De roman ‘Kamer’
is verfilmd en wordt op het IFFR vertoond. De bestseller van Donoghue is uit
2010. Het boek begint vreemd. Het verhaal is namelijk geschreven vanuit het
perspectief van een vijfjarig. De jongen heet Jack en denkt in een eigen taal.
Zijn wereld is klein. Hij is namelijk nooit buiten geweest.
De wereld
van Jack beperkt zich tot één kamer, waar hij met zijn moeder woont. Soms komt er
een man langs, Ouwe Nick. Jack verdwijnt dan in de kast. Ouwe Nick zorgt ook
voor eten. Jack kent de buitenwereld alleen via de televisie, waar hij
dagelijks naar kijkt. De jongen lijkt autistisch: hij kent veel woorden, vooral
in de letterlijke betekenis, maar zijn wereld is de kamer.
Op een dag,
even na zijn vijfde verjaardag, vertelt zijn moeder dat de wereld groter is dan
de kamer. “Wat wij op tv zien zijn… dat zijn beelden van echte dingen.” Het
kind is verbijsterd. “Dat is het ongelooflijkste wat ik ooit heb gehoord.” Want
volgens hem is er helemaal geen buiten.
De moeder legt
uit dat zij niet vrijwillig in de kamer zitten, maar dat Nick hen heeft
opgesloten. Het boek krijgt hier een spannende wending, die ik niet zal
prijsgeven. Maar meer dan een thriller is het een boek waarin de wereld heel
mooi door de ogen van deze vreemde jonge wordt weergegeven. Jack beleeft de
buitenwereld heel anders dan zijn omgeving, alleen zijn moeder begrijpt hem.
“In kamer
wisten we precies hoe alles heette maar in de wereld is er zoveel dat iedereen
niet eens de namen weet.” Hij heeft moeite om alles te begrijpen. “Er zijn te veel
regels, ze passen niet in mijn hoofd.” Een arts geeft hem daarin gelijk. “De mensheid
kan niet veel werkelijkheid verdragen.”
Jack kent
heel veel dingen van de televisie. Later leert hij dat deze dingen, zoals chips
en Lego in het echt bestaan. Jack is slim en begrijpt veel. Maar wanneer blijkt
dat toch niet alles op de televisie echt is, is hij gedesillusioneerd.
Wat hij ook
niet begrijpt is waarom iedereen altijd gestrest is. Niemand heeft tijd voor
elkaar zoals hij en mama altijd tijd voor elkaar hadden in de kamer. De wereld
heeft interessante kanten, maar als hij hoort dat er in elke stad speeltuinen
zijn merkt hij op. “Een heleboel van de wereld is blijkbaar een herhaling.”
Deze
inzichten van een vijfjarige zijn leuk om te lezen. Ik vind het joch vaak wel
erg volwassen overkomen. Hoe realistisch is dat? Terwijl tegelijkertijd het kinderlijke
toontje kan gaan irriteren. Ik denk dat ik beter het origineel had kunnen lezen
in plaats van deze vertaling. Ik ben erg benieuwd naar de film.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten