Erik
Vlaminck schrijft naast verhalen en romans ook toneelteksten. Wattman is vorig
jaar opgevoerd door muziektheatergezelschap De Kolonie. Helaas heb ik het
gemist. Een wattman is een trambestuurder. Deze wattman reed met de tram op 10
mei 1940 naar het door bommen getroffen Sint-Amedeusgesticht voor krankzinnigen
even buiten Mortsel.
Hij werd er
heen gestuurd om de loslopende patiënten elders onder te brengen. Tijdens de
rit stond er naast hem een gendarme die hem mededeelde: “Ge moogt gerust zijn,
mijn wapen is geladen.” Deze zin spookt nu nog door zijn hoofd.
De wattman
vertelt over zijn leven op de tram, over zijn vrouw en over de geboorte van hun
zoon. In het eerste hoofdstuk - gesprek met advocaat - weet je al dat hij een
misdaad begaan heeft. In een gesprek met buurman geeft hij aan dat hij de
laatste tijd steeds terugdenkt aan dat bombardement.
“Nee jong,
dat is amper in het nieuws geweest. De gazetten stonden er die dagen van vol
dat Duitsland ons land officieel de oorlog verklaard had en dat hun troepen de
grens hadden overgestoken. Over die bommen op dat gesticht hebben ze daarom
maar een paar lijnen geschreven. Er is zelfs geen mens die weet hoeveel doden
en gewonden er daar gevallen zijn. Ik heb achteraf horen zeggen dat veel van
die zieken met leren riemen aan hun bed vastgebonden lagen en geen kant op
konden. Ge moogt er niet op doordenken.”
Het
taalgebruik van Vlaminck is zoals gebruikelijk fantastisch. De tekst is kort en
aangrijpend. De misdaad en de herinnering aan de tramrit op 10 mei 1940 worden
met elkaar verweven. Erik Vlaminck wilde met deze vertelling het bombardement niet
doen vergeten. In een inleiding staan de namen genoemd van de twaalf
slachtoffers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten