De laatste
verhalen, vertaald door Karel Lesman, is een roman bestaande uit drie
verhalen. Tokarczuk vertelt over een vrouw, haar moeder en haar dochter. De
verhalen staan los van elkaar, maar hebben raakvlakken.
In het
eerste verhaal ‘Het schone land’ is Ida, de moeder, per auto op weg naar haar
geboorteplaats. Het weer is slecht en zij raakt van de weg. Zij klopt aan bij
een boerderij, waar een ouder echtpaar haar opvangt. Een dag later is Ida op
krachten gekomen. Zij wil het wat vreemde huis verlaten, maar iets houdt haar
hier vast.
Ida wordt opgenomen
in de routine van de twee bewoners. Zij wonen afgelegen, de streek is verlaten.
Vroeger waren hier mijnen en was er werk. Nu vangt het echtpaar oude en zieke
dieren op. In huis ligt een langzaam stervende hond.
Ida -
Tokarczuk noemt haar meestal ‘de vrouw’ - overdenkt haar leven: de
geboortestreek waaruit zij is ontvlucht, haar werk in het toerisme en de
uiterst pijnlijke bevalling van haar dochter Maja, nogal plastisch beschreven.
Zij heeft weinig om naar terug te verlangen. Er wachten geen mensen op haar. Haar beide
ouders zijn lang geleden overleden, achteloos. “Ze heeft altijd gedacht dat de
dood een zekere klasse had, dat alles wat ermee te maken heeft verheven zou
moeten zijn. Ondertussen blijkt dat hij al even afgezaagd is als het leven.”
In het isolement
van de boerderij vallen herinneringen en fantasieën samen met de eentonige gebeurtenissen
in het huis, waar zij soms hele dagen alleen is. De reële tijdsbeleving wordt
steeds minder van belang. Uiteindelijk verlaat Ida het huis, waar zij heengaat
is onbekend.
In het
tweede verhaal zien we de moeder van Ida. Zij woont met haar man in een
afgelegen dorpje in een dal. Haar huis is ingesneeuwd. Met de dorpsbewoners
heeft zij weinig contact. Haar man heeft ademnood. Zij tracht hulp te krijgen
uit het dorp, maar dat is lastig. Aandacht trekken met een vuur? “…maar het is bekend dat deze volksstam uit
het dorp nooit naar boven kijkt, ze hebben een gloeiende hekel aan de bergen,
die altijd en alleen een probleem voor hen zijn. Ze kijken voortdurend naar de grond
voor hun voeten om maar niet uit te glijden over een hondendrol.”
Haar man sterft.
Hij blijft zitten op de veranda voor hun huis. De vrouw berust erin en denkt
terug aan vroeger. Langzaam leren wij haar levensverhaal kennen. De oorlog
speelt hierin een belangrijke rol: gedwongen verhuizingen, vernederingen en het
plezieren van de vijand om het eigen bestaan zeker te stellen. Zij en haar veel
oudere man konden er na de oorlog niet meer over praten. Door schuldgevoelens,
spijt en verdriet komt de vrouw los te staan van de werkelijkheid om haar heen.
Zij praat
met haar man, weet dat hij niet meer beweegt maar beseft soms nog niet helemaal
dat hij dood is. Aan het einde is er toch de liefde. ”Ik heb de rest van mijn
leven niet meer nodig. Ik zou die zo hebben ingeruild voor één zachte beweging
van jouw hand, die zich over mij zou willen ontfermen. Maar niemand wil met mij
onderhandelen.”
In deel
drie ‘De goochelaar’ is Maja (de dochter) met haar 11-jarig zoontje op vakantie
op een klein eiland in Maleisië. Met een aantal andere vakantiegangers en met
Mike, de eigenaar van de vakantiehuisjes, leeft zij geïsoleerd van de rest van
de wereld. Zij zoekt weinig contact met anderen. Er heerst een vreemde sfeer.
Mensen denken dat zij op de vlucht is voor iets. Zelf zegt zij dat zij een
reisgids aan het schrijven is.
Gasten
komen en gaan, waaronder vier uiterst irritante Nederlandse vrouwen. De tijd
verstrijkt. Op een gegeven moment arriveert er een goochelaar op het eiland.
Hij is oud en ziek. Maja houdt zoveel mogelijk afstand. Haar zoontje legt wel
contact met hem. Hij krijgt goochelles van de man. De jongen
mag uiteindelijk optreden. De grote verdwijntruc slaagt. De goochelaar wordt in tweeën gezaagd, maar komt er
heelhuids vanaf. Een dag of wat later verlaten moeder en kind het eiland,
onduidelijk is waar zij heen gaan. De goochelaar sterft.
Olga
Tokarczuk weet de drie verhalen heel goed met elkaar te verbinden. Niet zozeer omdat
gebeurtenissen op elkaar aansluiten - de verhalen spelen zich in verschillende
tijden en plaatsen af – maar vooral omdat de sfeer en de omstandigheden waarin
de drie generaties vrouwen verkeren vrijwel identiek is.
Haar
thema’s zijn: het isolement, de teruggeworpenheid van het individu en het
overschrijden van grenzen. Haar stijl is afwisselend dromerig en rauw.
Tokarczuk, in Polen zeer bekend en geroemd, is een bijzonder schrijfster.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten