maandag 23 juli 2018

Anna Enquist – Want de avond


‘Want de avond’ is een vervolg op ’Kwartet’ uit 2014, maar is ook zelfstandig te lezen. ‘Kwartet‘ eindigde met een gijzeling van de vier leden van het kwartet en de dramatische ontknoping ervan. In ‘Want de avond’ volgen we de vier enige tijd na de aanslag. Centraal staat Carolien. Zij verloor haar pink, is gestopt met werken en speelt ook geen cello meer. Zij zit vol zelfmedelijden.

Het uitgangspunt voor deze roman is sterk. Hoe verschuift de relatie tussen vier mensen na een gewelddadig incident? Zij speelden samen muziek. Fysiek was dat niet meer mogelijk. Is daarmee hun band definitief verdwenen? De uitwerking door Enquist is zwaar aangezet. Het geklaag en gezwoeg van Carolien en haar man Jochem duren eindeloos. Het verhaal heeft geen vaart. Het is eerder een minutieuze analyse van verdriet.

Carolien lukt het niet om haar oude gewoonten op te pakken. Zij is genezen verklaard maar haar werk als arts pakt zij niet op. Zonder pink is musiceren wel degelijk mogelijk. Dat vindt ook haar man Jochem. Hij probeert haar uit alle macht te bewegen weer te gaan spelen. Jochem is voortdurend boos en angstig. Hun huis en zijn atelier – hij is vioolbouwer – heeft hij met tralies en camera’s tot vestingen omgebouwd. De twee mensen communiceren niet meer met elkaar. Zij drijven dan ook uiteen.

De twee andere slachtoffers worstelen evenzeer. Heleen is van baan en van uiterlijk veranderd. Carolien ziet haar toevallig. Het contact is afstandelijk. Hugo is gevlucht in zaken in het buitenland. Zijn dochter wil hem niet meer zien. Zij is bang voor hem geworden. Alle vier de personages zijn tamelijk naar. Dit hoeft geen bezwaar te zijn voor een goede roman. Maar ik had er halverwege het boek wel genoeg van. Vooral Carolien is irritant. Zij kan bepaalde dingen niet – of durft ze niet - en vindt dat andere mensen daar allemaal verkeerd op reageren. Zij weet ondertussen wel hoe anderen zouden moeten reageren om haar in beweging te krijgen. Toch houdt zij haar mond gesloten.

Het zeuren van Jochem duurt ook voort. Hij wil zijn vrouw tot iets bewegen en denkt te weten hoe. Zij ziet het anders. “Hij is opgetogen, hij verwacht blijdschap en toewijding aan het doel dat hij me stelt. Hij heeft geen idee. Als hij maar even kon luisteren naar de betonboor, een moment oplettend naar die tralies kon kijken, een onbevooroordeelde blik werpen op mij – dan zou hij toch wel anders piepen.”

Ik heb het boek wel uitgelezen. In de tweede helft komt er iets meer beweging in de personages. De onbegrepen Carolien slaat een nieuwe weg in. Zij blijkt in staat anderen te helpen. Jochem ziet dat zijn vaderlijke pogingen haar te veranderen zinloos waren. “En hoor nu eens, ze doet het gewoon. Op eigen kracht. Zonder mijn hulp.” Later hebben de vier leden van het kwartet elkaar op sommige vlakken toch nodig. Het verhaal eindigt vrij clichématig.

Ik ben een liefhebber van gezeur in romans. Eindeloze bespiegelingen kan ik ook waarderen. Als er enige relativering of humor in zit, is dat meegenomen. Bij Enquist kreeg ik op den duur genoeg van het gezeur.

Geen opmerkingen: