zondag 3 december 2023

Adriaan van Dis – Naar zachtheid en een warm omhelzen


 

Adriaan van Dis vertelde een paar jaar geleden dat hij drie of vier boeken in zijn hoofd had die hij nog wilde schrijven. Dat was een van de redenen dat hij minder tijd beschikbaar had voor interviews en optredens. In Naar zachtheid en een warm omhelzen kijkt van Dis terug op zijn jeugd, specifiek een zomer begin jaren vijftig toen hij voor langere tijd logeerde bij zijn opa. 

 

Zijn vader was opgenomen in een inrichting, hij kampte met trauma’s uit de oorlog in Indonesië. De negenjarige Adriaan werd naar zijn opa gestuurd die in een herenhuis in een andere plaats woonde. Zijn opa was een formele man die bijna niet buiten kwam, met vaste rituelen bezoek ontving en zijn huishoudster commandeerde. De huishoudster heette Ommie en voor Adriaan was zij een ‘grootmoeder uit een sprookjesboek’. De jonge Adriaan ging op onderzoek uit in het huis en in het dorp, met behulp van een verrekijker die hij van Ommie had gekregen. Van Dis schakelt in dit verhaal geregeld naar het heden en vertelt dan over zijn onderzoek, over hoe hij sporen van Ommie en andere mensen heeft kunnen tergvinden. Verder zit hij als oude man in een parkje en knoopt praatjes aan met allerlei mensen, zoals de jonge boefjes Hamza en Ricardo.

 

De jonge Adriaan leert van alles van Ommie over moestuinen en slakken, maar vooral doet hij zelf ontdekkingen. Hij vindt bijvoorbeeld een album met knipsels uit de Tweede Wereldoorlog en leert hiermee iets over de oorlog in Nederland, die nog iedere dag aanwezig en voelbaar is in het dorp. Een verzetsstrijder trakteert in het buurtcafé en weigert vervolgens te betalen aan de cafébaas die fout was in de oorlog. De man wordt opgepakt en Ommie doet haar best hem vrij te krijgen. Het grote huis biedt onderdak aan vreemde vogels, zoals een Poolse kolonel die iedere dag komt schaken en drinken en hierbij eindeloos sterke verhalen vertelt. Op een dag stoppen zijn bezoeken. Ommie komt erachter dat hij in een klein kamertje woont en ernstig ziek is. Zij gaat hem verzorgen. 

 

Zo bood het huis, dankzij Ommie, tijdelijk onderdak aan een jonge Indonesische communist. Adriaan luisterde gretig naar alle gesprekken. Van Dis laat hier een kant van Nederland zien, die soms vergeten wordt. In de jaren vijftig was er weinig tolerantie tegenover andersdenkende zoals deze jongeman. Zijn studiebeurs werd ingetrokken. Hilarisch is een scène met een buurman die bij de BB (Bescherming Bevolking) zat. De man had status in het dorp. De angst voor de Russen zat er na een incident in het buitenland goed in. De Russen konden ieder moment hier zijn en BB’er kwam alvast de ruime kelder in het huis van grootvader opmeten om te berekenen hoeveel mensen erin opgevangen zouden kunnen worden. Goedkeurend keek hij naar de grote hoeveelheid conserven in de kelder.

 

Het verhaal bevat veel van dergelijke anekdotes maar draait vooral om Ommie. Zij was voor zijn grootvader meer dan een huishoudster. Zo nu en dan ziet Adriaan tekenen van liefde tussen de twee, maar opa blijft een stijve, traditionele man. Voor Adriaan was Ommie en geschenk uit de hemel. Hij mocht bij haar op schoot zitten, terwijl andere familieleden zoals zijn opa hem nauwelijks aanraakten en zelden een kus gaven. Zij liet hem de wereld zien zoals hij hem daarvoor niet kende. 

 

Adriaan van Dis heeft met Naar zachtheid en een warm omhelzen een geestig en bij vlagen ontroerend boek geschreven. Ik luisterde ernaar in plaats van dat ik het las. Van Dis heeft een prachtige voorleesstem. Het verhaal wint erdoor aan kracht.

Geen opmerkingen: