Op de
Dordtse Boekenmarkt kocht ik gisteren De Grote Drie, een groot formaat boek.
Eerder liet ik het liggen vanwege de hoge nieuwprijs, later zag ik nog duurdere
tweedehands exemplaren, maar gisteren kon ik hem niet laten liggen voor € 12,50. Helaas zag ik later die dag ook 5 euro-
exemplaren liggen.
De tekst in
het boek is van Arnon Grunberg, de foto’s van Friso Keuris. Grunberg vreest
canonisering voor de grote drie: “uiteindelijk fataal; canonisering is een
wurgslang. Waar heilig is verklaard hoeft niet meer gelezen te worden.”
Necrologieën
gaan bij zulke grote schrijvers vaak over de persoon, minder over het werk. Grunberg
gaat in op het werk. Hij noemt van alle drie één boek uit het begin van hun
schrijverschap. In ‘De ondergang van de familie Boslowits’ concentreert Reve zich
op verval van de mens en zijn ziektes. In ‘De zaak 40/61’ concludeert Mulisch
“Eichmann is mijn vader”. En ‘De tranen der Acacia’s’ besluit met het bloedige einde
van een Joegoslavische prostituee: “Zij wist van weerzin niet wat zij moest
doen.”
De grote
drie delen hun obsessie voor lelijkheid en verval. De boeken hebben nog steeds
het vermogen de lezer te schokken met gruwelijke verhalen. Daarom zullen zij
nog gelezen worden.
De
prachtige foto’s zijn van Friso Keuris. Hij beschrijft hoe hij tot de foto’s is
gekomen. Hermans interesseerde zich na een hoestaanval vooral voor de grote hoeveelheid
apparatuur en poseerde welwillend. Reve’s jongenskamer direct onder het dak had
precies de juiste atmosfeer. Hij had een nieuw overhemd aangetrokken en hield
een kroontjespen in de hand. De fotograaf moest Mulisch overreden een bepaald
jasje aan te trekken, dat voor een ander jaargetijde was “en nu dus onmogelijk
kon worden gedragen.”
Het geheel
is een prachtig boek. Koop het als je de kans krijgt. Ik zag zojuist dat het
ook gewoon nieuw nog is te verkrijgen voor 26 euro.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten