Onder de
grappige titel ‘Gedoemanagement’ schreef Schurink dit praktisch boekje voor
mensen die last hebben van gedoe. Wat gedoe is, kun je heel ruim opvatten:
dingen die niet gaan zoals je wilt, collega’s die je tegenwerken, teveel emails
die je moet beantwoorden, kortom: alles wat stress geeft. Zijn boodschap is dat
je het kunt beheersen. Je kunt er mee leren omgaan.
Hiermee is
meteen het belangrijkste wat Schurink te zeggen heeft, gezegd. Hij herhaalt het
nog een paar keer in andere bewoordingen: je bent zelf het gedoe, je, het is
jouw gedoe.
Hij
onderbouwt dit punt met onderzoek naar het menselijk brein en naar stress.
Gewenste stress en ongewenste stress laten bijvoorbeeld hele verschillende
processen zien in ons lichaam. En stress is heel relatief. Onder de zelfde
omstandigheden, zoals werkdruk, kunnen mensen totaal verschillend reageren.
Interessant is te onderzoeken hoe dit komt.
Schurink
verwijst naar de functie van ons oerbrein. Dit is volledig ingesteld op gevaar.
In onze huidige maatschappij ontbreekt dit reële gevaar nagenoeg, maar het
brein reageert wel vaak alsof er nog gevaar driegt. Dit is de functie van het
rode brein, zoals hij het noemt.
Hij put
deze ideeën uit boeken van auteurs als Dick Swaab, Mark Mieras en vooral Daniel
Kahneman. De laatste maakt in het prachtige boek ‘Thinking, fast and slow’ een onderscheid in twee manieren van denken.
Schurink neemt dit in versimpelde vorm over als tweedeling: rode brein en het
groene brein.
Het rode
brein reageert automatisch en verdedigend en gaat uit van bestaande structuren.
Het groene brein is gericht op nieuwe oplossingen; het is het creatieve brein.
In onze ‘natuurlijk toestand’ zitten we in ons rode brein. Ook het malen en
piekeren doen we hiermee.
Maar,
schrijft Schurink, we hebben de mogelijkheid om over te schakelen naar ons
groene brein. Hiermee komen we af van het gedoe en kunnen wij beter
functioneren.
Het is een
aardige theorie en het boek is vlot geschreven en mooi vormgegeven. Ik vind het
wel een beetje te simpel. Ten eerste is de definitie van gedoe heel erg ruim.
Alles wat je dwarszit, kleine irritaties van collega's tot aan je hele
opvoeding, al je eigen onvolkomenheden, de slechtheid van de mens, alles valt
onder de noemer gedoe. Dit maakt zijn verhaal niet sterk. Vooral omdat hij
beweert dat er kennelijk voor al deze problemen maar een en dezelfde oplossing
bestaat. Ik denk dat verscheidenheid in problemen, maar ook in mensen veel
groter is dan hij hier voorstelt.
Zijn
bewering dat het gaat om jouw gedoe en niet om datgene wat jou irriteert, zoals
een collega, vind ik te absoluut. Natuurlijk kun je naast het aannemen van een
andere houding, wel degelijk iets veranderen in de wereld om je heen.
Wanneer een
collega zijn werk niet goed organiseert en dit jou een hoop gedoe geeft, kun je
hier los van komen door je groene brein te activeren. Maar mensen verschillen.
De ene persoon kan beter zijn werk organiseren dan de ander, werkt sneller of is gewoon slimmer. Iemand die niet
kan organiseren kun je hier rustig op wijzen, of uiteindelijk ontslaan.
Gedoemanagement
is een aardig boekje, maar ben je geïnteresseerd in de onderwerpen die hij aanstipt over ons brein,
dan raad ik aan om Daniel Kahneman te lezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten