Boeken over
taalwetenschap kunnen heel saai zijn. Dit boek van Gaston Dorren is dat zeker
niet. In 53 hoofdstukjes bespreekt hij tal van feiten en eigenaardigheden van
de Europese talen.
Hij schrijft
met enthousiasme over bijvoorbeeld de dialecten van het Noors of over het
Armeens als het malle neefje binnen de Indo-Europese talen. Of over ergativiteit in het Baskisch en wat dit betekent voor vervoegingen van
werkwoorden: ‘mij belt zij.’
Wie
interesseert zich nog voor het Oud-Albanees? In de vorige eeuw was dit de
Oostenrijkse wetenschapper Jokl. Hij werd in 1942 vermoord en het Oud-Albanees werd
niet meer bestudeerd. Totdat er onlangs een albanoloog opdook, die zich er weer
in verdiepte. Dorren kan er mooi over vertellen.
Hij bespreekt
in Taaltoerisme de vele vertakkingen van de Indo-Europese talen. Het Litouws
staat het dichtst bij het Proto Indo-Europees en heeft de meeste kernmerken van
deze oertaal. Fascinerend dat mensen zich hierin verdiepen en op welke wijze
men aan deze kennis is gekomen. Ik vind het prachtig om te weten.
Zinloze
feitjes lijken het. U wist heel misschien dat het Indo-Europees tien
vertakkingen kent? Al deze takken komen voor in Europa, ook de Iraanse tak. Het
Ossetisch, dat gesproken wordt op de grens van Rusland en Georgië, behoort namelijk
tot deze tiende tak.
En waarom kent het Ests veel
Nederlandse woorden? Beide talen stammen af van het Hoogduits en hebben een
vergelijkbare spellingsregel toegepast: schrijf lange klinkers altijd dubbel,
vandaar roos, piloot, planeet, vulkaan, etc.
Taal wordt vaak
gebruikt of misbruikt om de geschiedenis van een land te verfraaien of om de
eenheid, grootsheid, authenticiteit te bevestigen. Dorren prikt een aantal van
deze mythes door. Het cyrillisch is bedacht door een Macedoniër, niet dus.
Hebben de
Sami echt zoveel woorden voor sneeuw? Nee, maar zij hebben wel woorden om de
verschillende hoedanigheden van sneeuw te beschrijven of verschillende
oppervlakten bedekt met sneeuw; net als wij een woord hebben voor een plas
water. Niks bijzonders dus.
En is Fries een taal? Volgens Dorren
een zinloze discussie. Alsof er een strikt onderscheid tussen talen en
dialecten bestaat. Argumenten voor een taal, zoals onderlinge verstaanbaarheid,
regels en een schrijftraditie gelden ook vaak voor dialecten of gelden soms juist
niet voor andere talen.
Leuk is als hij dingen een andere
kant bekijkt. Engels vindt hij erg ongeschikt als wereldtaal. Het is zeer moeilijk te leren voor mensen die niet
met deze taal zijn opgegroeid: buitenissige grammatica, ondeugdelijke spelling
en vooral de moeilijkheidsgraad van de uitspraak. De logica in het Engels
ontbreekt geheel. Voor sprekers van Spaans, Russische of Chinees is het niet te
doen.
Taaltoerisme is een heerlijk
feitjesboek voor wie in talen is geïnteresseerd. Door de duidelijke uitleg
lezen ook de moeilijke onderwerpen makkelijk weg.
Tot slot een laatste weetje en een
grappig woord. Het Fins kent lange woorden. Dit komt omdat in het Fins woorden aan
elkaar geplakt worden die in andere talen los van elkaar staan: voorzetsels en
bezittelijke voornaamwoorden aan zelfstandige naamwoorden bijvoorbeeld. Zo’n
taal heet aggglutinerend; oftewel, het Fins is een aankleeftaal!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten