De vader
van Jolande Withuis is Berry Withuis. Hij was overtuigd communist en fanatiek
schaakliefhebber. Hij kwam uit Zutphen en groeide op in een gereformeerd gezin.
Hij trouwde in 1948 met Jennie. Een jaar later werd Jolande geboren. Zijn
communistische overtuiging leidde tot een breuk met zijn familie. Het gezin
verhuisde naar Amsterdam. Jolande werd volgens communistische principes
opgevoed. Er werd afstand genomen van allerlei burgerlijke gewoontes, zoals
emotionele bindingen. ‘Raadselvader’ gaat over deze merkwaardige vader én over
het trauma dat zijn opvoeding bij de dochter veroorzaakte.
In de oorlog
zat Berry in het communistische verzet. Deze periode is bepalend geweest voor
de rest zijn leven. Hij praatte er nooit over met zijn dochter. Of hij in een
kamp heeft gezeten, aanslagen heeft gepleegd, veel ellende van dichtbij heeft
gezien, Jolande wist het niet. Het was ook onderdeel van zijn communistische
overtuigen om niet achteruit te kijken.
Na de
oorlog ging het verzet door. Tijdens de Koude Oorlog had het gezin het zwaar.
Zij waren buitenstaanders en Jolande leerde al jong dat zij omringd waren door
vijanden. Met behulp van het na zijn dood opgevraagde archief van de BVD heeft
Withuis een deel van het leven van haar vader kunnen reconstrueren. Dat hij
goed in de gaten werd gehouden was geen verzinsel. Withuis geeft veel
voorbeelden van waar zij in tegengewerkt werden. Werk vinden, vrije schoolkeuze
en buitenlandse reizen waren heel ingewikkeld voor partijleden eind jaren
veertig, begin jaren vijftig.
Berry
Withuis werkte voor de Waarheid in Felix Merites. Prachtig beschrijft Jolande
Withuis hoe zij op de redactie te werk gingen. Zij benoemt ook de spanningen en
de strengheid van de leer. Twijfel werd niet uitgesproken. De goede zaak ging
boven alles. Persoonlijke problemen bestonden niet. Over de geestelijke
inzinking van Berry is nooit gesproken. Een dokter hiervoor bezoeken zou een
teken van zwakte zijn.
1956 was
een cruciaal jaar voor veel communisten. De dood van Stalin, de erkenning van
zijn wreedheden en de inval in Hongarije brachten veel communisten aan het
twijfelen. De oplage van de Waarheid liep verder terug. Communisten werden
openlijk bejaagd en Felix Merites werd bestormd. Het leek even of de oorlog
werkelijkheid was geworden.
Berry
verliet dat jaar formeel de redactie, maar hij bleef nog jaren betrokken. Zijn
geld verdiende hij als schaakjournalist en -organisator. Jolande Withuis
beschrijft de start hiervan, hoe hij en zijn vrouw dagbulletins maakten tijdens
schaaktoernooien, een intensief werk. Berry groeide uit tot een belangrijk
persoon binnen de schaakwereld. Zelf schaakte hij landelijke op het hoogste
niveau bij het Amsterdamse VAS.
Wanneer
Jolande later schakers spreekt die haar vader gekend hebben, krijgt zij vaak
hetzelfde verhaal te horen over hoe aardig, toegankelijk en grappig hij was.
Dit staat in schril contrast met hoe hij zich thuis gedroeg. Onaardig was hij
niet, maar familiebanden waren in zijn ogen een burgerlijke uitvinding. Zij
aten zelden samen, voerden weinig gesprekken met elkaar en leefden als gezin
langs elkaar heen.
Zonder er
veel over te spreken wist Jolande wel wat niet en wel gezegd kon worden. Zij
maakte weinig ideologische blunders. Maar je moest altijd op je hoede zijn. Over
de telefoon maakte je geen afspraken en klasgenoten vertelde je niet waar je
woonde. Later voelde zij zich regelmatig schuldig omdat zij zichzelf niet
zuiver in de leer vond. Dit leidde uiteindelijk tot psychische problemen, waar
zij jaren last van bleef houden.
Het meest
bizarre in dit toch al opzienbarende boek is dat Jolande, eenmaal volwassen,
zich aanmeldde als partijlid. Haar vader werd hierover ingelicht en hij
blokkeerde de inschrijving. Eerst moest zij bewijzen een goed communiste te
zijn. Gelaten liet zij de vernederingen over zich heenkomen. Na een aantal
jaren nam haar geloof toch af. Zij zegde haar lidmaatschap op, juist toen de
partij begin jaren zeventig weer aan populariteit won.
‘Raadselvader’
is een uiterst boeiend boek, waarin Withuis de twee gezichten van haar vader
heeft geprobeerd te beschrijven. Het feit dat hij zelf nooit sprak over
persoonlijke onderwerpen maakte dit een moeilijke opgave. Daarbij is zij zelf
onderwerp in haar eigen boek. Hoe diep deze opvoeding ingreep lees je
bijvoorbeeld af aan het verhaal dat zij haar ouders niet inlichtte over haar
borstamputatie.
Het boek geeft
mooi inzicht in de totalitaire verleiding van het communisme. De feitelijke
omstandigheden deden er niet toe, net zo min als je persoonlijke leed. Maar
helemaal gek waren die communisten niet. Zij streden wel degelijk ook voor
mooie idealen en werden schandalig tegengewerkt, uitgesloten en voortdurend in de
gaten gehouden. Bekende politici als Drees en Luns zorgden er persoonlijk voor
dat hen basale democratisch rechten werden afgenomen.
Terwijl een
landverrader met de dood van enkele mensen op zijn geweten na een paar jaar
gevangenisstraf vrij rond liep, werden communisten gezien als vijanden. Dit is
onbegrijpelijk voor communistische verzetshelden die hun leven waagden voor de
bevrijding van Nederland.
Door het
schaken stond Berry Withuis iets verder af van de dagelijkse gang van zaken
binnen de CPN. Hij is wel zijn leven lang overtuigd communist gebleven.
Zijn schaakcarrière
vind ik iets te weinig belicht, maar dat is niet het hoofdonderwerpen van ‘Raadselvader’.
Ook is de indeling hier en daar wat raar. Een sectie heet ‘Schaakjournalist
1960-1993’ maar gaat hier niet over. Zijn schaakactiviteiten zijn juist in de
vorige sectie besproken. Zo staat er in de tweede helft van het boek een lang stuk
over de jeugd van Berry en komt een passage over Fischer-Spasski uit de lucht
vallen. Maar dit zijn slechts ordeningsfoutjes in een verder prachtig boek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten