zaterdag 30 december 2023

Rob van Essen – Ik kom hier nog op terug


 

Vlak voor het einde van het jaar las ik een van de beste Nederlandse romans van 2023. Ik ben een liefhebber van het werk van Rob van Essen en Ik kom hier nog op terug is een meesterlijke roman. De hoofdpersoon Rob Hollander studeerde in de jaren tachtig van de vorige eeuw filosofie in Amsterdam, maar gaf de studie na enige tijd op. Hij heeft geen contact meer met zijn medestudenten. Later is hij journalist en werkt hij aan een artikel over waar zijn medestudenten zijn terecht gekomen in de maatschappij. Hij komt in contact met Icks, die hem uitnodigt naar Los Angeles te komen. Daar krijgt hij het aanbod om terug te reizen in de tijd.

 

Sommige mensen haken af als in een Nederlandse roman sciencefictionachtige zaken als tijdreizen mogelijk zijn. Dat was denk ik ook de reden dat de dit jaar verschenen roman van Esther Gerritsen het in eerste instantie niet zo best deed qua verkoop. Maar net als Gebied 19 is Ik kom hier nog op terug veel meer dan een genre-roman. Het mooie van de opbouw van het boek is, net als bij zijn bestseller De goede zoon, dat je geen idee hebt waar het verhaal heen gaat. Daarbij, Van Essen weet boeiende verhaallijnen te koppelen aan vreemde situaties en aan bijzondere personages. Het tijdreizen wordt door Icks aangeboden als een manier om gemaakte fouten te herstellen. Hij zegt dit commercieel te willen inzetten. Uiteraard is Rob Hollander verbaasd en sceptisch. Dit wordt niet minder als de steenrijke Icks hem informeert over een netwerk van superrijken, waarvoor veel dingen mogelijk zijn die voor anderen volkomen buiten bereik blijven.

 

Om tijdreizen aannemelijk te maken hoeft Van Essen geen bijzondere dingen te doen. Door zijn aanstekelijk manier van vertellen ga je er vanzelf in mee. En binnen het verhaal rammelt de logica misschien wat, maar dan legt bijvoorbeeld Icks uit dat tijdreizen heel anders werkt dan meestal in boeken en films wordt voorgesteld en dat problemen met verstoringen in het verleden ‘in het echt’ geen effect hebben op het heden. Om naar exacte plekken in het verleden te kunnen reizen heb je wel precieze tijdstippen nodig. Van Essen heeft dit opgelost door zijn hoofdpersoon als student een dagboek te laten bijhouden. De latere Hollander leest erin en komt dan geregeld de zin tegen: “Ik kom hier nog op terug.” Maar hij komt nooit ergens op terug. Hij zal dus achteraf invulling moeten geven aan gebeurtenissen. Naast de (on)mogelijkheid om gemaakte fouten te herstellen is in de hele roman, het herschrijven - of herbeleven - van het verleden een thema.

 

Wat Van Essen hierbij goed doet is inzoomen op details, waardoor onmogelijke zaken opeens aannemelijker worden. Zo brengt een korte scène uit een afwijkende versie van de film Time machine Icks op het spoor van de mogelijkheid van tijdreizen. De beschrijving hiervan is uitgebreid, maar verveeld geen moment. Van Essen neemt ook de tijd voor belangrijke gebeurtenissen uit het leven van zijn hoofdpersoon. Zijn jeugd wordt beschreven met de focus op een mogelijk traumatische gebeurtenis in het bos nabij zijn ouderlijk huis. Lang blijft onduidelijk wat daar is gebeurd, en zelfs na lezing kun je hierover blijven twijfelen. Een deel van het verhaal speelt eind jaren tachtig, wanneer Hollander filosofie studeert op wat toen de Centrale Interfaculteit werd genoemd. Op een studentenfeest waar bezoekers verkleed moesten komen kregen veel studenten een bijnaam. Zo is er een jongen die verkleed kwam als parachutist. Hij sleept een groot deel van de avond de parachute achter zich aan. 

 

De student met zijn parachute komt vele keren voorbij in de roman. Bij andere schrijvers zou zo’n gegeven daarom al een extra lading krijgen, duiden op een diepere betekenis. Bij Van Essen is dit zelden het geval. Gebeurtenissen die voor de lezer cruciaal lijken hoeven absoluut geen aanwijzingen te geven over hoe het werkelijk zit. Zo biedt de ruime aanwezigheid van de persoon G.B.J. Hiltermann, die overigens zelf niet echt als handelend personage optreedt in het verhaal, geen sleutel tot het raadsel van tijdreizen of van wat dan ook. Wat Van Essen ook niet doet is noodzakelijk terugkomen op personages, plekken of gebeurtenissen die eerder in de roman een grote rol speelden. Veel romanschrijvers willen een verhaal afronden en geven de lezer uitsluitsel over hoe het verder ging met bijvoorbeeld een aantal personages. Van Essen doet daar niet aan. Desondanks, of misschien juist daarom, vond ik het einde, waar ik verder niks over zal zeggen, heel bevredigend. In een recensie las ik dat dit einde het enige zwakke punt van de roman was. Daar ben ik het absoluut niet mee eens.

Geen opmerkingen: