In deze
roman uit 2018 slaagt Esther Gerritsen er wederom in je helemaal in de
gedachtewereld van de hoofdpersoon te trekken. Jacob is conciërge in een
klooster. Hij twijfelt niet aan God. Jacob is geboren met een dubbel gezicht.
De ene helft staat recht, de andere helft staat scheef. Ooit woonde hij enige
tijd met een vrouw samen. Zij verliet hem. De familie maakte zich zorgen om Jacob,
maar hem deed de scheiding niet veel.
Jacob houdt
ervan om op zichzelf te zijn. In het klooster is hij gelukkig met het schuren
van deurposten. “Langgeleden heb ik gedacht: ik hou meer van mij dan dat
anderen van mij houden. Ik verraste mezelf met die gedachte, ik zie mezelf niet
als iemand die overloopt van eigenliefde.” Op een dag arriveert er een nieuwe
gast, Henry Loman. Hij zet de wereld van Jacob op zijn kop.
Loman is een
politicus die iets gedaan heeft waarvoor hij dreigt te moeten aftreden. In het
klooster duikt hij onder. De kloosterlingen kennen hem als bekende Nederlander
en gedragen zich als zodanig naar hem toe. De onwereldse Jacob kent hem niet.
Henry is het tegenovergestelde van Jacob: extravert, bot en goddeloos. De twee
sluiten vriendschap.
Voor Jacob is
vriendschap nieuw. Hij is altijd een buitenstaander geweest, zelfs in het
klooster. Wanneer hij vroeger met buurkinderen vadertje-en-moedertje speelde,
kreeg hij de rol van hond. Daar was hij volmaakt tevreden mee. De omgang met
Henry verwart hem. Bij de eerste ontmoetingen zwijgt Jacob. Hij geeft aan dat
hij slechts de conciërge is, voor geestelijke steun kan hij bij de
kloosterlingen terecht. Henry voelt zich juist aangetrokken door de gesloten
Jacob.
De
ontwikkeling van hun vriendschap is voor Jacob een ingrijpende gebeurtenis. Hij
stoot Henry van zich af, voelt zich dan weer tot hem aangetrokken of ontfermd
zich over hem. Jacob voelt zich vaak ongemakkelijk bij Henry, die hem directe
vragen stelt over het geloof of over zijn gezicht. Voor Henry is ongemak
volledig onbekend. “Ik vermoedde ineens dat hij ongemak bij een ander niet eens
zou herkennen.” De twee isoleren zich meer en meer van de kloosterlingen.
Wanneer de (ex-)vrouw van Henry, met hun kind het klooster bezoekt, raakt Jacob
nog meer in de war. Na een discussie over een eenvoudig klusje dat Jacob zou
uitvoeren en steeds uitstelt denkt hij. “Ik keek onaangedaan toe hoe de mensen
zich zorgen maakten, wist zeker dat zij in een waan leefden en ik in de
waarheid.”
Minutieus
werkt Gerritsen deze complexe vriendschap uit. Zij verwerkt er talloze
verwijzingen in naar de bijbel en naar kerkelijke tradities. De veertien staties
van de kruisweg worden letterlijk gevolgd in de tuin van het klooster. In het
verhaal van hun vriendschap kun je de staties ook teruglezen. Over tradities, naar
aanleiding van het verbranden van een pop, een heidens gebruik in het dorp,
schrijft Gerritsen. “Wat de mensen uit hun jeugd kennen, dat is de waarheid en
dat is hun traditie. Veel verder gaat het niet.”
‘De
Trooster’ zit vol met tegenstellingen: Jacob en Henry zijn twee tegengestelde
persoonlijkheden, het wereldse en het goddelijke is een tegenstelling en het
gezicht van Jacob laat twee verschillende kanten zien. Mooi is ook de zichtbare
tegenstelling in duidelijkheid bij Henry en het vage bij Jacob. Henry’s trui is
helblauw, wanneer hij in de tuin werkt schrobt hij de tegels helemaal kaal.
Jacob stoort zich aan deze opgeruimdheid. Hij ziet het liever wat rommeliger.
Dit is de
buitenkant. Van binnen is Jacob juist rechtlijnig. Hij zal nooit liegen en
gelooft onvoorwaardelijk aan God. Bij Henry daarentegen is het geestelijk een
chaos. Hij ging ooit eerder weg bij zijn vrouw, maar keerde net zo makkelijk
weer terug. Hij gaat vreemd en neemt het met de waarheid niet zo nauw. Jacob
probeert misschien daarom wel zo eerlijk mogelijk te zijn tegenover Henry.
“Deze vriendschap kon geen enkele schijn verdragen.”
Door deze
dubbelzinnigheden in hun vriendschap en het heldere, krachtige taalgebruik van
Esther Gerritsen blijft het verhaal tot het einde toe boeien. Tijdens het lezen
vroeg mij meer en meer af wie de trooster is. Voor Jacob is dit in de eerste
plaats God, of de Heilige Geest, voor Henry is dit misschien zijn vrouw. Maar hoe verhouden de twee
vrienden zich tot elkaar als het gaat om troost bieden? Dat is een van de
dubbelzinnigheden die het boek zo aantrekkelijk maakt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten