woensdag 18 juli 2018

Jamal Ouariachi – Herinneringen in aluminiumfolie


Afgelopen zondag trad Jamal Ouariachi op bij podium Frontaal. Het liet zich uit over het korte verhaal in de Nederlandse literatuur. Jarenlang wordt er geklaagd dat het korte verhaal te weinig waardering krijgt in Nederland. Deze bundel bevat een nawoord, waarin hij dieper in gaat op deze klacht. De titel is veelzeggend: ‘De schuld van de schrijvers’.


Enthousiaste schrijvers leggen vaak uit dat korte verhalen wel boeiend zijn om te lezen. Impliciet, en soms expliciet, wordt hier de schuld bij de lezer gelegd. Hij heeft het kennelijk niet begrepen. Ouariachi draait het om. Overal ter wereld worden met veel plezier en al eeuwenlang verhalen gelezen. Daar ligt het dus niet aan. De huidige schrijver is vervreemd van de lezer en minacht de lezer zelfs bij tijd en wijle.

Veel Nederlandse auteurs nemen het korte verhaal zelf niet serieus. Zij plukken bijvoorbeeld een hoofdstuk uit een roman die zij aan het schrijven zijn en brengen dat als kort verhaal. Maar het meest stoort Ouariachi zich aan de zuinige stijl, het spaarpotproza, waar het gaat om suggestie, het mysterieuze, het onuitgesprokene en het overlaten aan de verbeelding van de lezer. Hij windt zich er enorm over op. Doe gewoon waar je voor bent ingehuurd, “schrijf godverdomme gewoon zinnen op.”

Ik herken wat Ouariachi hier bijzonder grappig omschrijft. Ik ben het niet helemaal met hem eens. Barok proza is natuurlijk niet vanzelf beter dan kaal proza. Het heeft met kwaliteit te maken. Een mysterieus, kaal verhaal kan goed werken. Maar het is nu een trend onder Nederlandse verhalenschrijvers om op deze manier te schrijven. Als veel schrijvers een trend volgen kun je er niet van uit gaan dat zij allemaal briljant schrijven.

Geweldig vind ik het dat Ouariachi dit nawoord opneemt in zijn eigen verhalenbundel. Hij blijft niet aan de kant staan, maar laat meteen zien hoe het wel moet!  ‘Herinneringen in aluminiumfolie’ – mooie titel - bevat tien verhalen. Barok zou ik ze niet willen noemen. Wel zijn ze hier en daar mysterieus. Zij zijn vooral afwisselend, zowel qua onderwerp, locatie als type personage. In veel verhalenbundels is de hoofdpersoon min of meer eenzelfde karakter. Hier is dat beslist niet het geval.

Drie verhalen spraken mij in het bijzonder aan. ‘De toeristenslager’ speelt in een drukke, chaotische stad, vol chagrijnige en onverschillige mensen. Met een schok besefte ik pas na een paar pagina’s dat dit vreselijke oord Amsterdam moet zijn. Twee toeristen bezoeken de stad en horen verhalen aan over de toeristenslager. De receptionist ziet eruit als Graaf Dracula, maar in een geprezen restaurant, een toeristenzuignap, worden zij op hun gemak gesteld. Je voelt waar het verhaal ongeveer naartoe gaat en je blijft uiterst geboeid door de combinatie geruststelling en loerend gevaar.

Eenzelfde evenwicht bewaart Ouariachi in het slotverhaal ‘Sabotage’. Een simpele boer in een ver land werkt voor een lompe, wrede landeigenaar. Hij is, met zijn gezin, min of meer zijn slaaf. De broer van de landeigenaar komt op het land wonen, dat ook zijn bezit is. De landeigenaar gebiedt zijn knecht hem te helpen bij het wegtreiteren van zijn broer. Vanaf de eerste pagina hangt er een ondraaglijk spanning in de lucht. Er kan zoveel verkeerd gaan. Het leven van elk van de hoofdpersonages kan vreselijk ontsporen. Je wordt telkens verrast door de loop van het verhaal. Heel knap gedaan.

Tot slot: ‘Come Together’. Dit verhaal draait om een date tussen een bescheiden, intelligente vrouw en een blufferige, schijnbaar succesvolle man. Op het moment dat zij een volgende stap zetten in hun ontmoeting krijgt de lezer volkomen onverwachts een gegeven te lezen. Een van de twee personages maakt een opmerking en de verhouding tussen de twee verandert op slag. Deze wending zag ik totaal niet aankomen. Het verdere verloop van het verhaal is verder ook ijzersterk.

‘Herinneringen in aluminiumfolie’ is kortom een uitstekende bundel. Wat mij betreft had het verhaal ‘Zopor’ achterwege kunnen blijven. Taalgrapjes maken is niet de sterkste kant van Ouariachi. In het nawoord noemt hij helaas geen reeks namen van auteurs die volgens hem die zuinige stijl hanteren, met één uitzondering: A.L. Snijders. Ik ben juist een groot liefhebber van zijn zeer korte verhalen. Je kunt ze ook columns noemen, dat maakt niet uit. Ik zag vandaag dat er een nieuwe bundel van hem uit is gekomen: ‘Het oog van de naald’. Ik heb het boek meteen gekocht.

Geen opmerkingen: