‘De laatkomer’ gaat over dementie, maar zoals van Dimitri
Verhulst te verwachten is, kiest hij een speciale invalshoek. Verhulst is geen
Bernlef. De hoofdfiguur Désiré Corbier is getrouwd met een klotewijf en hij is vader
van twee kinderen. Als zeventiger heeft hij genoeg van dit leven. Hij gaat zich
bewust steeds vreemder gedragen en speelt dat hij dement wordt. Hij slaagt hier
volledig in en wordt opgenomen in een gekkenhuis.
Désiré blikt vanuit de inrichting terug op zijn leven en
beschrijft de weg naar zijn gespeelde dementie en de relatie met zijn vrouw
Moniek. Hij mocht niet drinken of luieren van haar en diende zich altijd te
gedragen. Moniek was vooral bang wat de buren van hen vonden. Zij had geen
interesse voor zijn bezigheden: muziek en boeken. Désiré was bibliothecaris.
Een paar dagen na de huwelijksvoltrekking liet Désiré een
wind in bed. Zijn vrouw vluchtte het huis uit. In bed was het verder kommer en
kwel voor Désiré. De liefde werd sporadisch bedreven en tijdens de
zwangerschappen was het totaal uitgesloten: “Het gedacht dat die baby
daarbinnen de hele tijd mijn zwabber in z’n gezichtje kreeg, jakkes.”
Moniek leverde hem allerlei streken en zette hem vaak voor
schut bij hun kinderen. Zij vertelde bijvoorbeeld dat juist hij geen lust meer
had in bed. Désiré verzuchtte dan: “Er waren echtgenotes die voor minder van
een brug gegooid.”
Moniek vindt alles onfatsoenlijk. Daarom geniet haar man er nu
zo van voor haar de zot uit te hangen. Als Désiré is opgeborgen komt Moniek hem
eerst regelmatig bezoeken. Hij probeert haar dan snel weg te pesten, zodat de
bezoekjes alras minder frequent worden. De kamer van Désiré is lelijk en doet aan niets denken aan
zijn vorige bestaan. Er is een ouwe kleerkast en andere rotzooi ingezet. “Het
werd mij stilaan duidelijk dat het niet meer de moeite loonde in mijn comfort
te investeren…”
Désiré denkt na over zijn naderende einde. Hij is liefhebber van klassieke muziek, maar
weet nu al dat er straks Elton John zal worden gedraaid op zijn begrafenis. Het
liefst wil hij niet naast zijn vrouw in de grond gestopt worden. “Moniek en ik
hebben meer dan nachten genoeg als lijken naast elkaar gelegen, dat we het niet
ook nog eens hoeven te doen in een familiegraf. Dat ze maar alleen gaat liggen
in haar tombe! Ze zal daar goed en comfortabel liggen.”
‘De laatkomer’ is een prachtige korte roman. Een van de
beste boeken van Verhulst. Er zit humor is, zijn taalgebruik is mooi Vlaams,
maar niet overdreven sappig. Hij levert kritiek op onze omgang met de demente
medemens, maar is niet moralistisch. Het thema lijkt wat eendimensionaal, maar
naar het einde toe zitten er verrassende wendingen in, waardoor je tot de
laatste pagina geboeid blijft lezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten