Rotterdams
schrijver, zanger en componist Peter Goedhart bracht vorig jaar deze roman uit
bij uitgeverij Douane. Hoofdpersoon is de alcoholist Hans de Jong. Hij kijkt op
zijn oude dag terug op zijn leven.
Centraal
staat de herinnering aan zijn Spaanse jeugdliefde Conception. Hij ontmoette
haar in een Spaanse kustplaats waar zij als arm hoertje een kamer bewoonde.
Hans trok bij haar in en wilde een bestaan met haar opbouwen. Dit ging
noodlottig mis.
Als oude
man heeft hij niet veel meer om voor te leven. Zijn vrouw is aan kanker
overleden. Een vriendin van haar, die zich over hem ontfermde, heeft hij
verstoten. Zijn passie en werk – de muziek – raakt hem niet meer. Wat rest is
de drank.
Hij voert
gespreken met zichzelf en met zijn trouwe vloeibare vriend. Wanneer de fles hem
tegenspreekt, antwoordt hij: “Ja, ja, lul maar an. Als jij je kop niet houdt
zuip ik jou helemaal leeg en dan heb je niks meer te zeggen, vriend.”
Jammer is
dat er niet zoveel meer gebeurt in dit boek. Het heden en de traumatisch
gebeurtenis in Spanje komen niet ergens samen. Het verhaal kent wel een sterke
onderbreking. Ooit redde Hans iemand van de verdrinkingsdood, een goed
beschreven scene om te laten zien dat Hans niet heel zijn leven zo’n slampamper
is geweest.
Zijn
verbeelding levert mooie zinnen en vergelijkingen op. Tijdens de terugreis
uit Spanje komt het schip in een storm terecht. “Eenmaal buitengaats voeren ze
een knobbelig zeetje tegemoet” is een goeie zin. De vergelijkingen en
bijvoeglijke naamwoorden houden echter tien pagina’s lang aan: het witte
schuim, Neptunus, de hele bliksemse boel, hagelstenen groot als knikkers, torenhoge
golven, enzovoorts. Het is wat te veel van het goede.
Zo is ook
het alcoholische leven op zijn oude dag wat te uitgesponnen beschreven,
waardoor de spanning verslapt. Maar misschien is dit wel kenmerkend voor het
leven van Hans de Jong.
Even heeft
hij nog een opleving. Hij stopt met drinken en komt – nogal onwaarschijnlijk -
in contact met een jonge serveerster. Zij blijkt ook nog een conservatoriumstudente
te zijn. Dacht hij serieus een kans te maken? Hans valt weer terug in zijn alcoholroes,
waar hij tenslotte aan onderdoor gaat.
De geschiedenis
in Spanje laat Hans zijn verdere leven niet los en heeft hem uiteindelijk in de huidige
situatie gebracht. Tot slot een zin uit ‘En over het water het lied’, die
deze situatie mooi beschrijft: “Maar bij een herkauwer als Hans hadden de
toenmalige gebeurtenissen en beslissingen een wond veroorzaakt die niet wilde
helen en die steeds als hij er naar keek, begon te lekken.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten