daar te wachten op de dwaas die over vijftig jaar op zoek zou gaan naar overblijfselen uit de Tweede Wereldoorlog, en ze niet zou vinden.”

Dit prachtige verhaal heeft alle Bob de Uyl – elementen in zich. Een sterke vertelling, absurde situaties en filosofische mijmeringen. Zo vraagt hij zich af of het beter is – wanneer je een schoen hebt verloren – om dan ook de tweede uit te doen. De blikken van verbijsterende Venlonaren is nog het minste probleem. Hij raadt mensen die zich volkomen in evenwicht voelen overigens aan om eens op één schoen door een stad te wandelen. “Nieuwe werelden openen zich.”

De andere drie stukken zijn minstens even goed. Met dezelfde Bob den Uyl blik kijk je met hem mee op de slagvelden van de grote oorlog. Hij koppelt zijn kennis over het onderwerp aan het vermogen kritisch na te denken en slaagt er altijd weer in de meeste vreemde mensen tegen het lijf te lopen. Zijn lange gestalte maakt bij  willekeurige voorbijgangers soms wat vrees los: “want als ik in gedachte heen en weer drentel op de rand van een mijnkrater, zo nu en dan op een kaart of in een boekje turend of een verrelijker naar de ogen brengend en zelfs zo ver ga mompelend iets op een bloknootje te krabbelen, dan schijn ik een verontrustende indruk op jonge begerenswaardige moeders te maken.”

De verhalen blijven na herlezing overeind, en de verpakking ervan is zeer bijzonder. Mijn Bob den Uyl - verzameling blijft groeien, maar is nog lang niet compleet.

Geen opmerkingen: