Radna
Fabias won met ‘Habitus’ de C. Buddingh’-prijs 2018. Dit is dé prijs voor het
beste poëziedebuut van het afgelopen jaar. Op 31 mei 2018
werd tijdens Poetry International de prijs uitgereikt.
Het boek is
schitterend vormgegeven. Het zwarte omslag heeft ronde gaten aan de voorkant.
Erachter is het eveneens zwart. Alles in haar werk getuigt van zorgvuldigheid
en passie. Fabias vertelde tijdens een interview dat zij tien jaar met het werk
is bezig geweest, vooral met materiaal verzamelen. Hierbij maakte zij geen
onderscheid tussen geluidsopnamen, proza, poëzie of welke vorm dan ook.
Uiteindelijk is ‘Habitus’ een dichtbundel geworden. Het had anders kunnen zijn.
De bundel
opent met ‘wat ik verstopte’, een zes pagina’s lang filmisch gedicht, waarin
zij een beeld oproept van wat ik vermoed Curaçao is. Zij is hier opgegroeid,
voordat zij naar Utrecht verhuisde. In het gedicht pakt zij telkens één beeld,
dat zij iedere regel uitbreidt en waarmee zij varieert. “velgen / de
onberispelijke opgepoetste velgen / te groot en te duur voor de auto’s
waaronder ze draaien” De velgen leiden naar de auto, het haar van de
bestuurder, het stof, de gaten in de weg, en de dorre velden, tot aan de
barretjes en de vrouwen. “Barretjes / langs alle al dan niet geasfalteerde wegen
/ de vrouwen in de barretjes achter het traliewerk langs de wegen / de vrouwen
/ de gaten / de vrouwen op straat“.
Verderop in
het gedicht komt zij terecht bij het plastic en het vuurwerk: “de kogels die
klinken als vuurwerk”, de moedertaal, de wind en “de zwetende, tegen elkaar
schurende lichamen / dat heet dansen”. Zij eindigt het gedicht bij het stof.
“het witte zand bij het onmogelijke blauw van de zee / het witte zand dat verdacht veel lijkt op het stof / het
stof”.
Dit
openingsgedicht is al voldoende reden om deze bundel aan te schaffen. Ik las
het een paar maal en vroeg mij af wat het tempo is. Hardop voorlezend las ik
het snel, bijna gejaagd. Werkwoorden ontbreken nagenoeg in dit gedicht, wat het
snelle tempo zeker stimuleert. Op de luisteraar kwam dit goed over. Het ritme
van de woorden roept een roes op. Later hoorde ik Fabias zelf uit haar bundel
voorlezen. Zij leest rustig en duidelijk formulerend, heel mooi.
‘Habitus’
bevat meer dan honderd pagina’s zeer afwisselende en rijke poëzie. Je kunt tijdens
het lezen letten op de vele beelden of het mooie ritme van de woorden, maar
Fabias zet je evengoed aan het denken over inhoudelijke thema’s als identiteit,
geboortegrond, racisme.
In en
interview in de Volkskrant speekt Fabias over de zwijgcultuur op het eiland. De
angst voor nestbevuiling is er groot. Dat is misschien een reden waarom zij
tien jaar aan het boek heeft gewerkt. Zij wilde exact kunnen zeggen wat zij
wilde zeggen en moest hiervoor ieder woord afwegen, zonder zich te laten leiden
door de consequenties ervan.
Het woord
Habitus betekent in de biologie de uiterlijke verschijningsvorm van een
organisme. In de sociologie heeft het begrip een uitgebreidere betekenis. Het
slaat zowel op de fysieke uitingsvorm als op een set van gedragingen binnen een
groep. De titel is zeer goed gekozen. Fabias observeert een groep mensen. Het
is de groep waar zij zelf toe behoort, maar misschien ook wel niet meer. Als
een antropoloog observeert zij de groep, zowel van binnenuit als van buitenaf.
Interessant is dat aan het begin van ‘Habitus’ de groep bestaat uit de
eilandbewoners. Verderop in de bundel breidt de groep zich uit en omvat
mogelijk de hele mensheid.
Tot slot
moet ik niet vergeten te zeggen dat er veel humor in de bundel zit, in allerlei
vormen. Ik besluit met een citaat uit het gedicht ‘(over)grootmoederlijk advies’.
lijken zijn
zwaar
je kunt ze
beter niet op de fiets vervoeren over de glibberige vochtige door kerstlichtjes
verlichte
klinkers van een middelgrote westerse stad waar mensen door winkels lopen op
zoek naar
spullen om te kopen
de mensen
zitten niet op de dood te wachten
ze hebben
het al
het is niet nieuw
het is niet nieuw
Geen opmerkingen:
Een reactie posten