Gisteren maakte ik bij het literaire festival Woordnacht
kennis met schrijfster en zeevrouw Fleur van der Laan. De novelle Rus is haar
debuut uit 2005.
Roos is de enige vrouw aan boord van een containerschip. De rare
kapitein is onder de indruk van haar schoonheid. Op een van haar eerste
werkdagen kleedt hij zich voor haar ogen uit. Roos ziet het rustig aan. Andere
bemanningsleden, veelal Russen, tonen eveneens hun charmes aan haar. Maar pas
als zij de speciale blik opvangt van ene Boris is ze verkocht.
Boris is getrouwd en een stuk ouder dan Roos. Van der Laan beschrijft
hem niet echt als een wilde schoonheid. Boris is heel gewoon: flink behaard, een
bleke huid en niet altijd even fris. De romantiek spat er niet echt vanaf. De liefde wordt beschreven
als een onontkomelijkheid. Maar de lezer begrijpt dat er ooit, wanneer de reis voorbij
is, een einde aan moet komen.
De novelle is strak geschreven en zit vol dialogen. Er staan
veel technische details en scheepvaarttermen in. Fleur van der Laan schrijft
uit eigen ervaring. Zij zit op de grote vaart en is werktuigbouwkundige.
Zij schept er duidelijk genoegen in om de ranzige kant van de
mensen aan boord te beschrijven. Er wordt flink gezopen in ‘De Rus’. Tijdens
een feestje vraagt Ilja haar ten dans. “Met zijn vette braadhanden betast hij
mijn billen.” Dan neemt Jura het van hem over. “Onder de laag parfum in zijn hals
riekt toch nog dat hondenvlees.”
Als de mannen van boord gaan in bijvoorbeeld Indonesië komt
het hoerenbezoek aan bod. In een bordeel zit Roos met Vasco, een bemanningslid,
aan een bar. Er gaat een luikje open onder de bar. Vasco schrikt zich rot, maar
Roos verklaart: “het is de bedoeling dat terwijl zij jou van onderen bedient,
jij met een stalen gezicht over koeien en kalveren praat.”
Van Roos krijg je niet helemaal hoogte. Zij is heel
onderkoeld, maar voelt wel een warme hartstocht voor Boris. Zij begrijpt dat deze
liefde niet eeuwig kan duren. Als de kapitein steeds gekker wordt en het schip
wordt verkocht is de reis afgelopen. Roos ziet Boris nog eenmaal terug op een
vliegveld. Zij heeft voor deze korte ontmoeting wel een reis moeten boeken om
hem te zien.
1 opmerking:
Mooi verteld, Alek.Het echteleven is toch van een heel andere orde dan het mijne, en dat vindik trouwens niet zo erg, zolang we er maar over kunnen lezen.
Een reactie posten