dinsdag 3 juli 2018

Jeroen Olyslaegers - Wij


Met ‘WIL’ leverde Jeroen Olyslaegers in 2016 een zeer sterke roman af. Het verhaal speelt tijdens de Tweede Wereldoorlog en draait om morele dilemma’s en onmogelijke keuzes. De hoofdpersoon is Wilfried, een lamzak waar aan het eind van het boek van gezegd wordt: “iedereen heeft schrik van u.” ‘Wij’ uit 2009 heeft eenzelfde hoofdpersoon. Georges, een gefrustreerd cartoonist, gaat met zijn gezin en een aantal bevriende stellen op vakantie naar Spanje. Het is 1976.


In het afgelegen vakantiepark waar zij verblijven lopen de spanningen hoog op. De hele dag door zuipen de vrienden. Men treitert elkaar en probeert elkaars vrouwen te versieren. Georges gaat met zijn oudste vriend op de vuist. Er is een orgie met partnerruil. Georges is zo dronken dat hij zich maar vaag de details kan herinneren. De twee kinderen van George en zijn vrouw Katrien worden vaak toegesnauwd of weggestuurd wanneer de volwassenen elkaar aan het bevechten zijn.

Het park bevindt zich op een heuvel. Er is een discotheek, waarvan Max de eigenaar is. Max is een patser zonder smaak, en een halve crimineel. Hij toont zijn vriendschap door anderen steeds ruim te trakteren op drank. Er loopt ook een aan coke verslaafde charmezanger rond. Bij elkaar is het een bont gezelschap. Bij de oplopende irritaties vraag je je af waar hun vriendschappen op zijn gebaseerd. Waarom onttrekt Katrien of een van de anderen zich niet aan deze waanzin? Pak de auto en ga naar huis. Dit gebeurt niet. De verschillende karakters – het zijn er nogal wat – houden elkaar in een houdgreep. Je proeft voortdurend de onderliggende haat.

Het boek bestaat uit drie delen, ‘Zij’, ‘Wij’ en ‘Gij’. Het eerste deel is geschreven vanuit Georges. Hij lijkt dan nog een redelijke normale, maar wat gedesillusioneerd man. In het tweede deel wordt hij van buitenaf beschreven. Steeds meer mensen maken zich zorgen om hem. Hij wordt onberekenbaar. Katrien wordt geadviseerd hulp te zoeken. In dit deel dreigt het samenzijn te escaleren, maar dan wordt de berg getroffen door een grote brand. Men moet samenwerken. Georges is dan inmiddels volkomen de weg kwijt. ‘Gij’ speelt jaren later. We zien Georges door de ogen van zijn zoon.

‘Wij’ is een roman met snelheid. De snelle dialogen en de vele karakters en verhaallijnen maken het verhaal complex. De open eindjes die dit soms oplevert vormen geen belemmering om door te lezen. Wel is het storend dat er een paar ongeloofwaardige passages in zitten. Foutjes als het draaien van muziek, die pas een paar jaar na 1976 uitkwam zijn jammer, maar niet cruciaal. De ondergrondse brand heeft mij overigens wel verbaasd. De week ervoor heeft het dagenlang hard geregend.

Wat echt vreemd is, is het uitblijven van reacties na het verdwijnen van Georges tijdens de brand. Er is al een dode gevallen, een Spanjaard, waar niemand echt verdrietig om is. Georges kan ook gewoon zijn omgekomen. Maar de nietszeggende gesprekken gaan door en iedereen gaat gewoon slapen. Ook na het slopen van het interieur van een huisje of na een bijna dodelijk ongeluk wordt er laconiek gereageerd of volgt zelfs helemaal geen reactie.

Los van deze merkwaardigheden heb ik volop genoten van de stijl van Olyslaegers. Hij weet met zijn woordkeus heel treffend allerlei gevoelens op te roepen: van ergernis tot walging. Ik voelde geen enkele verwantschap met een van de karakters. Georges weet in het begin van verhaal enige sympathie en/of medelijden op te wekken. Later keert dit volledig om. Hij is net zo’n lamzak als Wilfried.

Tot slot een mooi citaat. Max mijmert aan het eind van het boek dat alles misschien anders had kunnen lopen. “Maar voor het vreselijke gedoe van nog eens afgeperst te worden en de ander terug te pakken, voor al die wild pompende lijven, seks in alle kleuren en vooral geuren, voor dei sloten drank en disco en uitgeveegde lijnen coke op een toiletbril, voor heel die godverdomde smeerboel die het leven van een gewone zakenman in den vreemde typeert, moet er ooit een prijs worden betaald.”

Geen opmerkingen: