zondag 9 juli 2017

Henri Berssenbrugge – Stadsfotografie 1906-1916 Rotterdam

Henri Berssenbrugge was portretfotograaf. Hij had een eigen studio, waar hij zijn geld mee verdiende. Hij won ook prijzen met kunstfotografie. De foto’s in dit boek zijn van een andere orde. Het zijn straatbeelden. Berssenbrugge schoot de foto’s voor zichzelf. De waarde ervan werd pas later erkend.


De foto’s in dit boek laten een Rotterdam zien dat verdwenen is. Uiteraard bestaan de buurten en huizen die je erop ziet niet meer. Maar Berssenbrugge fotografeerde ook bewust straatbeelden die in zijn tijd al dreigde te verdwijnen. Bij hem zie je niet het nieuwe waar Rotterdam ook in die tijd zo trots op was: geen havens, auto’s en industrie. Wel zie je spelende kinderen, een hondenkar, straatfeesten en nauwe stegen. En je ziet veel water. Veel van de Rotterdamse singels zouden later worden gedempt.

Paul van der Laar noemt het in zijn introductie de ‘stad achter het moderne’. Hij ziet Berssenbrugge als de flaneur, die spontane straatbeelden vastlegt. Frits Gierstberg, die ook een bijdrage in dit boek schreef, wijst op de frisheid van de beelden. Berssenbrugge was kunstfotograaf. Het kunstzinnige zie je ook heel mooi in deze straatfoto’s terug. Hij experimenteerde met contrast en had oog voor geometrische vormen.

Ik vind de foto’s schitterend en kan bij sommige bijna niet voorstellen dat ze spontaan gemaakt zijn. Er lijkt een hele enscenering aan vooraf te zijn gegaan, zoals bij de prachtige foto’s onder het spoorwegviaduct. Waarschijnlijk had hij het geduld te wachten op het juiste moment.

Een markttafereel of spelende kinderen in een steeg, bij Berssenbrugge ziet de stad er vaak pittoresk uit. Zelfs de beruchte Zandstraatbuurt ziet er idyllisch uit. Paul van de Laar laat zich door deze beelden betoveren. Hij noemt het een gemoedelijke volksbuurt en haalt hier M.J. Brusse aan. Dit terwijl Brusse juist de wantoestanden in de Polder, zoals de buurt ook werd genoemd, aankaartte. De piepkleine vervallen huizen hadden geen water of andere voorzieningen. De bewoners leefden op elkaar gepakt op een paar vierkante meter. Kinderprostitutie was een normale inkomstenbron. De buurt was net zo idyllisch als de Keileweg in de jaren negentig van de vorige eeuw. Toen de Polder werd gesloopt waren er minder protesten van de bewoners te horen dan de autoriteiten verwacht hadden.


Dit alles doet niets af aan de pracht van de foto’s, die Henri Berssenbrugge ook van dit stadsdeel maakte.

Geen opmerkingen: