Na Villa
des Roses is Lijmen – Het Been het bekendste boek van Elsschot. De
eerste versie van Lijmen werd gepubliceerd in ‘De Vlaamsche Gids’ in 1923.
Een jaar later verscheen het in boekvorm. Pas jaren later schreef Elsschot Het
Been als aanvullende hoofdstuk op Lijmen. In 1938 werd Het Been zelfstandig gepubliceerd. Elsschot vond direct al dat de twee werken één geheel
vormden en dus ook in één boek uitgebracht moesten worden. Dat gebeurde voor het
eerst pas in 1943. In deze prachtige uitgave van het Volledig werk van Elsschot
vormt Lijmen - Het Been het vierde deel.
Het verhaal
is bekend, maar eruit citeren is altijd leuk. Laarmans komt in dienst van
Boorman, directeur van het ‘Algemeen Wereldtijdschrift voor Financiën, Handel,
Nijverheid, Kunsten en Wetenschappen’ om hem op te volgen als directeur. Het
tijdschrift heeft geen abonnees, geen redactie, maar wel een mooi kantoor en
een telefoonnummer. De telefoon opnemen is niet de bedoeling. Laarmans moet
vooral leren lijmen.
In het
hoofdstuk ‘Business’ legt Boorman uit hoe het lijmen in zijn werk gaat. “Ik
ruil papier tegen geld en ik ben dus eigenlijk koopman in bedrukt papier.” Het
Wereldtijdschrift bevat ronkende artikelen (studies) over bedrijven, fabrieken
en instellingen. Boorman lijmt de mensen met mooie verhalen en biedt hen aan
extra te kopen. Blind van eigenwaan lopen de bestellingen op tot tienduizenden
exemplaren. Na ondertekening volgt snel het drukken en het leveren. Daarna komt
het incasseren, waarvan Boorman zegt dat Laarmans er een hoop plezier aan zal
beleven.
“Dan voelen
zij zich als bij een wandeling in een bosch met een beminnelijken gezel die
onder ’t kouten een pistool uit zijn gordel trekt. zoolang je liegt en glimlacht
zijn ze tevreden, maar de waarheid doet ze rillen. en ’t incasseeren is de
waarheid, net als de dood. Dat je tenslotte om hun geld komt, zie je, dat
vergeven zij je nooit.” En: “Dat alles komt van de ijdelheid… Ieder wil nummer
één zijn.”
Boorman
leert hem de ziel van zijn klanten doorgronden. Wanneer zij spijt krijgen, moet
je hard zijn. Een zaak is een zaak. “ t Is trouwens onzinnig, om over geld te
twisten wanneer d’eene het heeft en d’andere het hebben wil, want beiden hebben
immers gelijk?” Mooi is ook zijn kijk op klanten: “Wees beleefd tegen je klanten,
want het zijn je vijanden.”
Na de
theorie volgt de praktijk. Mevrouw Lauwereyssen beheert met haar broer een
ijzersmederij. Zij is helemaal verguld met hun bezoek. Vooral de aandacht die
Boorman schenkt aan haar pijnlijke been waardeert zij. Mevrouw weet zich geen
houding te geven tijdens het fotograferen en gaat er in voor 100.000
exemplaren.
Natuurlijk
krijgt zij spijt. “Laat ze maar bellen, zei mijn patroon. Dat is voor haar nog
de minst pijnlijke manier om geheel tot het besef van de werkelijkheid te
komen.“ Na de levering van de vijftig dozen papier mag Laarmans met tegenzin de
incasseringen voor zijn rekening nemen. De zaak wordt succesvol afgesloten.
Boorman draagt aan het einde van ‘Lijmen’ het Wereldtijdschrift over aan
Laarmans, maar blijft hem regelmatig van adviezen voorzien.
In Het
Been krijgt het verhaal een andere wending. Tijdens een van Boormans bezoeken
loopt hij toevallig mevrouw Lauwereyssen tegen het lijf en ziet tot zijn schrik
dat zij een houten been heeft. In de weken daarna raakt hij steeds meer
geobsedeerd door dit been. Hij heeft spijt en wil het goedmaken met mevrouw Lauwereyssen.
Maar zij aanvaardt zijn geld niet. Het verhaal krijgt Gogoliaanse vormen
wanneer Boorman eerst via de kerk en later via het gerecht haar zijn schuld wil
laten aannemen.
De
deurwaarder die hij inschakelt amuseert zich al bij voorbaat om deze zaak. “Stel
u even voor dat die zaak werkelijk voor komt en dat teugels die als rechter verwerken
moet. zijn zenuwen zijn al niet van de sterkste en hij krijgt natuurlijk
delirium voor dat hij snapt waar het eigenlijk om te doen is. Die operette
maakt in ieder geval een volle zaal en ik kom zeker kijken.”
Uiteindelijk
belandt Boorman in een gesticht, waar hij door ingrijpen van Laarmans en de
pastoor weer uit wordt bevrijd. Hij is een inzicht rijker. “Wat heb ik
eigenlijk gezocht? Begrijp jij er iets van? en zoo heb ik weer eens ervaren dat
het wijzer is niets te zoeken, maar te nemen wat je krijgen kunt.” De pastoor
zorgt voor een compromis tussen de partijen. Laarmans laat tot slot het
Wereldtijdschrift in de steek, maar Boorman kan het lijmen niet laten.
Na
herlezing blijft het boek geheel overeind staan. Zowel de verhaallijn als de
stijl van Elsschot verliezen niets aan kracht. Maar eerlijk gezegd – het zijn
allebei klassiekers – Villa des Roses vind ik beter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten