Jacques van Marken (1845-1906) was een van de grote ondernemers in Nederland. Zijn naam is misschien niet zo bekend, maar hij past in het rijtje Mees, Philips, Albert Heijn, Anthony Fokker en Albert Plesman. Van Marken bezat in Delft onder meer een sla-oliefabriek en een gist- en spiritusfabriek. Gist is essentieel voor het bakken van brood. Hij exporteerde veel naar Engeland en veroverde daar de gistmarkt. Hij was een pionier op het gebied van marketing. In 1897 bouwde hij een reclamewagen met een toverlantaarn waarmee hij grote afbeeldingen kon projecten op een scherm; als eerste Nederlands bedrijf liet hij ook een reclamefilmpje maken en hij was de eerste Nederlander die als particulier een telefoonaansluiting aan huis had. Zijn vrouw heette Agneta en in deze historische roman draait het om het persoonlijke leven van Jacques en Agneta en het tweede gezin dat Jacques had.
Jacques van Marken was een sociaal-ondernemer; hij had oog voor zijn arbeiders, stelde als een der eersten een ongevallenverzekering in en liet het personeel ook delen in de winst. Een van zijn projecten was het bouwen van een fabrieksdorp, waar arbeiders onder goede omstandigheden woonden. Dit dorp bestaat nog en is te vinden in het Agnetapark in Delft. Opmerkelijk is dat de arbeiders het in eerste instantie niet vertrouwden en de belangstelling om er te gaan wonen was aanvankelijk gering. Dit geeft aan hoe er nog in standen werd gedacht in die tijd en ook hoe vooruitstrevend Van Marken was met zijn ideeën
De roman is spannend opgebouwd en het verhaal verspringt in de tijd. De helft van de hoofdstukken speelt op 29 juli 1905. Jacques wordt de volgende dag zestig jaar en er zijn diverse festiviteiten. Hij wil een toespraak houden, maar zijn vrouw Agneta maakt zich grote zorgen hierover. Jacques is verre van helder, vergeet veel dingen, is opvliegend en zonder een dosis morfine is hij niet in staat tot een publiekelijk optreden. Zijn halve leven heeft hij al last van allerlei lichamelijke klachten. Pijn door neuropathie werd de aandoening ooit gediagnosticeerd; en zo is hij ook aan zijn morfineverslaving geraakt. Deze hoofdstukken wisselt Jan van der Mast af met gebeurtenissen in het verleden die beginnen in 1886, wanneer Jacques in een Duits kuuroord zit en Agneta een brief onderschept van wat de minnares van Jacques blijkt te zijn. De twee vrouwen ontmoeten elkaar en zij spreken af niet met Jacques over deze relatie te spreken. Wanneer de jonge vrouw enkele jaren later overlijdt neemt het gezin van Marken de zorg van de drie kinderen op zich, iets wat Agneta in stilte al heeft voorbereid. Zij komen bij hen in huis te wonen in hun villa Rust Roest in het park; zelf heeft het stel geen kinderen. Jacques is perplex maar kan niet anders dan zijn vrouw hierin volgen.
Natuurlijk lag zo’n besluit heel gevoelig in die tijd en in dat milieu. De kinderen werden als pleegkinderen gepresenteerd, maar de gelijkenis tussen de oudste jongen en Jacques was onmiskenbaar. Sommige familieleden weigerden de situatie te erkennen en bezochten hen niet meer. Mooi is hoe de schrijver weet te verwoorden hoe de familie moet balanceren tussen tradities en eergevoel enerzijds en de zorg voor de kinderen en het vinden van een praktische oplossing anderzijds. Deze balans in het persoonlijke leven weerspiegelt de ideeën van het echtpaar in het zakelijke leven: uiteraard wilde Jacques met zijn bedrijven winst maken, maar zorg voor de arbeiders was minstens zo belangrijk.
Leuk is ook om te zien dat Jacques, die op latere leeftijd thuis vaak een lichamelijk en geestelijk wrak was en veel zgn. modderdagen had, minder kordaat en vooruitstrevend lijkt dan zijn vrouw Agneta. Hij liet zich van alles aanleunen, was vaak humeurig en eigenwijs, tot onvrede van zijn kinderen. De verantwoordelijkheid voor het huishouden en voor zijn welzijn lagen volledig bij Agneta. In het laatste hoofdstuk beschrijft Jan van der Mast de begrafenis van Jacques in 1906. Opmerkelijk daar is dan wederom de positie van de vrouw. Er spreken een rij collega-ondernemers en hoogwaardigheidsbekleders. Pas na tweeëneenhalf uur mag Agneta iets zeggen. Naast dat deze roman inzicht geeft in het leven van Jacques en Agneta van Marken, biedt Jan van der Mast ook een heel mooi tijdsbeeld met dit boek.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten