De nieuwe
roman van Brusselmans is een literaire thriller. Niet dat dit boek veel
verschilt van de vorige 63 boeken van
Brusselmans. Het verhaal Zeik speelt zich af in het Gent van 1961. Inspecteur
Zeik heeft een aantal collega’s: de eenarmige commissaris Übertrut, de inspecteur
El Bazaz en het knechtje Broekgat. De mannen van de brigade vervelen zich, want
er worden geen moorden gepleegd.
Wat wel
afwisseling brengt is de nieuwe inspecteur Selma Compas. Zij is het nichtje van
de burgemeester dus verzet tegen haar plaatsing binnen dit korps heeft geen
zin. Broekzak, die nog thuis woont en een roman wil schrijven over zijn broer,
Freddy de Mongool, is op slag verliefd op Selma. De andere mannen hebben geen
interesse maar waarderen wel haar welbespraaktheid en goede manieren.
Zoals elk
boek van Brusselmans staat ook Zeik bol van de absurde humor, de vieze praatjes,
het afzeiken van Hugo Claus en Harry Mulisch en de niet ter zake doende
uitweidingen en ontsporingen. Toch zit er lijn in het verhaal. Er wordt een
moord gepleegd. Het slachtoffer is Marie-Anne de Raeve. Het meisje wordt naakt
en gewurgd aangetroffen in het park. Zij blijkt niet verkracht, wel staan op
haar rug de cijfers 9 en 12 geschreven. De 9 is doorgestreept.
De
moordenaar geeft en hint, concludeert Zeik: “ Verdomme, niet weer een
moordenaar die z’n handtekening achterlaat in de vorm van onontcijferbare
symboliek, dat lijkt wel een rage onder de hedendaagse moordenaars.”
De
ondervragingen van ouders en vriendin van het slachtoffer levert weinig op. Het
sporenonderzoek leidt tot een Italiaanse connectie. Terwijl het team zich vastbijt
in deze moord, wordt er nog een meisje vermoord: zelfde omstandigheden, zelfde
aanwijzingen. Commissaris Übertrut ontploft bijna van de zenuwen.
Dan de
ontknoping, Zeik heeft een geniale ingeving die onmiddellijk tot de oplossing
van de moordzaak leidt. Of heb ik nu alles verklapt? De dader verweert zich: “ik
ben slechts een ongeletterde jongen, die nooit het alfabet van dichtbij heeft
gezien en die geen boek kan onderscheiden van de lijnbus van Milaan, die nooit
leren spreken heeft met kiezeltjes in zijn mond, laat staan in zijn neusgaten,
en die het intellect heeft van een onzichtbare hoofddoek…”
En zo gaat
hij nog even door. Kortom, een Brusselmans zoals wij die kennen, goed voor een
paar uur slap vermaak.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten