Dave
Eggers is een veelzijdig schrijver. De
romans die hij schrijft verschillen enorm van elkaar. Vaak raken zij een
gevoelig thema. ‘Wat is de wat’ draait om de verschrikkingen in Zuid-Soedan,
maar weerspiegelen hierin ook de maatschappelijke verhoudingen in Amerika. ‘De
cirkel’ speelt zich af in een toekomstige wereld, waarin openbaarheid een
religieus dogma is geworden. Deze toekomst lijkt niet ver weg te liggen.
‘Helden van
de grens’ is zijn meest recente boek. Het is minder maatschappelijk dan de twee
bovengenoemde titels, maar je kunt er wel iets in lezen over de ontmenselijking
van de Amerikaanse samenleving. Hoofdpersoon is Josie. Zij vlucht met haar twee
kinderen Paul en Ana in een oude camper met een zak vol contanten naar Alaska.
Zij wil weg
van haar ex-man Carl en weg van haar tandartspraktijk, die zij heeft verkocht.
Zij wil geen sporen achterlaten en trekt steeds verder de wildernis in. De
geordende en vijandige samenleving laat zij steeds verder achter zich.
De paradox
is dat Josie in deze nieuwe omgeving voortdurend wordt geconfronteerd met nieuwe
vijandigheden. De dreiging van bosbranden, de geur van vuur, versterkt deze sfeer.
Het kan elk moment volledig fout gaan.
In
terugblikken lees je over het leven van Josie voordat zij wegging. De redenen
waarom zij haar tandartspraktijk opgaf worden langzaam duidelijk. Net als de
geestelijk tikken die zij in haar jeugd te incasseren kreeg iets verhelderen
over haar huidige gedrag.
Ze gaat in
eerste instantie op weg naar Sam, een soort stiefzus die in Alaska woont. Via
haar begrijp je meer over haar jeugd in een pleeggezin. Er wordt zo steeds een
nieuw verhaal uit Josie’s verleden toegevoegd. De beschrijvingen van haar ex
zijn erg humoristisch. Hij was bespottelijk, een kind, niet in staat om iets af
te ronden of zijn leven enig doel te geven. “En daarna kwam – zoals zo vaak na
een scheiding – het vernietigende besef dat ze zeven jaar met deze fret van een
man samen was geweest, dat ze twee kinderen had met dit laaghartige aasetende
zoogdier, dat ze nooit aan hem kon ontsnappen.”
Met de
opvoeding bemoeide Carl zich niet. Haar oudste kind Paul, zelf nog een kind,
hielp mee met de verzorging van Ana. Op deze reis staat hij ook altijd klaar om
haar te beschermen.
Josie laat
zich meesleuren met de omstandigheden. In een vreemde scene gaat zij met haar
kinderen mee met een oude man op een cruiseschip om een goochelshow te zien.
Haar mening over het vertoonde wijkt geheel af van die van de andere toeschouwers.
Na een paar glazen wijn vraagt zij zich af wat zij hier eigenlijk doet aan
boord van dit schip. “Ze wist toen met kristalhelder inzicht dat de sleutel tot
haar leven was dat ze bij elke gelegenheid precies de verkeerde keuze maakte.”
Josie wil
alleen maar door. Ze vraagt zich af wat zij doet bij Sam, en vertrekt weer.
Vroeger identificeerde zij zich met de blijvers. “Maar zij kende niemand die
ook maar ergens bleef. Was je gek als je ergens wilde blijven? De blijvers
waren ofwel het zout der aarde, de voedingsbodem van gezinnen, gemeenschappen
en continuïteit van cultuur en natie, ofwel stomweg idioten.”
In haar paranoia
denkt zij dat Carl iemand heeft ingehuurd om haar op te sporen. Deze persoon
zou haar volgen. De vlucht, de onrust om telkens te vertrekken wordt groter en
groter. Haar beslissingen steeds minder redelijk. De kinderen gaan erin mee.
“Alle logica was toch al uit hun leven verdwenen.”
Niet alleen
in haar ex en haar familie en collega’s is zij teleurgesteld, maar ook in de
hele mensheid. ”Mensen kennen betekende mensen vertellen wat ze wel en niet
moesten doen, raad geven een aanmoedigen, hulp en wijsheid bieden, allemaal
zaken die tot ellende en eenzame dood leiden.”
De
vijandigheid die Josie probeert te ontlopen, komt zij overal weer tegen. Het
kwaad zit evenzeer in haarzelf. Haar kinderen sleept zij met zich zonder zich
af te vragen of dit goed is voor hen. Zij stelt de kinderen voortdurend bloot
aan gevaar: wapens, branden, enge mannen, bliksem.
Tegen het
einde wordt Josie nog eenmaal opgenomen in een kleine gemeenschap van
muzikanten. Zij lijkt even gelukkig. Daarna trekt zij toch weer verder, met
steeds minder bezittingen, naar de rand van de wereld.
‘Helden van
de grens’ is een minder zwaar boek dan bijvoorbeeld ‘Wat is de wat’. Het
verhaal leest prettig. De stijl is vloeiend. De gebeurtenissen volgen elkaar
snel op. Het leest alsof je een road-movie ondergaat. Het gedrag van Josie
integreert. Het is soms bizar, maar je blijft je wel voor haar interesseren.
Voortdurend denk je dat het mis zal gaan. Dat maakt het boek ook spannend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten