dinsdag 19 december 2023

Kees ’t Hart en Maarten ’t Hart – De toetssteen


 

Kees ’t Hart en Maarten ’t Hart delen niet alleen hun achternaam, zij zijn ook bijna even oud, zijn beiden hartstochtelijke lezers en zij delen een passie voor Vestdijk. In januari 2020 stelde Maarten voor om een briefwisseling te beginnen over Vestdijk. Kees was meteen enthousiast. Dit leidde in acht maanden tijd tot zevenenzestig brieven die voornamelijk over Vestdijk gaan, maar ook over andere literatuur, filosofie en klassieke muziek. De geestdrift in hun brieven over alles wat zij gelezen hebben werkt aanstekelijk. Ik heb meteen een paar titels van Vestdijk genoteerd, die ik nog moet lezen.

 

Zelden schrijven de twee over hun dagelijkse beslommeringen, alleen benoemen zij soms dat het Coronavirus rondwaart. Maarten is mede hierdoor enige tijd somber, een depressie wil hij het noemen, maar hij gaat wel bij de dokter langs voor een pilletje. Kees ondervindt minder last van het virus. Hij heeft minder werk, maar dat stelt hem juist in staat om meer te lezen. Beiden zien het reisverbod als een zegen. Het gaat in de brieven af en toe over de dood en zij beloven op elkaars begrafenis te komen, een belofte die natuurlijk slechtst een van hen kan waarmaken. Maarten denkt dat hij als eerste zal gaan gezien zijn vele lichamelijke klachten.

 

Het gros van de tekst gaat over Vestdijk. De twee zijn aan elkaar gewaagd en proberen elkaar soms af te troeven met weetjes. Maarten heeft meer Vestdijk gelezen, maar Kees geeft uitgebreidere analyses op zijn werk. Meestal stemt Maarten in met zijn standpunten. Wanneer Kees denkt dat Vestdijk nooit over een bepaalde componist heeft geschreven, reageert Maarten hierop met verwijzingen naar bepaalde muziekessays, waarbij hij en passant een hele reeks muziekstukken noemt die geweldig zijn. Kees geeft toe dat hij weinig van de muziekessays heeft gelezen, maar probeert in de loop der maanden deze achterstand in te halen. En hij herleest voortdurend de romans. Sommige romans komen vaak voorbij, zoals Kind tussen vier vrouwen, Het vijfde zegel, De koperen tuin, De kellner en de levenden, De dokter en het lichte meisjeRumeiland en de Anton Wachter-reeks. Maar ik heb het idee dan van de 52 romans zij er minstens 30 noemen. Helaas bespreken zij niet De leeuw en zijn huid, een van zijn latere historische romans, een prachtig boek, onbegrijpelijk dat bijna niemand het gelezen schijnt te hebben.

 

Kees citeert veel uit de romans en hij gaat in op zijn schrijfstijl: lange meanderde zinnen die soms vol zitten met tegenstellingen. Vaak poneert de verteller iets om het meteen erna weer af te zwakken. Kees schrijft dat dit proces van geven en nemen iets magisch heeft en mede daarom zijn werk zo aantrekkelijk maakt. De zinnen zijn niet hiërarchisch, hebben geen duidelijk van elkaar te onderscheiden hoofd- en bijzinnen. Dit geven en nemen zie je ook terug in zijn essays, Maarten noemt het zelfpolemiek. Deze stijl die ook op verhaalniveau het werk van Vestdijk kenmerkt is misschien de reden dat mensen hem juist niet lezen. Zekerheid is ver te zoekt in zijn werk. Vestdijk was bovendien in zijn romans volstrekt amoreel en hij wisselde vaak van perspectief. Bij een kindermoord, een verkrachting of een mensenoffer wordt zelden een moreel oordeel uitgesproken. En door de perspectiefwisselingen laat hij ook zien dat in onze ogen verwerpelijke handelingen juist passen bij het gedrag van een personage. Zelfs in Pastorale 1943, dat vlak na de oorlog verscheen, is de onderduiker niet beter of slechter dan de Duitser.

 

Het magische karakter zit natuurlijk ook in de onderwerpen die Vestdijk voor zijn romans gebruikt, astrologie, goden en spoken komen veelvuldig voor, maar bijvoorbeeld een spook dat ondubbelzinnig echt bestaat, in de roman dan, komt weer niet voor. Kees noemt vaak magische elementen, zoals de rollende bal in De koperen tuin, een totaal meesterwerk volgens hem. De bal is de boodschapper die de in een sprookjesboek verdiepte ik-figuur tot leven brengt. Dit is meer literaire magie.

 

Lang staan de twee stil bij het doen van onderzoek voorafgaand aan het schrijven van een historische roman. Maarten heeft slechts één zo’n roman geschreven, Kees heeft er meer ervaring mee en las talloze dikke historisch werken die achteraf toch tot weinig nut waren. Zij verbazen zich terecht over de idioot hoge productie van Vestdijk, soms twee romans per jaar en Kees veronderstelt dat hij bij het schrijven van een historisch roman zich wel inleest maar dan gewoon gaat schrijven en veel dingen verzint. Maarten laat hem weten dat het onderzoeken en inlezen van Vestdijk toch verder ging dan dat. Het maakt zijn productie nog verbazingwekkender. Ook als je weet dat Vestdijk daarnaast nog talloze boekrecensies en muziekessays schreef. Hij moet wel de meest productieve schrijver van Nederland zijn geweest.

 

Hun bewondering voor Vestdijk en zijn productiviteit zie je terug bij de twee liefhebbers en hun leeshonger. Maarten leest graag componistenbiografieën en noemt Duitse titels van driedelige werken, duizenden pagina’s tekst. Hij leest het allemaal. Als het gaat over de brieven van Emily Dickinson schrijft hij dat Vestdijk uiteraard de biografieën niet kende die later zijn geschreven en daarom een ander beeld heeft van Dickinson. Dan noemt hij een boek, vier dikke delen Critical Assessments, drieduizend pagina’s. Het boek was in de ramsj, maar alleen verkrijgbaar in Nijmegen. Dus hij erheen; het waren echt enorme boekdelen, “Ik was kapot toen ik thuiskwam!”

 

Met heel veel plezier las ik dit brievenboek in twee dagen uit. Het is bijna onbegrijpelijk waarom Vestdijk niet meer gelezen wordt. Kees geeft hier nog wel een verklaring voor en legt de schuld deels bij de Vestdijkkundigen. De schrijver is te veel kapot geanalyseerd: de deskundigen hebben zijn grondthematiek blootgelegd. Hiermee heeft hij zijn plek in de canon ingenomen. Men weet wat voor schrijver hij was, en hoeft hem nu dus niet meer te lezen. Het is wat kort door de bocht, maar er zit wel wat in. Veel lezers hebben een beeld van Vestdijk in hun hoofd, maar zijn werk is zo divers, dat is gewoon niet in één beeld te vangen. Tot slot had ik het leuk gevonden als de twee het boek hadden afgesloten met hun favoriete top tien. Vooral Maarten is als het gaat om componisten altijd bereid een lijst favorieten te geven, jammer dat hij en Kees dit niet voor de romans van Simon Vestdijk hebben gedaan. 

Geen opmerkingen: