Net als in het onlangs verschenen Boekenweekgeschenk van Tommy Wieringa gaat
IJstijd over een man die de liefde van zijn leven vindt in een mooie jonge
vrouw en deze weer verliest. De jongeman is James Dillard. Hij is rijk en rond de dertig jaar. Aan het begin van de roman ligt
hij in het hotel waar hij woont niks te doen. Zijn vriendin Marie is bij hem
weg. James denkt aan haar en aan zijn jeugd.
James komt tot leven als een onbekende vrouw hem belt.
Monica werkt bij een uitgeverij en vraagt hem een boek te schrijven. Waarom
juist hij gevraagd wordt blijft duister. Het verzoek geeft James weer zin aan
het leven. Hij besluit geen geld meer van zijn moeder aan te nemen.
IJstijd is strak opgebouwd. In het boek volgen we James' ontluikende schrijverscarrière. Dit wordt afgewisseld met herinneringen aan
zijn jeugd en aan zijn moeder, waar hij zo nu en dan telefonisch contact mee
heeft. Zij heeft het te druk met zichzelf om echt aandacht voor haar zoon te
hebben.
Daarnaast wordt in chronologische terugblikken het verhaal
van Marie vertelt. James ontmoet haar op straat. Vanaf dag één zijn zij samen.
Haar grillen (niets eten, vrijen in het donker) neemt hij voor lief. Zij wil uit
het leven vluchten. James koopt een Zweeds eiland om samen te gaan wonen. Dit
betekent een snel einde van hun relatie. James is opgewassen tegen de
eenzaamheid, Marie niet. Aan het eind van het boek is de schrijversloopbaan van James
op niets uitgelopen. Hij staat met lege handen.
Ik had veel verwacht van dit boek, maar was enigszins teleurgesteld. Geestig of ontroerend, zoals de achterflap aangeeft, vind ik
het niet. Het is knap geschreven en goed opgebouwd: een voldoende, maar niet
heel bijzonder. Ik kwam geen zinnen tegen die ik moest citeren. De stijl doet
denken aan die van Arnon Grunberg. Vooral de relativerende opmerkingen die de
hoofdpersoon voortdurend maakt in gesprekken, doet me aan hem denken. Tot slot, de kaft, weliswaar met mooie afbeelding, is slap
en oogt nogal goedkoop.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten