woensdag 20 januari 2016

Olga Tokarczuk – De laatste verhalen


De laatste verhalen, vertaald door Karel Lesman, is een roman bestaande uit drie verhalen. Tokarczuk vertelt over een vrouw, haar moeder en haar dochter. De verhalen staan los van elkaar, maar hebben raakvlakken.

In het eerste verhaal ‘Het schone land’ is Ida, de moeder, per auto op weg naar haar geboorteplaats. Het weer is slecht en zij raakt van de weg. Zij klopt aan bij een boerderij, waar een ouder echtpaar haar opvangt. Een dag later is Ida op krachten gekomen. Zij wil het wat vreemde huis verlaten, maar iets houdt haar hier vast.

Ida wordt opgenomen in de routine van de twee bewoners. Zij wonen afgelegen, de streek is verlaten. Vroeger waren hier mijnen en was er werk. Nu vangt het echtpaar oude en zieke dieren op. In huis ligt een langzaam stervende hond.

Ida - Tokarczuk noemt haar meestal ‘de vrouw’ - overdenkt haar leven: de geboortestreek waaruit zij is ontvlucht, haar werk in het toerisme en de uiterst pijnlijke bevalling van haar dochter Maja, nogal plastisch beschreven. Zij heeft weinig om naar terug te verlangen. Er wachten geen mensen op haar. Haar beide ouders zijn lang geleden overleden, achteloos. “Ze heeft altijd gedacht dat de dood een zekere klasse had, dat alles wat ermee te maken heeft verheven zou moeten zijn. Ondertussen blijkt dat hij al even afgezaagd is als het leven.”

In het isolement van de boerderij vallen herinneringen en fantasieën samen met de eentonige gebeurtenissen in het huis, waar zij soms hele dagen alleen is. De reële tijdsbeleving wordt steeds minder van belang. Uiteindelijk verlaat Ida het huis, waar zij heengaat is onbekend.

In het tweede verhaal zien we de moeder van Ida. Zij woont met haar man in een afgelegen dorpje in een dal. Haar huis is ingesneeuwd. Met de dorpsbewoners heeft zij weinig contact. Haar man heeft ademnood. Zij tracht hulp te krijgen uit het dorp, maar dat is lastig. Aandacht trekken met een vuur?  “…maar het is bekend dat deze volksstam uit het dorp nooit naar boven kijkt, ze hebben een gloeiende hekel aan de bergen, die altijd en alleen een probleem voor hen zijn. Ze kijken voortdurend naar de grond voor hun voeten om maar niet uit te glijden over een hondendrol.”

Haar man sterft. Hij blijft zitten op de veranda voor hun huis. De vrouw berust erin en denkt terug aan vroeger. Langzaam leren wij haar levensverhaal kennen. De oorlog speelt hierin een belangrijke rol: gedwongen verhuizingen, vernederingen en het plezieren van de vijand om het eigen bestaan zeker te stellen. Zij en haar veel oudere man konden er na de oorlog niet meer over praten. Door schuldgevoelens, spijt en verdriet komt de vrouw los te staan van de werkelijkheid om haar heen.

Zij praat met haar man, weet dat hij niet meer beweegt maar beseft soms nog niet helemaal dat hij dood is. Aan het einde is er toch de liefde. ”Ik heb de rest van mijn leven niet meer nodig. Ik zou die zo hebben ingeruild voor één zachte beweging van jouw hand, die zich over mij zou willen ontfermen. Maar niemand wil met mij onderhandelen.”

In deel drie ‘De goochelaar’ is Maja (de dochter) met haar 11-jarig zoontje op vakantie op een klein eiland in Maleisië. Met een aantal andere vakantiegangers en met Mike, de eigenaar van de vakantiehuisjes, leeft zij geïsoleerd van de rest van de wereld. Zij zoekt weinig contact met anderen. Er heerst een vreemde sfeer. Mensen denken dat zij op de vlucht is voor iets. Zelf zegt zij dat zij een reisgids aan het schrijven is.

Gasten komen en gaan, waaronder vier uiterst irritante Nederlandse vrouwen. De tijd verstrijkt. Op een gegeven moment arriveert er een goochelaar op het eiland. Hij is oud en ziek. Maja houdt zoveel mogelijk afstand. Haar zoontje legt wel contact met hem. Hij krijgt goochelles van de man. De jongen mag uiteindelijk optreden. De grote verdwijntruc slaagt. De goochelaar  wordt in tweeën gezaagd, maar komt er heelhuids vanaf. Een dag of wat later verlaten moeder en kind het eiland, onduidelijk is waar zij heen gaan. De goochelaar sterft.

Olga Tokarczuk weet de drie verhalen heel goed met elkaar te verbinden. Niet zozeer omdat gebeurtenissen op elkaar aansluiten - de verhalen spelen zich in verschillende tijden en plaatsen af – maar vooral omdat de sfeer en de omstandigheden waarin de drie generaties vrouwen verkeren vrijwel identiek is.

Haar thema’s zijn: het isolement, de teruggeworpenheid van het individu en het overschrijden van grenzen. Haar stijl is afwisselend dromerig en rauw. Tokarczuk, in Polen zeer bekend en geroemd, is een bijzonder schrijfster.

Geen opmerkingen: