Superduif is een claustrofobisch boek. Het verhaal wordt volledig verteld vanuit de
elfjarige Bonnie. Haar dag begint met geschreeuw. Haar moeder wil haar wekken.
Zij is al wakker en begint te gillen. Ze slaat met haar vuisten op het matras.
Opstaan, Bonnie kan het niet en dat zegt zij ook tegen haar moeder. “Want als
je moeder ’s ochtends voorzichtig je slaapkamerdeur opent en goedemorgen zegt,
dan zeg je niet: Mama, ik wil liever dood
dan opstaan.”
De ouders van
Bonnie zijn beschaafde mensen. Zij zijn wat ouder dan andere ouders. Van beroep
zijn zij vertaler. Hoewel de vader de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt gaat hij door met vertalen. Bonnie
is slim en leest veel boeken voor volwassen. Zij vindt zichzelf lelijk, maar
ontdekt dat zij een buitengewone gave heeft. Aan het begin van het verhaal komt
er een nieuw meisje in de klas, Ine. Zij sluit vriendschap met haar. Het lijkt Bonnie
te overkomen.
De
gedachten van Bonnie gaan constant door. Wanneer iemand aardig tegen haar doet,
vertrouwt zij dit niet. Het gedrag van anderen ziet zij als toneelspel. Zelf
speelt zij vaak mee met anderen, zonder de bedoelingen helemaal te begrijpen.
Omdat je alleen in Bonnie’s hoofd zit merk je alleen indirect dat er iets niet
klopt.
Bonnie
ontdekt dat zij een stukje kan zweven. Later vliegt zij rond als een
reusachtige duif. Het is sterker dan haarzelf. Zij wordt gedwongen en geeft toe
aan de drang. Als duif redt zij mensenlevens. Ine betrekt zij in haar geheim.
Als goede vriendin gaat zij mee in de wereld van Bonnie. Haar ouders denken er
anders over. Zij vertellen haar dat niet alles precies gaat zoals zij het wil
en spreken de allerergste zin uit: “De wereld draait niet om jou.”
Door het
denkbeeld van Bonnie dat zij een reddende duif is, redt zij in zekere zin
zichzelf. Zij wil eigenlijk niet volwassen zijn. Zij gaat naar de middelbare
school. Deze nieuwe wereld is een hel voor haar: de herrie en de stank zijn al
verschrikkelijk. Het is de overgang naar volwassenheid. “Een onvoorzien lelijk
landschap waar je doorheen moet op weg naar volwassenheid.”
Zij heeft als
vriendin Ine nog, die haar trouw blijft. Sommige meisjes spelen in de brugklas
nog stiekem met poppen. “Zo speelden zij die middag nog één keer dat alles
mogelijk was.” Later houdt zij een spreekbeurt over de duif. De leraar prijst
haar creativiteit. Waar anderen de duif als symbool zien, bestaat de duif voor Bonnie
letterlijk.
Gerritsen
weet dit gegeven zeer consequent en spannend uit te werken. Je voelt je als
lezer steeds meer opgesloten in de wereld van Bonnie. Het is tragisch haar te
zien veranderen. Haar gedachten en gedrag worden steeds extremer. Het moet
natuurlijk wel fout aflopen. Op de laatste pagina kan zij datgene uitspreken
wat zij op de eerste pagina nog slechts dacht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten